Goedemorgen! Komende week staat de tweede workshop op de planning. Deze keer over zekerheid en flexibiliteit voor de worker in de kluseconomie. Tof dat van alle stakeholdergroepen vertegenwoordigers aanwezig zijn voor een constructief debat. Platformen, vakbonden, de ABU, overheid en wetenschap. En dat terwijl op dezelfde dag de zaak FNV <> Helpling (ik schreef er eerder dit over) voor de rechter komt. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden zal ik maar zeggen. Afgelopen week werd het paper over de succesfactoren van platform coöperaties dat ik samen met Koen Frenken schreef gepubliceerd. Een mooie mijlpaal. In deze editie ga ik er uitgebreid op in. Fijne week!

Amazon targets Uber Eats with Deliveroo investment – The Verge

Amazon targets Uber Eats with Deliveroo investment – The Verge

Afgelopen week werd bekend dat onder andere Amazon 575 miljoen dollar investeert in Deliveroo. Serieus geld van een serieuze speler. Naar eigen zegge wordt het geld gebruikt om de markt te vergroten, de technologie te verbeteren en te investeren in nieuwe concepten, zoals de ‘dark kitchens’, een fenomeen waar ik een paar weken geleden al over berichtte.

Amazon heeft in het verleden al vaker geprobeerd de food delivery markt te betreden met een eigen app, maar heeft ook geprobeerd om (net als Uber) Deliveroo in zijn geheel te kopen. Toen nog zonder succes.

De combinatie van de twee is interessant.  Een uitspraak van food delivery ondernemers die ik vaker heb gehoord is dat wanneer je het spelletje van food delivery werkend krijgt, je alles werkend krijgt. Food delivery is lastig vanwege het warme eten (dat ook met enige zorgvuldigheid moet worden vervoerd), het extreme on demand aspect en het gegeven dat je niet 2, maar 3 stakeholders hebt: klant, restaurant en koerier. Nu Amazon steeds vaker en sneller (in steden) wil bezorgen, zou Deliveroo een heel interessante partner en leermeester kunnen zijn hoe je dit voor spullen anders dan eten organiseert. Het is niet onwaarschijnlijk dat Amazon een dergelijke service voor lokale retailers gaat aanbieden (waarmee je wederom 3 stakeholders hebt) en daarmee de markt laat groeien. Lokale retailers die hun voorraad in de winkel ook op Amazon zetten, klanten kunnen deze vervolgens online kopen en de koerier haalt het item op in de winkel en brengt het naar de klant. En dat binnen een half uur. Hiermee wordt de grens tussen online en offline retail nog dunner. Voor Deliveroo zou dit een kans zijn om koeriers meer werk te kunnen geven. Nu kunnen zij alleen een additioneel inkomen bieden, aangezien er alleen tijdens de ‘hungry hours’ werk is. In combinatie met Amazon zouden ook de uren daar buiten prima kunnen worden gevuld.

Logistiek is sowieso een pijler waar Amazon zwaar op inzet. Zie ook dit stuk: “Amazon encourages its workers to quit and start their own delivery companies“. De nood is hoog. En daar zou een samenwerking met Deliveroo een mooie bijdrage aan kunnen leveren.

Zijn platformcoöperaties levensvatbaar? | tpedigitaal.nl

Zijn platformcoöperaties levensvatbaar? | tpedigitaal.nl

Ik schrijf al een tijd over platform coöperaties. In een zoektocht naar alternatieve eigenaarschap en bestuur modellen kwam ik in 2015 dit fenomeen tegen. Platform coöperaties zijn platformen waarbij de gebruikers en de eigenaren en beheerders zijn van het online platform waar zij afhankelijk van zijn. In potentie kunnen zulke ‘platformcoops’ een antwoord zijn op de nakende monopolies van klusplatformen en lage verdiensten voor platformwerkers.

In 2016 bezocht ik in New York een internationale conferentie over dit onderwerp en bezoeken aan Londen (2x), Berlijn, Brussel, (nog een keer) New York en een tour door Frankrijk volgden.

Hoewel het idee van een coöperatief platform sympathiek klinkt, is het een lange weg om dit idee succesvol te maken. Met hulp van ‘zaaigeld’ door het programma ‘Instituties voor Open Samenlevingen’ van de Universiteit Utrecht kon ik, samen met Koen Frenken, dit fenomeen verder onderzoeken. In dit paper, mijn eerste paper ooit (na honderden nieuwsbrieven en blogs en een paar boeken ;-)) sommen we een aantal succescriteria op voor platformcoops en analyseren vervolgens in welke sectoren ze mogelijk levensvatbaar zouden zijn.

De succesfactoren (die in het artikel nader worden toegelicht):

  1. Lokale of bovenlokale markt
  2. Eenvoudige of complexe dienst
  3. Terugkerend of eenmalig dienst
  4. Hoofd of aanvullend inkomen
  5. Bestaande structuren (zijn er bestaande coöperaties aanwezig of niet)

Is een coöperatie een betere oplossing?

In het artikel stellen we een aantal in mijn ogen heel belangrijke vragen. Een daarvan is in hoeverre platform coöperaties een betere oplossing zijn ten opzichte van de platformen die we nu kennen. Via Linkedin kwam deze vraag ook nog eens terug: Wie helpt het en wie niet? In hoeverre dragen coöperaties bij aan het maatschappelijk algemeen nut?

Coöperaties zijn er inderdaad in alle vormen en smaken en het is zeker geen gegeven dat een coöperatie automatisch bijdraagt aan het maatschappelijk algemeen nut. In dat opzicht is het niet meer en minder dan een rechtsvorm die je in staat stelt om bepaalde keuzes wel of niet te maken. Zo draagt de coöperatie met investeerders zoals bij crowdfunding platform Symbid (ik heb er zelf eentje ‘gehad’) niet vanzelfsprekend bij aan een betere betrokkenheid van investeerders, een hogere waarde van het bedrijf en een grotere verantwoordelijkheid naar de maatschappij. Uiteindelijk zijn het de leden en bestuur die aan de knoppen zitten en is het afhankelijk van hun keuzes of dit positief of negatief uitpakt.

De platform coöperaties waar wij in het artikel over spreken zijn doorgaans werknemer coöperaties. Het idee achter platform coöperaties is dat de stakeholders diehet meest afhankelijk zijn van het platform (doorgaans de aanbieders) door eigenaarschap en zeggenschap minder kwetsbaar zijn. En aangezien zij voor lange termijn afhankelijk zijn van het platform eerder keuzes maken die verstandig zijn voor de lange termijn van het platform dan voor korte termijn winstmaximalisatie.

Hoewel worker coops zeker voordelen hebben, zou je ook kunnen stellen dat door de oplossing te zoeken in de juridische vorm essentiële onderliggende vragen worden vermeden. Zoals: hoe zorg je er voor dat kapitaal dienend is aan de organisatie in plaats van andersom? Ik heb mij verdiept in het ‘Steward Ownership Model’ dat is ingericht met de gedachte dat ownership dienend moet zijn aan de organisatie en niet andersom. Ik vond dit erg interessant, omdat er niets mis is met geld verdienen en rendement maken, maar dat het niet ten koste moet gaan van de lange termijn en het belang van stakeholders en maatschappij.

Sowieso is het naïef om te denken dat een rechtsvorm alle problemen oplost en dat de markt rekening houd met maatschappelijk belang. Excessen in de de platform economie moeten worden aangepakt door beleid van overheden. Het zelfcorrigerende vermogen van een markt is altijd beperkt. In dat opzicht is de (rol van de) overheid in al dit soort discussies ondergewaardeerd. Zowel de markt als overheid zijn zich nog te weinig bewust van de noodzakelijke rol die een overheid en andere stakeholders kunnen en moeten nemen in er voor zorgen dat dit soort modellen voor alle stakeholders werken en daarmee door kunnen groeien naar een volwassen model.

Het antwoord op de vraag of platform coöperaties een betere oplossing zijn, is met een van de meest gebruikte antwoorden in de wetenschap te beantwoorden: it depends. Maar zeker een model dat de moeite waard is om verder te ontwikkelen, mee te experimenteren en te onderzoeken.

Funda wil bezoeker ook naar hypotheek loodsen – FD

Funda wil bezoeker ook naar hypotheek loodsen – FD

Het was al langer bekend dat Funda bezig was met de plannen voor een Funda 2.0. Een jaar geleden werd Quintin Schevernels als nieuwe CEO aangetrokken om deze transitie in te zetten. Quote omschreef hem als “directeur bij De Telegraaf en was mede-eigenaar van VNU Media na een management buy-out. Daarna was hij baas bij successtartup Layar tot het bedrijf in 2014 werd verkocht.” Niet iemand die je aantrekt om de oude koers door te zetten dus.

Afgelopen week maakte Funda zijn nieuwe plannen bekend. “Bezoekers van Nederlands grootste woonsite moeten er niet alleen huizen kunnen vinden, maar er ook de financiering kunnen regelen.”

Natuurlijk een logische stap, maar niet eentje die zonder slag of stoot tot stand zal zijn gekomen. Met de opkomst van platformen heeft NVM destijds een briljante zet gedaan door proactief zelf een eigen platform te maken. Hoewel dit een unieke stap was, werd het de jaren die volgden duidelijk dat er ook een uitdaging zit wanneer de afhankelijke stakeholders (indirect) eigenaar zijn van het platform waarmee zij hun business runnen. En dat is dat deze doelgroep geneigd is om de eigen belangen voor de belangen van de gebruikers te zetten. Dat is ook precies wat er gebeurde. De innovatie en doorontwikkeling van Funda zat voornamelijk in het technische domein, maar cruciale aanpassingen aan het model bleven uit. Enerzijds omdat aanpassingen de rol van de makelaar, en daarmee ook de aandeelhouder, in gevaar bracht en anderzijds omdat de aandeelhouder ook weinig incentive had om flink te investeren in doorontwikkeling. Advertenties was de core van het platform en er was weinig noodzaak om dit verder uit te bouwen. Tot nu.

Op het moment dat jouw huis op Funda komt, weet de makelaar en dus ook Funda dat je in een korte tijd bezig bent om veel geld uit te gaan geven. Geld voor een financiering, notaris, taxatie, verhuizer, schilder, inrichting en ga zo nog maar even door. Het is dan ook een gemiste kans is dat je in die goudmijn aan kansen slechts één ding doet: een advertentie faciliteren. Doodzonde. Je kunt dit trouwens ook tegen een makelaar zeggen, alleen heeft een organisatie als Funda natuurlijk veel meer middelen om hier op in te zetten. En is het dus logisch dat het nieuws dat deze week werd vermeld slechts een eerste stap is.

Ik denk dat het Funda voorbeeld een interessante aanleiding is om nog eens goed na te denken over de businessmodellen en de waarde proposities van platformen. Veel platformen pakken nu een marge op transactie, terwijl ze veel meer voor die klant kunnen doen. SnappCar kan bijvoorbeeld de schaal inzetten om interessante deals (winterbanden, APK, verzekering, etc.) voor hun gebruikers aan te bieden. Funda laat ook zien dat door het aanpassen van de waarde propositie je ook een stapje op kunt schuiven naar de totaal ontzorging van de klant. Waarmee je niet alleen je businessmodel, maar ook je bestaansrecht een stuk steviger neerzet. Aan de slag dus.

Als burgers ‘users’ worden: slimme stad Helmond – SETUP

Als burgers ‘users’ worden: slimme stad Helmond – SETUP

Slimme steden. Daar kan niemand tegen zijn. Want wie wil wonen in een domme stad? Het was als ik het mij goed kan herinneren Ronald van den Hoff die dit vorig jaar in zijn presentatie deelde. Slim kan dus alleen maar goed zijn, dat hebben de marketeers slim bedacht. Dit artikel is daar toch (heel terecht) kritisch over. Twee fragmenten:

“In Helmond verrijst een wijk volgens de laatste smart city trends. Een deel van de bewoners (100 van de 4000) krijgt in ruil voor data, korting op hun huur. Hoe meer sensoren in huis, hoe goedkoper de huur. <…> Een kwalijke zaak: betalen voor privacy is een perverse prikkel die ongelijkheid stimuleert. Privacy wordt zo een luxe voor de elite, terwijl mensen met een laag inkomen worden verleid om hun data af te staan. Dit draagt bij aan wat wetenschapper Virginia Eubanks het ‘automatiseren van ongelijkheid’ noemt: omdat er, mede door dit soort constructies, meer data beschikbaar is over minderheidsgroepen, worden zij vaker geprofileerd op basis van deze data.”

En: “In de woorden van de directeur van Brainport Smart District: “we doen hier niet alleen de veilige dingen, we experimenteren ook. Anders krijg je nooit disruptie.” Dit suggereert dat disruptie nooit op een veilige manier kan gebeuren. Maar wat houdt disruptie dan daadwerkelijk in? En als het onveilig is, wie wil er dan disrupted wonen?” Sowieso is disruptie ee
n redelijk loze en lege kreet: stuk maken voor wat? Vaak gebruikt door (tech) bedrijven om zich een tijdje in een grijs juridisch gebied te begeven om daarmee snel te groeien, marktaandeel te veroveren en de concurrentie achter zich laten. Slim taalgebruik, maar in veel gevallen ook echt niet meer dan dat. En het is de vraag in hoeverre publieke partijen zich als disruptief moeten gedragen. Ik heb er mijn twijfels bij.

Best lullig…

Uber boasts that it awarded $40,000 to any driver who made 40,000 trips. Almost no one would have made the cut. | Markets Insider

Uber boasts that it awarded $40,000 to any driver who made 40,000 trips. Almost no one would have made the cut. | Markets Insider

Eerder maakte ik al bekend dat trouwe Uber chauffeurs geldbedragen zouden/hebben ontvangen bij de beursgang van Uber. (het aandeel is trouwens weer wat opgekrabbeld) In Facebook groepen zag ik screenshots van chauffeurs die flinke bedragen ontvingen. Een mooie zet, al is het ook wat cynisch dat bijvoorbeeld Kees Koolen, die even COO van Uber was, voor een zelfde waarde aandelen had als wat alle chauffeurs bij elkaar zouden ontvangen. Dat de wereld niet gelijk is dat is geen nieuws, maar soms wel wat rauw om het zo bevestigd te zien. Enfin: de hoogste bonus die je als chauffeur kon krijgen was 40.000 dollar wanneer je meer dan 40.000 ritjes had gedaan. In dit artikel wordt onderzocht wat je daar voor had moeten doen. En de conclusie is: er is waarschijnlijk niemand of hoogstens een enkeling die dit voor elkaar heeft gekregen. Mooi kado 😉

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Recommended Posts