Een baas als algoritme is niet ideaal. Maar hoe zit het met die offline baas? | Sony lanceert taxi app in Tokyo | Hoe de discussie over platformwerk zeer beperkt is

Goedemorgen! Een van mijn jeugdhelden zei het al: ‘I love it when a plan comes together’. De laatste maanden ben ik bezig geweest met de voorbereiding van 3 workshops rondom de in mijn ogen 3 meest prangende vraagstukken in de kluseconomie: transparantie algoritmes, hoe flexibiliteit en zekerheid te organiseren voor de worker en portabiliteit en continuïteit van reputatie data in de kluseconomie. Per workshop 3 sprekers, een panel met 4 platform vertegenwoordigers en 20 stakeholders uit alle hoeken (platformen, overheid, vakbonden, wetenschap, etc.) in de zaal.

Doel: van elkaar leren, elkaar leren begrijpen, zaadjes planten voor vervolgstappen, het kennisniveau bij alle stakeholders verhogen en inzicht krijgen welke vraagstukken moeten worden opgelost. Invite only, alleen kritische en constructieve denkers zijn welkom.

Vorige week was de eerste sessie over de Algoritme Accountant. Met KPMG, EZK en UvA, een panel met Deliveroo, Roamler, Randstad Go en Sjauf en 20 stakeholders in het publiek. Er waren mooie discussies, er kwam veel kennis en bijdragen uit het publiek, er werd met respect gesproken en er was de wil om te denken in oplossingen. Ik zie uit naar de volgende sessies. En overweeg ook om in 2020 deze serie door te zetten. Deze eerste en de volgende twee sessies worden mogelijk gemaakt dankzij de Universiteit Utrecht en Seats2Meet. Fijne week!

How Amazon automatically tracks and fires warehouse workers for ‘productivity’ – The Verge

How Amazon automatically tracks and fires warehouse workers for ‘productivity’ – The Verge

Een algoritme als baas werd voorheen gezien als ideaal.  Eerlijk, transparant, consequent, geen politiek en persoonlijk gedoe. Toch worden er steeds meer vraagtekens geplaatst of een algoritme als baas nu wel een wenselijk scenario is. Zo ook in dit stuk. “Workers are monitored and supervised by robots”. Interessant om te zien is dat we van een scenario van angst voor ‘robots taking our jobs’ naar ‘robots control our jobs’ gaan. Risico’s optie 1 waren zwaar overschat. Optie 2, zeker voor precaire workers, naar mijn mening zwaar onderschat.

De vraag is alleen: hoe oneerlijk is een algoritme als baas. Wat mij in veel tech discussies opvalt is dat de vergelijking gaat tussen de open, eerlijke en transparante wereld versus de wereld van tech. In dit geval van het algoritme. Probleem is dan ook: de wereld is niet eerlijk. Niet gelijk. En zeker niet transparant. De vraag die dan eigenlijk moet worden gesteld is: is een algoritme eerlijker of oneerlijker dan de huidige manier waarop op dit moment wordt gemanaged. En hoe kan dit worden geoptimaliseerd. En als blijkt dat het niet te optimaliseren valt: moeten we dan wel een algoritme willen?

Lees ook dit Twitter draadje van Bas van de Harterd, die helder en terecht vraagtekens zet bij de aanname dat het algoritmisch management van Amazon per definitie oneerlijk is. Een wetenschapper zou hebben gezegd: it depends….


When Workers Control the Code | WIRED

When Workers Control the Code | WIRED

Mooi artikel over platform cooperative voor thuisschoonmakers Up&Go.  Ik interviewde een van de initiatiefnemers vorige zomer in Londen. Een aantal wetenswaardigheden die bijdragen aan het succes van dit initiatief:

  1. Het is een markt die al was georganiseerd via coöperaties. De schoonmaaksters kenden elkaar, vertrouwden elkaar en waren dus al georganiseerd;
  2. Een app voor thuisschoonmakers is technisch relatief eenvoudig. Het is meer een uitgebreide planning, betaling en communicatie tool. Geen ingewikkelden (on demand) algoritmes;
  3. Up&Go is niet opgezet en gefinancierd vanuit de schoonmaak coöperaties, maar vanuit andere instituties die o.a. opkomen voor de belangen van de doelgroep van Up&Go. Ik ben er van overtuigd dat een platform coöperatie alleen succesvol kan zijn met hulp van anderen, zoals vakbonden;
  4. Er wordt door o.a. het Platform Coop Consortium gebouwd aan open source software, zodat technologisch gezien een stap om een eigen app te lanceren steeds kleiner wordt;

Het stuk eindigt als volgt: “The lesson here? If we want better gig labor, the hard part isn’t the code. It’s the social stuff—getting workers together to form a co-op and setting up rules for selling their labor and resolving disagreements. An app can help things along, but it’s humans who really change the world.”

De ‘hard part’ zal uiteindelijk bij dit soort meer eenvoudige marketplaces niet meer de app zijn. Ik ben het er alleen niet mee eens dat het moeilijkste het ‘social stuff’ is. Zeker niet bij bestaande coöperaties die doorgroeien naar een platform coöperatie. Het moeilijkste is ook, afhankelijk van de markt, om klanten mee te krijgen. Marketing en strategie. En dat is niet iets dat je eenvoudig kunt repliceren. En daar ligt de grootste uitdaging voor platform coops.

Sony launches a taxi-hailing app to rival Uber in Tokyo – TechCrunch

Sony launches a taxi-hailing app to rival Uber in Tokyo – TechCrunch

In deze nieuwsbrief heb ik al vaker het in mijn ogen businessmodel van Uber onder de loep genomen. Zie ook deze blog die ik publiceerde op Sprout.nl. Afgelopen week maakte Sony bekend een eigen app te lanceren in Tokyo. Sony werkt onder andere samen met 5 bestaande taxibedrijven en kan hiermee in één klap 10.000 taxi’s op de app aansluiten. Een mooi begin.

De markt in Japan is overigens best druk: “Its largest competition is JapanTaxi, a venture from the taxi industry that’s backed by Toyota among others, which claims 50,000 vehicles across Japan as a whole. Other rivals include chat app Line, which has offered taxi-hailing for years; Uber, which has been working on striking deals with taxi operators; and China’s Didi Chuxing, which operates a joint-venture with Uber investor SoftBank. Lyft has expressed an interest in Japan, where its investor Rakuten is a major name, but it has not expanded there yet.”

Dit voorbeeld laat zien dat het model met de hyperlokale netwerk effecten erg kwetsbaar is: de drempel voor nieuwe spelers is relatief laag. Zeker wanneer zij samenwerken met partijen die al aanbod op de markt hebben. Slimme zet.

What if Workers Owned Their Workplaces? | The Nation

What if Workers Owned Their Workplaces? | The Nation

Interessante blog voor wanneer je meer wilt weten over de kracht van coöperaties. “More and more, people who are developing coops to solve social problems are thinking at a bigger scale, and with more ambition,” Hoover says. “They’re thinking about…how do we leverage all the things that traditional businesses do, but for good?”

Platformeconomie – Houd rechten werknemer overeind – Me Judice

Platformeconomie – Houd rechten werknemer overeind – Me Judice

Lezenswaardig stuk over hoe platformen effect kunnen hebben op de verworven rechten van werkenden. Ik zeg expliciet kúnnen, aangezien het stuk slechts een klein deel van het platformwerk landschap meeneemt. En dat is een gemiste kans.

Ik ben voor mijn boek aan het nadenken over de verschillende categorieën platformwerk. De teller staat momenteel op 4:

  1. Gig economy: kleine klussen van 1 seconde tot een paar minuten. Dit soort klussen zijn alleen via een platform te vermarkten en op afstand uit te voeren;
  2. C2C (consumer to consumer) platformen voor persoonlijke dienstverlening;
  3. Marktplaatsen waar professionals hun online sales en marketing outsourcen, zowel voor werk op afstand (online) als werk op locatie (offline);
  4. Digitaal uitzendbureau;
  5. Platformen die (bestaande) flexibele schil van organisaties organiseren.

Dit artikel gaat voornamelijk over categorie 2: c2c. Het probleem met deze categorie is, ik meldde al eerder dat de wereld niet eerlijk en transparant is, dit een categorie is waar de eindklant (een consument) niet de prijs wil betalen waarvoor de aanbieder (ook een individu) een normaal loon, verzekering, pensioen, etc. kan betalen. Dit werk bevindt dit dan ook altijd al in de zwarte markt of is op manieren georganiseerd waar de zekerheden niet of onvoldoende zijn geborgd.

Een platform maakt hier geen groot verschil in. Een platform centraliseert deze veelal gefragmenteerde en (nagenoeg) onzichtbare markt (zie ook deze blog), waardoor er enkele voordelen vallen te behalen. Maar het feit blijft dat de klant geen normaal tarief wil betalen. Zie bijvoorbeeld thuisschoonmaak: geen enkele particulier wil 22 euro per uur betalen, maximaal 15. De enige manier om dit op te lossen is 1) het accepteren dat een
kwetsbare groep zich op de arbeidsmarkt begeeft of 2) de situatie erkennen en als overheid deze werkzaamheden subsidiëren. Zo heeft België het systeem van de dienstencheques en krijgen huishoudens in Scandinavië belastingvoordeel op thuis schoonmaak.

Uitdaging is natuurlijk wel dat platformen drempels verlagen waardoor zaken in de arbeidsmarkt die we liever niet hebben opeens kunnen groeien. Maar de kern van het probleem is vaak al langer bekend…

Eigen publicaties

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten. | ZiPconomy

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten. | ZiPconomy

Mijn blog uit de nieuwsbrief van vorige week: “In het Financieel Dagblad kondigden platformen Temper en Roamler de lancering van de stichting FreeFlex United aan. Een initiatief dat aan moet tonen dat platformen wél zorg dragen voor hun freelancers met verzekering en scholing. FreeFlex United wil ook een gesprekspartner worden richting externe stakeholders en als keurmerk voor het zelfreinigende vermogen van de branche staan. Wat is de exacte belofte? En wat zou de stichting allemaal kunnen doen? Platformexpert Martijn Arets maakt een analyse.”

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten.

In het Financieel Dagblad kondigden platformen Temper en Roamler de lancering van de stichting FreeFlex United aan. Een initiatief dat aan moet tonen dat platformen wél zorg dragen voor hun freelancers met verzekering en scholing. FreeFlex United wil ook een gesprekspartner worden richting externe stakeholders en als keurmerk voor het zelfreinigende vermogen van de branche staan. Wat is de exacte belofte? En wat zou de stichting allemaal kunnen doen? Ik maakte een analyse.

De lancering van Freeflex United bevat meerdere boodschappen: belangenvertegenwoordiging, een keurmerk, ambities rondom verzekering, pensioen en scholing en een nieuwe vorm van werken: Freeflex. In diezelfde volgorde zal ik deze stapdan ook duiden.

Belangenvertegenwoordiging en keurmerk

Met de groei van platformwerk en het aantal platformen was het hoog tijd dat de branche zich op de een of andere manier zou gaan organiseren. Met het aantal (willekeurige) rechtszaken van vakbond FNV en de voortdurende discussies over de verantwoordelijkheid van het platform vonden ondernemers het afbreukrisico simpelweg te groot om publiekelijk de handen ineen te slaan. Ook zagen zij voornamelijk verschillen met andere platformen. Zonde: hoewel platformwerk vele smaken kent (iets dat nog niet tot de politiek en vakbonden is doorgedrongen), zijn er genoeg overkoepelende mechanismes waar samenwerking voor alle partijen positief is. In essentie is het dus een goede zaak dat platformen nu het voortouw nemen. Ook een slimme zaak: je kunt als ondernemer beter de leiding nemen dan afhankelijk zijn van wat anderen voor je beslissen.

De vraag is wel hoe onafhankelijk de stichting (in oprichting) is. Onafhankelijk in het aannamebeleid van nieuwe leden (zijn concurrenten ook welkom?), maar ook onafhankelijk in het bestuur en controle van de stichting. Kort gezegd: gaat de slager zijn eigen vlees keuren? De eerder deze maand gelanceerde ‘Stichting MKB Financiering’ koos er bijvoorbeeld voor om vanaf de start geen marktpartijen in het bestuur op te nemen. En om deeltijd hoogleraar Corporate Finance Jaap Koelewijn aan te trekken voor de controle op naleving van de gedragscode. Een initiatief als FreeFlex United is (op de langere termijn) alleen serieus te nemen wanneer deze onafhankelijkheid is geborgd. Navraag leerde mij dat de stichting wel de ambitie heeft om externe experts in het bestuur aan te trekken, maar dat dit op dit moment nog niet het geval is.

Ook is onduidelijk wat voor soort platformen FreeFlex United wil vertegenwoordigen. Het FD artikel leert ons dat Uber en Deliveroo vooralsnog niet welkom zijn. Met de focus op freelance zou het ook zo kunnen zijn dat alleen platformen die alleen freelancers faciliteren, en dus niet uitzendplatformen, welkom zijn. Dit is een van de eerste zaken waar duidelijkheid nodig is.

De vraag die bij mij speelt is: zijn ze niet te vroeg gelanceerd. Met slechts twee platformen aan boord kun je van een vertegenwoordiging van de branche nog niet spreken. Ook is nog onduidelijk wat de ambities exact zijn: bij het verschijnen van het interview in het FD was de stichting (en de statuten) nog niet ingeschreven bij de KvK en 3 dagen voor publicatie was de domeinnaam nog even snel vastgelegd. Hoewel het FD een mooie plek is om te lanceren, is het voor niemand duidelijk waar FreeFlex United nu echt voor staat. En met onduidelijkheid gaan mensen zelf iets verzinnen, dat is een risico. Een gemiste kans. Maar geen reden om het initiatief op voorhand te veroordelen.

Een nieuwe vorm van werken: FreeFlex

Los van de rol als belangenbehartiger lanceerden de platformen ook tussen neus en lippen een compleet nieuwe werkvorm: FreeFlex. In het persbericht staat hier over het volgende: “….om van FreeFlex net zo’n gewaardeerde werkvorm te maken als vast werk. Zodat verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid, aansprakelijkheid en het opbouwen van een spaarpot voor later haalbaar is voor alle flexibele werkvormen.”

Platformen zijn altijd al goed geweest in het coinen van nieuwe categorieën, waarbij steevast de motivatie is dat de activiteit die het platform faciliteert voorheen nog niet bestond en daardoor niet binnen de bestaande hokjes past. Dat is dan ook exact wat Temper en Roamler hebben gedaan. Kijkend naar de website van Temper is het woord ‘Freelancer’ overal vervangen voor ‘FreeFlexer’ en is er een tv-commercial live gegaan die het leven van de FreeFlexer in beeld brengt. Op het altijd transparante Wikipedia is ook terug te vinden dat de content manager van Temper heeft geprobeerd deze nieuwe categorie in de online encyclopedie te krijgen. Leuke actie, maar een beetje doorzichtig.

Het is vanuit de platformen gezien slim om een nieuwe categorie te coinen. Ik had persoonlijk voor iets van FlexSecure gekozen. FleeFlex is een herhaling van twee woorden, terwijl de discussie toch echt gaat over hoe flexibiliteit en zekerheid (voor het individu en maatschappij) kan worden geborgd.

Met het coinen van een nieuwe categorie creëer je een blanco blad dat opnieuw beschreven kan worden. Het is de vraag in hoeverre andere stakeholders hier in meegaan in een tijd dat de discussie over vast versus flex nog in volle gang is. Ik ben zelf niet voor een nieuwe categorie. Een nieuwe categorie voor bijvoorbeeld platformwerkers betekent in de praktijk dat sommige platformwerkers er misschien wel iets op vooruit gaan, maar met het risico dat platformwerkers die al meer rechten hebben in deze nieuwe categorie worden gedumpt. Geen goed idee dus.

Het introduceren van een nieuwe term is verder wel een sympathieke manier om de manier waarop de werkenden, zij die in geen enkele discussie iets wordt gevraagd, hun leven indelen neer te zetten. Uiteraard gebaseerd op aannames: het is hoog tijd dat er (meer) onderzoek komt naar de motivaties van de zogenaamde ‘nieuwe generatie’ flexibele workers. Bizar dat die wens niet bij ieder debat over platformwerk bovenaan de agenda staat.

Ambities om meer voor de werkenden te doen

Laatste belofte is die om meer voor de werkenden te doen. Als branche in gesprek gaan met verzekeraars, opleiders en pensioen aanbieders om meer te kunnen doen voor de freelancer. Dit is natuurlijk een heikel punt in de platform discussie: platformen zeggen meer te willen doen voor de freelancer, maar zijn bang dat als zij dit doen als werkgever te worden weggezet. Temper profileert zich in het FD artikel dan ook als ‘digitale ruimte’. Eerder spraken zij over een ‘digitaal prikbord’. Vanuit juridisch perspectief begrijpelijk, maar in de praktijk is een platform natuurlijk veel meer dan een digitale versie van het prikbord in de supermarkt. Een platform is de marktmeester en bepaalt de regels. Iets dat ook zeker nodig is om zowel vraag als aanbod te kunnen bedienen, zonder interventie van het platform zal het platform ook nooit succesvol zijn voor haar gebruikers. Het platform is dus ook vanuit noodzaak marktmeester. Maar zeker geen digitale ruimte.

Als FreeFlex United zich écht in wil zetten voor de werkenden, dan wil ik ze uitdagen om de volgende projecten op te pakken:

  1. Maak een duidelijke, concrete en ook controleerbare code of conduct. Wat zijn de ambities, waar conformeren platformen zich aan die aansluiten, waar kunnen mensen terecht wanneer zij een vraag hebben, etc. Duidelijkheid in combinatie met een onafhankelijke audit maakt het verhaal geloofwaardig;
  2. Zet een onafhankelijk klachtenloket op waar freelancers en klanten met klachten terecht kunnen;
  3. Freelancers die op platformen werken bouwen een reputatie profiel op. Klanten waarderen hun werkzaamheden. Dit reputatie profiel is in sommige gevallen waardevoller dan een diploma. Zorg als stichting ervoor dat er standaarden in reputatie data komen, zodat freelancers hun reputatie score eenvoudig mee kunnen nemen naar andere platformen. En daarmee pas echt ‘free’ zijn om te werken waar zij willen;
  4. Stel voorwaarden aan de algoritmes die aangesloten platformen gebruiken om bijvoorbeeld discriminatie en uitbuiting (op basis van personal pricing) terug te dringen. Deze algoritmes moeten door een onafhankelijke ‘trusted 3rd party’ worden gecontroleerd. De algoritme accountant;
  5. Dwing alle platformen om een ‘exit by design’ scenario klaar te hebben liggen. Dat als het platform om welke reden dan ook stopt, de zekerheden voor stakeholders zijn geborgd. Een voorbeeld is een data coöperatie waar de data, ook de reputatie data, van gebruikers wordt geborgd. Dit zorgt voor een stuk continuïteit, onafhankelijk van het al dan niet succesvol zijn van het platform. Gebruikers zijn en blijven eigenaar van deze data. Bij lening crowdfunding is een soortgelijke exit strategie al verplicht, daar kan de platformwerk branche iets van leren;

Conclusie

Natuurlijk is het makkelijk om het initiatief bij de start te veroordelen voor de onduidelijkheid in ambities, de twijfelachtige manier waarop een nieuwe categorie wordt gecoind en de vraag hoe belangen van platformen én van freelancers in één stichting geborgd kunnen worden. CNV gaf bijvoorbeeld al aan dat het borgen van belangen van de werkenden niet te combineren is met het borgen van de belangen en intenties van platformen. En dat belangen behartigen van werkenden juist hun expertise is. Ik begrijp die reactie, maar ik zie dat niet zo zwart wit. En geloof al helemaal niet in een exclusief recht van vakbonden om belangen te behartigen.

Ik zie dit initiatief als een interessante eerste stap van een jonge branche om te verkennen hoe zij gezamenlijk de betrouwbaarheid en kwaliteit van een diverse sector kunnen verbeteren. Gaat ze dat lukken? Daar kunnen we nu over speculeren, maar pas over een jaar écht iets zinnigs over zeggen. En tot die tijd krijgen ze van mij het voordeel van de twijfel. Ik zal de ontwikkeling goed in de gaten houden en waar mogelijk het debat helpen op gang te brengen.

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten | EU wet flexwerkers niet van toepassing op platformwerkers | Moet de overheid een gedragscode maken voor algoritmes?

Goedemorgen! Vorige week, voor het paasreces, lanceerde twee klusplatformen het initiatief FreeFlex United. In het FD en op BNR mocht ik duiding geven over deze stap en vandaag publiceer ik een uitgebreide analyse in deze nieuwsbrief. Komende week staat de eerste (van drie) workshops gepland over de algoritme accountant. Het valt mij op dat dit onderwerp de laatste tijd steeds meer in de media voorbij komt. Maar dat kan ook aan mijn bias liggen 😉 Komende weken zal ik de uitkomsten van de sessie hier delen. Voor nu: fijne week!

Platforms komen met keurmerk voor ‘goed opdrachtgeverschap’ | Het Financieele Dagblad

In het Financieel Dagblad kondigden platformen Temper en Roamler de lancering van de stichting FreeFlex United aan. Een initiatief dat aan moet tonen dat platformen wél zorg dragen voor hun freelancers met verzekering en scholing, dat ook een gesprekspartner moet zijn richting externe stakeholders en als keurmerk voor het zelfreinigende vermogen van de branche moet staan. Wat is de exacte belofte? En wat zou de stichting allemaal kunnen doen? In dit artikel maak ik een analyse.

De lancering van Freeflex United bevat meerdere boodschappen: belangenvertegenwoordiging en een keurmerk, een nieuwe vorm van werken: Freeflex en ambities rondom verzekering, pensioen en scholing. In diezelfde volgorde zal ik deze stap dan ook duiden.

Belangenvertegenwoordiging en keurmerk

Met de groei van platformwerk en het aantal platformen was het hoog tijd dat de branche zich op de een of andere manier zou gaan organiseren. Met het aantal (willekeurige) rechtszaken van vakbond FNV en de voortdurende discussies over de verantwoordelijkheid van het platform vonden ondernemers het afbreukrisico simpelweg te groot om publiekelijk de handen ineen te slaan. Ook zagen zij voornamelijk verschillen met andere platformen. Zonde: hoewel platformwerk vele smaken kent (iets dat nog niet tot politiek en vakbonden is doorgedrongen), zijn er genoeg overkoepelende mechanismes waar samenwerking voor alle partijen positief is. In essentie is het dus een goede zaak dat platformen nu het voortouw nemen. Ook een slimme zaak: je kunt als ondernemer beter de leiding nemen dan afhankelijk zijn van wat anderen voor je beslissen.

De vraag is wel hoe onafhankelijk de stichting (in oprichting) is. Onafhankelijk in het aannamebeleid van nieuwe leden (zijn concurrenten ook welkom?), maar ook onafhankelijk in het bestuur en controle van de stichting. Kort gezegd: gaat de slager zijn eigen vlees keuren? De eerder deze maand gelanceerde ‘Stichting MKB Financiering’ koos er bijvoorbeeld voor om vanaf de start geen marktpartijen in het bestuur op te nemen. En om deeltijd hoogleraar Corporate Finance Jaap Koelewijn aan te trekken voor de controle op naleving van de gedragscode. Een initiatief als FreeFlex United is (op de langere termijn) alleen serieus te nemen wanneer deze onafhankelijkheid is geborgd. Navraag leerde mij dat de stichting wel de ambitie heeft om externe experts in het bestuur aan te trekken, maar dat dit op dit moment nog niet het geval is.

Ook is onduidelijk wat voor soort platformen FreeFlex United wil vertegenwoordigen. Het FD artikel leert ons dat Uber en Deliveroo vooralsnog niet welkom zijn. Met de focus op freelance zou het ook zo kunnen zijn dat alleen platformen die alleen freelancers faciliteren, en dus niet uitzendplatformen, welkom zijn. Dit is een van de eerste zaken waar duidelijkheid nodig is.

De vraag die bij mij speelt is: zijn ze niet te vroeg gelanceerd. Met slechts twee platformen aan boord kun je van een vertegenwoordiging van de branche nog niet spreken. Ook is nog onduidelijk wat de ambities exact zijn: bij het verschijnen van het interview in het FD was de stichting (en de statuten) nog niet ingeschreven bij de KvK en 3 dagen voor publicatie was de domeinnaam pas vastgelegd. Hoewel het FD een mooie plek is om te lanceren, is het voor niemand nu duidelijk waar FreeFlex United nu echt voor staat. En met onduidelijkheid gaan mensen zelf iets verzinnen, dat is een risico. Een gemiste kans.

Een nieuwe vorm van werken: FreeFlex

Los van de rol als belangenbehartiger lanceerden de platformen ook tussen neus en lippen een compleet nieuwe werkvorm: FreeFlex. In het persbericht staat hier over het volgende: “….om van FreeFlex net zo’n gewaardeerde werkvorm te maken als vast werk. Zodat verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid, aansprakelijkheid en het opbouwen van een spaarpot voor later haalbaar is voor alle flexibele werkvormen.”

Platformen zijn altijd al goed geweest in het coinen van nieuwe categorieën, waarbij steevast de motivatie is dat de activiteit die het platform faciliteert voorheen nog niet bestond en daardoor niet binnen de bestaande hokjes past. Dat is dan ook exact wat Temper en Roamler hebben gedaan. Kijkend naar de website van Temper is het woord ‘Freelancer’ overal vervangen voor ‘FreeFlexer’ en is er een tv-commercial live gegaan die het leven van de FreeFlexer in beeld brengt. Op het altijd transparante Wikipedia is ook terug te vinden dat de content manager van Temper heeft geprobeerd deze nieuwe categorie in de online encyclopedie te krijgen. Leuke actie, maar een beetje doorzichtig.

Het is vanuit de platformen gezien slim om een nieuwe categorie te coinen. Ik had persoonlijk voor iets van FlexSecure gekozen. FleeFlex is een herhaling van twee woorden, terwijl de discussie toch echt gaat over hoe flexibiliteit en zekerheid (voor het individu en maatschappij) kan worden geborgd.

Met het coinen van een nieuwe categorie creëer je een blanco blad dat opnieuw beschreven kan worden. Het is de vraag in hoeverre andere stakeholders hier in meegaan in een tijd dat de discussie over vast versus flex nog in volle gang is. Ik ben zelf niet voor een nieuwe juridische categorie. Een nieuwe categorie voor bijvoorbeeld platformwerkers betekent in de praktijk dat de platformwerkers er misschien wel iets op vooruit gaan, maar dan ook een categorie met meer rechten dan platformwerkers in deze nieuwe categorie worden gedumpt. Geen goed idee dus.

Het introduceren van een nieuwe term is verder wel een sympathieke manier om de manier waarop de werkenden, zij die in geen enkele discussie iets wordt gevraagd, hun leven indelen neer te zetten. Uiteraard gebaseerd op aannames: het is hoog tijd dat er (meer) onderzoek komt naar de motivaties van de zogenaamde ‘nieuwe generatie’ flexibele workers. Bizar dat die wens niet bij ieder debat over platformwerk bovenaan de agenda staat.

Ambities om meer voor de werkenden te doen

Laatste belofte is die om meer voor de werkenden te doen. Als branche in gesprek gaan met verzekeraars, opleiders en pensioen aanbieders om meer te kunnen doen voor de freelancer. Dit is natuurlijk een heikel punt in de platform discussie: platformen zeggen meer te willen doen voor de freelancer, maar zijn bang dat als zij dit doen als werkgever te worden weggezet. Ik vermoed dat platformen via deze stichting hun ervaringen en best practises zullen delen. Een variant kan zijn om deze zekerheden via de stichting te organiseren, waardoor het platform niet zelf de verantwoordelijkheid pakt. Ik zie dit als een onwaarschijnlijk scenario. Tweede variant kan zijn dat de stichting een ecosysteem op gaat zetten die voor freelancers het aantrekkelijker maakt om individuele verzekeringen, pensioenen en opleiding te organiseren. Gebruik maakt van de schaalvoordelen van het bundelen van massa van verschillende platformen. Een goede en slimme oplossing, al heeft het de voorkeur om de essentie van ons arbeidssysteem nu eens goed te organiseren. Maar tot die tijd moet je wat…

Temper profileert zich in het FD artikel dan ook als ‘digitale ruimte’. Eerder spraken zij over een ‘digitaal prikbord’. Vanuit juridisch perspectief begrijpelijk, maar in de praktijk is een platform natuurlijk veel meer dan een digitale versie van het prikbord in de supermarkt. Een platform is de marktmeester en bepaalt de regels. Iets dat ook zeker nodig is om zowel vraag als aanbod te kunnen bedienen, zonder interventie van het platform zal het platform ook nooit succesvol zijn voor haar gebruikers. Het platform is dus ook vanuit noodzaak marktmeester. Maar zeker geen onafhankelijke digitale ruimte.

Als FreeFlex United zich écht in wil zetten voor de werkenden, dan wil ik ze uitdagen om de volgende projecten op te pakken:

  1. Maak een duidelijke, concrete en ook controleerbare code of conduct. Wat zijn de ambities, waar conformeren platformen zich aan die aansluiten, waar kunnen mensen terecht wanneer zij een vraag hebben, etc. Duidelijkheid in combinatie met een onafhankelijke audit maakt het verhaal geloofwaardig;
  2. Zet een onafhankelijk klachtenloket op waar freelancers en klanten met klachten terecht kunnen;
  3. Freelancers die op platformen werken bouwen een reputatie profiel op. Klanten waarderen hun werkzaamheden. Dit reputatie profiel is in sommige gevallen waardevoller dan een diploma. Zorg als stichting ervoor dat er standaarden in reputatie data komen, zodat freelancers hun reputatie score eenvoudig mee kunnen nemen naar andere platformen. En daarmee pas echt ‘free’ zijn om te werken waar zij willen;
  4. Stel voorwaarden aan de algoritmes die aangesloten platformen gebruiken om bijvoorbeeld discriminatie en uitbuiting (op basis van personal pricing) terug te dringen. Deze algoritmes moeten door een onafhankelijke ‘trusted 3rd party’ worden gecontroleerd. De algoritme accountant;
  5. Dwing alle platformen om een ‘exit by design’ scenario klaar te hebben liggen. Dat als het platform om welke reden dan ook stopt, de zekerheden voor stakeholders zijn geborgd. Een voorbeeld is een data coöperatie waar de data, ook de reputatie data, van gebruikers wordt geborgd. Dit zorgt voor een stuk continuïteit, onafhankelijk van het al dan niet succesvol zijn van het platform. Gebruikers zijn en blijven eigenaar van deze data. Bij lening crowdfunding is een soortgelijke exit strategie al verplicht, daar kan de platformwerk branche iets van leren;

Conclusie

Natuurlijk is het makkelijk om het initiatief bij de start te veroordelen voor de onduidelijkheid in ambities, de twijfelachtige manier waarop een nieuwe categorie wordt gecoind en de vraag hoe belangen van platformen én van freelancers in één stichting geborgd kunnen worden. CNV gaf bijvoorbeeld al aan dat het borgen van belangen van de werkenden niet te combineren is met het borgen van de belangen en intenties van platformen. En dat belangen behartigen van werkenden juist hun expertise is. Ik begrijp die reactie, maar ik zie dat niet zo zwart wit. En geloof al helemaal niet in een exclusief recht van vakbonden om belangen te behartigen.

Ik zie dit initiatief als een interessante eerste stap van een jonge branche om te verkennen hoe zij gezamenlijk de betrouwbaarheid en kwaliteit van een diverse sector kunnen verbeteren. Gaat ze dat lukken? Daar kunnen we nu over speculeren, maar pas over een jaar écht iets zinnigs over zeggen. En tot die tijd krijgen ze van mij het voordeel van de twijfel en zal ik de ontwikkeling goed in de gaten houden en waar het debat helpen op gang te brengen.

EU law fixes minimum rights for ‘gig economy’ workers – BBC News

EU law fixes minimum rights for ‘gig economy’ workers – BBC News

De media was vorige week enthousiast over een nieuwe Europese wet die meer bescherming zou moeten geven aan platformwerkers. Het FD kopte: “Bedrijven zoals Uber en Deliveroo moeten flexwerkers meer garanties geven” Nu.nl volgde snel en ook in dit BBC artikel werd het volgende gemeld: “Casual and “on-demand” workers will now have better protections under EU law.”

Mooie stap zou je zeggen. Er is alleen één maar. En dat is dat deze wet niet op freelancers van toepassing is. En het merendeel van de kluswerkers, en al helemaal die voor Uber en Deliveroo werken, zijn freelancers. Deze wet heeft dus geen enkele invloed op platformwerkers. Sterker nog: je zou kunnen zeggen dat deze wet een slechte zaak is, aangezien precaire flexwerkers die wél onder deze wet vallen nu misschien wel ongewenst freelancer moeten worden.

Ik had hier nog een discussie over op Twitter met een van de onderzoekers van het Oxford Internet Institute die ook lid is van de ‘High-Level Expert Group on the Impact of the Digital Transformation on EU Labour Markets’. Zie zijn reactie hier onder. Ik heb het hele rapport nog niet gelezen, maar wat er op de pagina van de expert group staat is in ieder geval al erg interessant.


Overheid, maak een gedragscode voor algoritmes Het Financieele Dagblad

Interessant interview met Hannah Fry waarin ze pleit ” voor een toezichthouder die de intellectuele eigendom van algoritmes beschermt, maar er ook op toeziet dat de maatschappelijke voordelen opwegen tegen de nadelen.”

“Je kunt van de gemiddelde burger niet verwachten dat die zich in bayesiaanse kansberekening of datamodellering verdiept, of genoeg van computers weet om de achterliggende code op te zoeken en te analyseren of die netjes te werk gaat. Net zoals je niet kunt verwachten dat datawetenschappers zelf een gedragscode opstellen en zich daar dan ook allemaal aan houden. Dat moet echt van de overheid komen.”

De vraag over ‘accountability’ van algoritmes staat overigens ook centraal in de multi stakeholder workshop die ik aanstaande woensdag organiseer: de algoritme accountant. Komende weken zal in deze nieuwsbrief een verslag voorbij komen.

Curator verkoopt privacygevoelige gegevens – Investico

Curator verkoopt privacygevoelige gegevens – Investico

Dan kun je alles goed hebben geregeld met de data binnen jouw organisatie en dan….. ga je failliet en lapt de curator de regels aan zijn of haar laars. Natuurlijk kun je eenvoudig nu curator bashen, maar ik zie ook een verantwoordelijkheid in het ‘design’ van de organisatie die de data gebruikt. Uiteindelijk zou je jouw klanten ook moeten beschermen voor een dergelijk scenario. Ik heb al eerder gemeld dat ik over een concept aan het nadenken ben waar (digitale) bedrijven de klantdata in een losstaande entiteit, zoals een coöperatie, stallen en ook eigenaar van deze data blijven. Bij een faillissement staat deze los van de boedel en heeft de curator niets over deze data te zeggen. Dit moet uiteraard wel zo worden ingericht dan een incapabele curator dan niet alsnog een kopie van de database kan verkopen.

Uber IPO prospectus shows ride-hailing revenues stalled | Financial Times

Uber IPO prospectus shows ride-hailing revenues stalled | Financial Times

Interessante opsomming in de Financial Times aan de hand van de prospectus van Uber waaruit duidelijk wordt dat het model van Uber (en anderen) niet heel hoopvol is.

In de media

Platforms komen met keurmerk voor ‘goed opdrachtgeverschap’ | Het Financieele Dagblad

Artikel in het FD over de lancering van FreeFlex United waar ik wat duiding mocht geven en input leverde voor wat cases in het buitenland.

Item op BNR Nieuwsradio

Kort radio interview op BNR Nieuwsradio over het hier boven gedeelde FD artikel.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Waarom overheid zelf verantwoordelijkheid en dus de lead moet pakken in de platformeconomie | Uber bijna naar de beurs, maar gaan ze ooit winst maken?

Goedemorgen! Afgelopen week weer veel gesprekken gehad met verschillende stakeholders in de platformeconomie. Mooi om te zien hoe steeds meer mensen meer constructief in het debat lijken te gaan staan. Erkennen dat platformen ‘here to stay’ zijn, om vervolgens te gaan ontdekken hoe platformen voor hun belangen (publiek of business) een bijdrage kunnen leveren. Mooi is dat. En de eerste verkennende gesprekken gehad voor mijn agenda voor 2020. In November dit jaar loopt mijn parttime aanstelling bij de Universiteit Utrecht af, waardoor ik mij in het nieuwe jaar weer op nieuwe platform avonturen kan storten. Heb je suggesties? Reply dan op deze mail.

Komende week de laatste voorbereiding voor de workshop over ‘de algoritme accountant’ die ik op 24 april vanuit de Universiteit Utrecht bij Seats2Meet organiseer. Ik zie nu al uit naar de gesprekken. Voor nu: fijne week!

Uber plans global domination, but depends on just five cities for a quarter of its bookings.

Uber plans global domination, but depends on just five cities for a quarter of its bookings.

Binnenkort is het dan eindelijk zo ver: Uber gaat naar de beurs. Met de beursgang hoopt het bedrijf zo’n 10 miljard vers geld op te halen. Geld dat hard nodig is: het bedrijf maakte vorige jaar een paar miljard verlies en in de documenten rondom de beursgang is te lezen dat een winst er voorlopig (en misschien wel nooit) in zit.

Niet dat die onzekerheid voor investeerders een probleem is: Lyft heeft vergelijkbare papieren en die beursgang verliep aardig. Niet boven verwachting, maar aardig.

Ik ben eerder al ingegaan op waarom ik denk dat het Uber model kwetsbaar is. In dit artikel staan nog een aantal interessante wetenswaardigheden die de kwetsbaarheid van het model onderstrepen:

  • “About 24 percent of Uber’s bookings—all the money that customers pay through the app and in cash, including driver earnings—occur in just five cities: New York, Los Angeles, San Francisco, London, and São Paulo” (Uber is actief in 700 steden);
  • Dit maakt het bedrijf kwetsbaar, zeker omdat er geen zekerheid is dat regulering het aantal Uber’s in een stad of een minimum loon voor drivers de markt minder interessant zal maken voor Uber. Zo heeft de stad New York al een stop op de groei van het aantal ‘ride hailing’ taxi’s gezet;
  • “15 percent of the bookings pot comes from trips that begin or end at an airport. <> Airports are an easy place where public authorities can implement a fee on Uber rides to make up for the lost revenue.”

In de tussentijd scoort Uber wel punten bij trouwe chauffeurs. Bij de beursgang verdeeld het bedrijf zo’n 300 miljoen dollar (0,5% van de waarde van het bedrijf) onder 1,1 miljoen chauffeurs. Hoe meer ritjes je hebt gedaan, hoe hoger de bonus, die varieert van 100 tot 10.000 dollar. Een mooie stap, al is er ook kritiek: “The long-term model of driving for less than minimum wage after you pay the expenses for your car is not a model that a company can mask with a onetime bonus.”

Steden hebben geen idee over aantal rondrijdende Uber-taxi’s | Het Financieele Dagblad

Steden hebben geen idee over aantal rondrijdende Uber-taxi’s. En dat is een probleem wanneer je iets met beleid wilt doen. Kern van het probleem is dat een normale taxi onder het beleid en toezicht van de gemeente valt, maar diensten als Uber onder de ‘bel en bestel markt’. En dit valt weer onder Den Haag. Een probleem dat overigens in meerdere landen speelt: in de VS vallen apps als Uber en Lyft in de categorie ‘Transportation Network Company’ met een vergelijkbaar probleem als in Nederland.

Interessant is dat er veel wordt gekeken naar hoe dit juridisch te regelen. Dat is meestal een lange weg. De overheid zou ook op een andere manier te werk kunnen gaan. Men zou bijvoorbeeld die zwaar verouderde taxi meter (ik noem iets zwaar verouderd wanneer de auto fysiek naar een garage moet voor een update en data niet goed op afstand kan worden uitgelezen) kunnen vervangen voor een taxi meter app. Dit zou voor steden perfect inzicht geven in het aantal taxi’s in hun stad, maar ook hoe zij zich gedragen, wat de patronen in ritjes zijn, wanneer zij een aanvulling zijn op gebrekkig Openbaar Vervoer en meer. Daarnaast zou de data, uiteraard geanonimiseerd, als common terug kunnen worden gegeven aan de samenleving. Zo kan iedereen die een eigen taxi app wil starten gebruik maken van deze data.

Deze taxi meter app zou dan ook veel beter dan nu de registratie van bijvoorbeeld gewerkte uren kunnen weergeven. Iets dat nu relatief eenvoudig is te omzeilen door voor meerdere aanbieders te rijden. Uiteindelijk moet de overheid een meer leidende rol in deze ontwikkeling nemen. Door onder andere te gaan voor een platform onafhankelijke handhaving strategie. Samenwerken met platformen is belangrijk en fijn, maar uiteindelijk moet je daar niet afhankelijk van zijn.

‘Start-up die online bezorgplatformen connect, krijgt 3 miljoen funding’

‘Start-up die online bezorgplatformen connect, krijgt 3 miljoen funding’

Leuk al die nieuwe bezorgdiensten, maar voor restaurants wordt het onwerkbaar wanneer zij met 3 verschillende iPads op de balie hun bestellingen moeten zien binnenkomen. Ik las eerder al van restaurants die gewoon 1 iemand in dienst hadden die alle bestellingen van bestel platforms managede. Gekkenhuis natuurlijk. De startup uit dit artikel heeft een oplossing gemaakt waardoor alle online bestellingen via 1 portal lopen. Slim.

Hoe is dit voor de platforms zelf? Ik denk alleen maar goed: zij hebben er ook belang bij dat de bestellingen goed worden opgevolgd en een landschap met meerdere aanbieders is voor nu zoals het is. Wel maakt dit de markt toegankelijker voor nieuwe spelers: als nieuwe speler hoef je immers alleen je toegang tot deze partij te regelen en daarmee kun je heel eenvoudig nieuwe restaurants aan je netwerk toevoegen. Ook zal het voor restaurants makkelijker moeten worden om de bestel flow van bestellingen via de eigen website te organiseren.

Minder happig zullen dit maaltijd bezorg platformen zijn op een dergelijke service aan de klant kant. Want dan gaat het klant contact naar de overkoepelende app en je klantcontact uit handen geven, dat wil natuurlijk geen enkel bedrijf. Dat is ook de reden dat ik niet verwacht dat er op korte termijn een app komt die voor de klant toegang ontsluit naar verschillende apps.

Platforms moeten evolueren langs de as van menselijke waarden

Platforms moeten evolueren langs de as van menselijke waarden

In dit opiniestuk wordt gepleit voor een eerlijkere platformeconomie. “De toekomst is niet aan het internet der dingen, maar aan een extranet van mensen: een mensgericht platform met werkgeluk als bottomline. Als ook de Ubers en Deliveroos dat gaan inzien en hun platforms verbeteren naar een 4.0-versie, krijgen we een socialere en betere wereld, waarin geluk bovendien evenwichtiger is verdeeld.”

Natuurlijk ben ik ook voor een eerlijke(re) wereld, maar in dit stuk wordt de kern van het probleem achterwege gelaten. Om te beginnen is het wel wat vroeg om een definitief oordeel te vellen over de impact van de huidige generatie platformen op ons werkgeluk. SEO Economisch Onderzoek berekende vorig jaar dat 0,4% van het werk via platformen loopt. Niet bepaald een percentage waar je veel impact mee kunt maken.

Het probleem met platformen ligt niet bepaald in de categorie die een schaarse ‘unique skilled’ worker faciliteert. De fotograven van platform coöperatie Stocksy hebben unieke skills en kunnen een veel hoger tarief vragen dan hun collega stock fotograven. Stocksy is daarmee een uniek, maar niet heel makkelijk repliceerbaar model. De aandacht zou juist moeten gaan naar platformen die de meer ‘commodity’ labour faciliteren. Dit is van oudsher een kwetsbare groep. En platformen kunnen dit versterken.

En de laatste aanvulling: in het stuk wordt gezegd: “Als ook de Ubers en Deliveroos dat gaan inzien <> krijgen we een socialere en betere wereld” Ik denk dat de wens dat bedrijven zelf die shift gaan maken naar een utopisch scenario redelijk naïef is. Door deze wens bij bedrijven neer te leggen, loop je als samenleving voor die verantwoordelijkheid weg. En dat is een gemiste kans. Om het politiek correct uit te drukken…

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe GDPR ‘reversed engineering’ van algoritmes mogelijk maakt | De opkomst van (personal) dynamic pricing | Waarom een ‘exit by design’ scenario een platform een betrouwbare partner maakt

Goedemorgen! Afgelopen week vanwege griep (of iets in die richting) een versnelling lager gedraaid, maar desondanks in een paar erg interessante sessies mogen participeren. Mooi om te zien hoe platformeconomie zich beter gaat verhouden t.o.v. bestaande structuren. En dat stakeholders steeds constructiever in het debat komen te staan. Dat geeft de burger moed 😉 Deze week weer een aantal interessante artikelen verzameld en ook de Engelse versie van mijn vorige week gedeelde betoog over de toekomst van werk online gezet. Fijne week!

Why Uber must give its drivers the right to all their data

Why Uber must give its drivers the right to all their data

Data is macht. Vooral wanneer je data van vele kunt combineren. Want al hebben veel platformen een lokaal netwerk effect hebben, met de verzameling data van alle individuele gebruikers heb je een flinke voorsprong op de rest. Je kunt chauffeurs efficiënter inzetten, je kunt je prijs mechanismen veel beter op de markt toepassen dan een ander en ga zo nog maar even door.

Twee edities geleden deelde ik al een artikel over een groep Uber chauffeurs in de UK die op basis van AVG/GDPR meer data van Uber terug wilde dan dat het bedrijf nu geeft. Waar het stuk op neerkwam is dat je met alle data van chauffeurs algoritmes via ‘reverse engineering’ uit kunt pluizen. In dit geval ging het om meer data te hebben om bewijslast rondom de werkgever rol van het platform te kunnen claimen.

In dit stuk is de auteur zelf in zijn Uber data gedoken. “We did at least get some data, however, including trip details such as pick-up and drop off locations as well as fares paid. With this, I was able to use Uber’s own open source analytics tools to visualise my data. I could map my journeys through the city and colour code by speed and identify locations of the starting points of the most valuable trips.”

Het is niet verrassend dat platformen liever niet te veel data weggeven, het zal de komende maanden en jaren moeten uitwijzen hoeveel data zij verplicht zijn af te geven.

Om de chauffeurs meer te empoweren zullen zij zich moeten verenigen om die individuele data ook tot waardevolle analyses te laten leiden. Het is de vraag of chauffeurs dit zelf gaan doen, of dat er nieuwe initiatieven in dit ‘gat’ springen om hen hier bij te helpen. In dit artikel wordt bijvoorbeeld de ‘Worker Info Exchange‘ aangehaald. “Worker Info Exchange is a non profit organisation dedicated to helping workers access and gain insight from data collected from them at work usually by smartphone.” Waanzinnig interessante ontwikkeling. Het zou mooi zijn als in dit soort initiatieven ook de waarden en belangen van degenen die hun data leveren worden geborgd, door bijvoorbeeld het opzetten van een data coöperatie.

Kort gezegd: er zullen steeds meer manieren komen voor gebruikers van platformen om hun data te krijgen en om via een of andere constructie deze van vele gebruikers te verzamelen, om vervolgens het collectief te empoweren.

Hier ligt ook een rol en belang voor overheid. Ten eerste heeft de overheid data nodig om beleid te kunnen voeren en evalueren. In New York moeten platformen als Uber verplicht hun data afstaan. Met resultaat:  “New York authorities crunched the data this year to figure out that 85 per cent of app drivers were earning below the minimum wage while the city became more congested with underutilised vehicles. This prompted the city’s mayor, Bill De Blasio, to mandate an earnings floor of $17.25 for every driver, which has had the dual effect of halting exploitation and easing congestion.”

Maar wat nu als je dit niet per wet geregeld krijgt? Dan zou het samenwerken met, participeren in of initiëren van zo’n data initiatief natuurlijk geen verkeerde stap zijn. Daarnaast kan ook overheid creatief nadenken. Men zou bijvoorbeeld de inefficiënte taxi meter kunnen vervangen voor een taxi meter app die iedere 5 seconden checkt of de chauffeur van de vergunning ook wel echt achter het stuur zit. Deze app kan parallel lopen aan die van bijvoorbeeld Uber en alle data opslaan en geanonimiseerd delen. Vervolgens kan overheid deze data als een common aan de chauffeurs teruggeven, zodat er weer een meer gelijk speelveld ontstaat.

Genoeg mogelijkheden dus. Nu tijd voor ambitie en actie.

Microsoft announces it will shut down ebook program and confiscate its customers’ libraries / Boing Boing

Microsoft announces it will shut down ebook program and confiscate its customers’ libraries / Boing Boing

“Microsoft has a DRM-locked ebook store that isn’t making enough money, so they’re shutting it down and taking away every book that every one of its customers acquired effective July 1.”

Heel mooi die digitale diensten en boeken, maar wie zegt dat het e-boek dat je vandaag koopt over 25 nog beschikbaar en leesbaar is? Of 50? Of 100? Tegenlicht maakte er in 2014 al een mooie aflevering over: “digitaal geheugenverlies“. Hoe zorg je er voor dat toegang tot digitale bestanden geborgd blijft.

In dit artikel wordt gesproken over het sluiten van een e-boek programma van Microsoft. Gebruikers krijgen netjes hun geld terug, maar daar houdt het dan ook wel bij op. Het is een probleem dat we de komende jaren nog veelvuldig zullen zien. Er wordt een hoop geëxperimenteerd, start-ups komen en gaan, maar als jij als gebruiker jouw data in het platform zet, hier waarde opbouwt en het platform stopt vervolgens. Dan ben je dit kwijt.

Voordat ik over oplossingen begin, wil ik het eerst nog hebben over het probleem. Voor gebruikers is het probleem duidelijk. Platform workers bouwen reputatie data op en klantcontacten via een platform. Het platform stopt en al hetgeen de worker heeft opgebouwd is weg. Maar ook voor start-ups is dit een probleem. Want wat als je dit als gebruiker nu al drie keer hebt meegemaakt? Dan denk je nog wel eens goed na voordat je weer in zee gaat met een nieuw initiatief. Het risico is te groot. Zeker wanneer je voor je dagelijkse zaken van de dienst afhankelijk bent. Zeker ook als je een bedrijf bent.

Daarom lijkt mij het goed om het de komende tijd verder na te denken over ‘exit by design’ constructies. Dat je bij de lancering van je dienstverlening al hebt nagedacht wat er gebeurt met klant data en gegevens mocht je er, om welke reden ook, mee stoppen. De gedachte heb ik uit de crowdfunding hoek. Als een lening crowdfunding platform vandaag stopt, dan ligt er nog een verplichting om 4 jaar lang de afhandeling van leningen door te zetten. Maar wat als het platform nu failliet is? Dan is er ook geen geld om dit proces te faciliteren. Bij lening crowdfunding was het al een vereiste dat het geld van de crowd op een aparte (derdengelden) rekening staat, zodat deze niet onder de boedel valt bij een faillissement. Nu wordt er vereist (of binnenkort) dat er in die aparte entiteit ook geld of een gegarandeerd inkomstenmodel zit die los van het platform voor deze afhandeling zorgt.

Het zou goed zijn om dit door te trekken naar andere platformen. Dat als een platform stopt de belangen en data van gebruikers voor zeg 10 jaar zijn geborgd in een aparte entiteit met aparte funding. Misschien zou het goed zijn voor platformen om dit gezamenlijk op te zetten. Je hoeft immers het wiel niet allemaal uit te vinden en zo kun je ook wat risico spreiding doen.

Iets om de komende tijd wat verder over door te denken…

Uber Charges More If They Think You’re Willing To Pay More

Uber Charges More If They Think You’re Willing To Pay More

“Ever try and get an Uber at rush hour and find that prices have surged? Or see the price of an Uber change within minutes? Well, thanks to AI and data it’s because the app assumes you’ll pay the surged price. And you know what? We usually do.”

Als ik met economen over de platform economie praat dan is er één onderwerp waar zij heel enthousiast over worden: de mogelijkheid om op basis van data de beprijzingen van diensten dynamischer te maken. Natuurlijk is dit niet nieuws. Ik weet dat ik bij sommige webshops wanneer ik vanaf mijn MacBook bestel meer betaal dan wanneer ik dit zou doen vanaf een Windows machine. En de locatie van mijn IP adres ook invloed kan hebben op de prijs. En hoe vaak ik de website al heb bezocht. En…..

En toch wordt ‘dynamic pricing’ nog redelijk basaal ingezet. In de platformeconomie zie ik een verschuiving komen. Hoe werkt het bijvoorbeeld bij Uber? “It works through Algorithmic Pricing, which determines what price to deliver based on different variables like your location, time of day, traffic patterns and even your user history with Uber. This data is collected, and the algorithm predicts the top price that you are most likely willing to pay. This “willingness to pay” algorithm can determine how likely you are to agree to the price of the ride at the current time. The results of the determining get incorporated into demand predictions by micro-segments and ultimately determines what price to set the ride at each time.”

Nieuw is dus dat er heel veel historische data van jou is, zodat het platform weet onder welke omstandigheden jij bepaalde prijzen wel of niet hebt geaccepteerd. Niels van Doorn deelde ook eerder zijn ervaringen in Berlijn en New York over Deliveroo die ook experimenteert met dynamische prijzen, of beter gezegd: personal pricing, voor maaltijd koeriers.

Is dit een slecht iets? In principe gaat het natuurlijk om een soort van perfectionalisering van marktwerking en de balans tussen vraag en aanbod. Maar omdat het zo op de persoon gaat, denk ik wel dat het goed is om bepaalde gedragscodes op te zetten en een grens te zetten tot hoe ver je hier mee kan en mag gaan. Omdat zeker wanneer je als vrager of aanbieder een afhankelijkheidspositie hebt ten opzichte van het platform er een gevaar ligt dat er een race to the bottom ontstaat. En dat is op de lange termijn voor niemand goed.

Self-driving car technology could radically change how we interact in public spaces

Self-driving car technology could radically change how we interact in public spaces

Mooi en lezenswaardig stuk een goed beeld geeft bij de vragen die we ons als samenleving nog moeten stellen in een (mogelijke) transitie naar autonoom vervoer. Veel voorspellingen worden doorgaans vanuit een redelijk tech optimistisch perspectief gebracht, maar stukken als deze laten zien dat er meer is dan alleen efficiency en technologie en dat zijn al die lastig te vangen maar oh zo belangrijke sociale bij effecten van die technisch gezien inefficiënte chauffeur of conducteur.

Eigen publicaties

What will our working life look like in 2040?

What will our working life look like in 2040?

Mijn betoog dat ik twee weken geleden op het ‘Festival voor Modern Werkenden’ gaf over hoe ik de toekomst van werk (en dan vooral de weg daarheen) zie is nu ook in het Engels beschikbaar.

Call for Papers Reshaping Work

Call for Papers 2019 — Reshaping Work Conference 2019

Call for Papers 2019 — Reshaping Work Conference 2019

Op 24 en 25 oktober 2019 vindt de derde editie van het ‘Reshaping Work’ congres plaats. Het enige congres waar alle disciplines bij elkaar komen om elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren. Onderdeel van het congres is een serie paper presentations. De call for papers wil ik hier graag onder de aandacht brengen. Een mooie manier om als onderzoeker jouw onderzoek onder de aandacht te brengen bij een interessante doelgroep en een goed excuus om naar een zeer interessant congres te gaan.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Nieuw rating systeem voor platformen gelanceerd | Waarom het Uber model verre van af is | Waarom je cijfers niet blind moet geloven | Podcast tip: Technopolis

Goedemorgen! Vorige week mocht ik voor een sessie bij TNO over ‘geo-political challenges to the digital economy’ een introductie over platformeconomie geven. Daar mooie discussies gehad, mijn slides vind je hier. Ook bij een bijeenkomst van de Werkvereniging een betoog mogen houden rondom de vraag hoe het leven van de werkenden er in 2040 uit ziet. Hoewel niemand in de toekomst kan kijken deed ik een voorzet, maar lag bij mij de focus vooral op de weg daarnaartoe. Mijn betoog lees je hier terug. Vorige week was ook de week van de eerste beursgang van een platformbedrijf in 2019: Lyft. Hoewel je tussen de regels door kunt lezen dat er een flinke kans is dat het bedrijf nooit winst zal maken, steeg de koers van het voor 21,6 miljard euro gewaardeerde bedrijf in korte tijd met 21 procent. Iedereen die nu nog zegt dat er te weinig risico kapitaal in de markt is, die is gek 😉 Fijne week!

Listen to Technopolis, the New Podcast from CityLab

Listen to Technopolis, the New Podcast from CityLab

“The podcast on how technology is disrupting, remaking, and sometimes overrunning our cities. Hosted by Molly Turner and Jim Kapsis.”

Platformen die een impact hebben op een stad. Het aantal voorbeelden is er intussen in overvloed: Airbnb, Uber, Mobike, Felyxz, Bird en ga zo nog maar even door. Waar veel van dit soort platformen vroeger liever om vergeving dan om toestemming vroegen, zie je dat de aanpak van vandaag een stuk anders is. Ik zeg ook wel eens: misschien moeten we Uber dankbaar zijn op de manier waarop zij oorspronkelijk in Europa aan de slag zijn gegaan. Door zich als een olifant in een porseleinkast te hebben gedragen, zijn beleidsmakers (iets) beter voorbereid op dit soort acties én hebben startup ondernemers geleerd dat het in gesprek gaan met (lokale) overheden soms toch een betere strategie is. Uiteindelijk ben je van hen afhankelijk en een jarenlang getouwtrek kost niet alleen veel energie en geld, maar schrikt ook investeerders af. Ook zij vinden duidelijkheid, ook al is het niet het antwoord dat je wilde hebben, belangrijk. Onduidelijkheid is een risico en bij afhankelijkheid van beleidsmakers kan onduidelijkheid resulteren in het plotsklaps sluiten van jouw business.

Er is een trend gaande dat we vooral naar Europa kijken wanneer we het hebben over technologie en publieke waarden. Gelukkig is het niet zo zwart wit. Via via kwam ik de podcast serie Technopolis op het spoor. Gemaakt door o.a. Molly Turner, de eerste public policy medewerker van Airbnb destijds. Intussen geeft ze les op Berkeley. Met pakkende onderwerpen als ‘Disruptor City’, ‘Backlash City’ en ‘Venture-Backed City’ word je iedere keer in een half uurtje meegenomen in interessante vraagstukken en cases. Een aanrader.

New rating system highlights best and worst digital platforms for workers’ conditions | University of Oxford

New rating system highlights best and worst digital platforms for workers’ conditions | University of Oxford

“University of Oxford academics have published the world’s first-ever rating system for working conditions in the digital economy.”

Hoe kun je platformen bewegen om goed te doen voor hun aanbieders? Dat moeten de onderzoekers van het Oxford Internet Institute hebben gedacht toen ze dit project bedachten. Volgens een uitgebreide methode worden klusplatformen beoordeeld, zodat voor iedereen duidelijk is wat de condities voor de aanbieders is.

De principes:

  1. Fair Play
  2. Fair Conditions
  3. Fair Contracts
  4. Fair Management
  5. Fair Representation

Hier lees je meer over de principles en de gebruikte methodologie.

De vraag is natuurlijk: heeft dit zin? Dat moet de tijd gaan uitwijzen, maar hier onder alvast wat gedachten:

  • Op het moment dat er meerdere platformen in een markt actief zijn en zeker wanneer het aanbod schaars is, moet je je als platform onderscheiden. Een keurmerk of goed cijfer van Fairwork kan hier bij helpen om workers aan te trekken;
  • Voor platformen met een consument als klant zal dit vermoed ik niet zoveel uitmaken. Consumenten gaan veelal toch voor het beste aanbod en als een eerlijk alternatief beschikbaar is, maar met een hogere prijs, dan zal slechts een kleine groep de afweging maken;
  • Voor platformen met een business als klant zie ik meer kans. Zij zijn gevoelig voor dit soort keurmerken en het is fijn, zeer in landen waar vakbonden en CAO’s de standaard zijn, om te weten dat ook voor de workers die je inhuurt via het platform alles goed is geregeld. Natuurlijk zijn er altijd bedrijven die het geen bal uitmaakt (laten we eerlijk zijn), maar zeker in landen waar ‘fair work’ als default geldt, kan dit een positieve impact hebben;
  • Overheden kunnen ook het Fairwork label meenemen in de voorwaarden voor een platform om in het land of de stad waar zij de controle over hebben te mogen opereren. Wanneer het lukt om dit label tot een standaard te krijgen, dan zie ik hier zeker mogelijkheden in.

Wat ook interessant is, is dat de Fairwork Foundation zich ook als een soort vakbond heeft opgeworpen:

“In discussion with Fairwork, the NoSweat platform has introduced significant changes in all five areas of fairness. It now has a formal policy to pay over the South African minimum wage after workers’ costs are taken into account, and it has a clear process to ensure clients on the platform agree to protect workers’ health and safety and for workers to lodge grievance about conditions.”

Lees ook dit stuk over de situatie in India.

Ben benieuwd hoe dit zich verder gaat ontwikkelen. Uiteindelijk zullen ze in ieder land ambassadeurs moeten zoeken die een aantal platformen mee krijgen om het label te voeren, zodat dit de standaard van het land wordt. En daarmee andere platformen en beleidsmakers meekrijgen. Ik ga het volgen.

The new commute – JWT Intelligence

The new commute – JWT Intelligence

In deze nieuwsbrief spreek ik al sinds tijden over de beperking van het ‘ride hailing’ (taxi via een app) model. Twee weken geleden nog in dit artikel op Sprout.nl. En de voorspelling dat dit soort aanbieders de transformatie tot een totaaloplossing voor mobiliteit zullen inzetten of hun businessmodel willen diversificeren. In dit artikel komen een aantal aardige voorbeelden voorbij.

Over de wens om dé entry app te worden voor mobiliteit: “Apps dedicated to a single avenue of ridesharing are becoming a thing of the past as consumers look for a more seamless and diversified travel experience across public and private services.” In dit stuk komen ook een aantal varianten van andere business modellen voorbij: van betalen per trip naar een ‘all you can travel’ totaalpakket.

Over het diversificeren lees je dit: “Some platforms are taking it a step further, expanding beyond transportation altogether into daily services. In Southeast Asia, the taxi-hailing platform Grab has risen to an “everyday super app” by partnering with other businesses to offer lifestyle services including package delivery, grocery shopping and food delivery. They’ve even added GrabPet beta service in Singapore, an on-demand pet-friendly transportation option that offers pet-trained drivers and pet insurance. Grab’s Indonesian competitor Go-Jek branches wider still, offering an online ticket platform for local events, medical prescription services and even an at-home personal stylist.”

Wat kun je van dit artikel leren? Dat het model van bijvoorbeeld een Uber nog lang niet is uitontwikkeld, dat we de komende jaren nog veel experimenten en varianten voorbij zullen zien komen en dat het echt nog wel even duurt voordat we weten of dit soort modellen levensvatbaar zijn, zeker met de enorme bedragen die er mee zijn gemoeid.

Marco Derksen on Twitter: “mijn statistieken voor Airbnb maar weer eens geupdate”

Marco Derksen on Twitter: “mijn statistieken voor Airbnb maar weer eens geupdate”

Marco Derksen (check zijn blog!) deelde onderstaande tabel afgelopen week waarin Airbnb wordt weggezet tegen de traditionele spelers. Een indrukwekkend verhaal: een bedrijf van 10 jaar oud heeft meer dan 6x zoveel kamers dan de nummer 2 op de lijst, is actief in 191 landen, een waardering van 53 miljard en doet dit ook nog eens met een stuk minder mensen dan de concurrentie. Indrukwekkend, maar het is wel altijd goed om kritisch naar cijfers te kijken. Want als je dat doet, dan kun je een flinke kanttekening bij dit verhaal plaatsen. Ik pik er twee uit:

Aantal kamers

Airbnb biedt volgens deze tabel 6 miljoen kamers aan. Er is wel een grote ‘maar’: deze kamers zijn niet 365 dagen per jaar beschikbaar. Iets dan bij de andere aanbieders in het rijtje wel het geval is. Wanneer je een eerlijke vergelijking wilt maken, zul je dit dus gelijk moeten trekken naar het aantal fulltime beschikbare kamers. Zeg dat van die 6 miljoen kamers die worden aangeboden de helft ook echt actief beschikbaar is. Er is in een bestand van een platform namelijk ook altijd erg veel vervuiling. En zegt dat die helft gemiddeld 2 maanden per jaar beschikbaar is. Dan kom je uit op 500.000. Alsnog indrukwekkend, maar niet genoeg voor een plek in de top 5.

Aantal medewerkers

Airbnb heeft heel veel minder medewerkers dan een gemiddeld hotel. Dat is ook logisch: waar een hotel mensen in moet huren voor communicatie, receptie, onderhoud, schoonmaak en meer, verlegt Airbnb deze kosten naar de aanbieders. Die dit vervolgens of zelf regelen, of uitbesteden aan een tussenpartij. Ook dit vergelijk is dus onvolledig. Dit zie je ook bij autodeel platformen als SnappCar: een verhuurbedrijf heeft mensen in dienst voor de communicatie, overdracht en schoonmaak, maar bij SnappCar wordt dit door de aanbieders gedaan. Dan is het logisch dat een platform een fractie van het aantal medewerkers heeft dan een traditioneel georganiseerde concurrent.

Conclusie

Natuurlijk zijn de metrics van platform bedrijven indrukwekkend, maar het is en blijft belangrijk om kritisch te zijn bij dit soort rijtjes, aangezien zij niet het hele verhaal vertellen.

Eigen publicatie

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Seats2meet

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Seats2meet

Voor een sessie op het ‘Festival voor Modern Werkenden’ op 29 maart 2019 mocht ik, net als Pierre Spanninks en Saskia Nijs, in een pitch van 5 minuten de gasten een kijkje in de toekomst van werk geven. Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? Wat zijn de grootste uitdagingen en kansen? En wat moet de belangrijkste taak van de Werkvereniging zijn om modern werken, leven en leren te ondersteunen.

Erg leuk om hier over te filosoferen. Filosoferen, want iedereen die zegt te weten hoe 2040 er uit ziet, die liegt dat ie barst 😉 Ik heb dan ook geen voorspelling, maar een wens voor de 2040 uitgesproken, maar vooral ook een boodschap hoe we hier terecht moeten komen. Want ook al klinkt 2040 comfortabel ver weg, het vrijwaart jou niet om nog langer je kop in het zand te steken.

Ik besloot om mijn verhaal over de toekomst als betoog op te schrijven. Hier het resultaat.

Boek

Door auteur Patrick Petersen werd ik even geleden gevraagd om een bijdrage te doen over platformeconomie in de nieuwe editie van het ‘Handboek E-commerce‘. Afgelopen week viel het eindresultaat op de deurmat. Het is een mooi en compleet boek geworden.


Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.