Goedemorgen! Afgelopen week weer mooie discussies gehad bij het ESB Economen café en een besloten ronde tafel met werknemers en werkgevers organisaties over de toekomst van de kluseconomie. Altijd goed om dit soort ontwikkelingen vanuit verschillende perspectieven te bekijken. En weer meters met mijn boek gemaakt. Ik ben op stoom. Mocht ook wel eens 😉 Deze week weer wat interessante stukken verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Veel leesplezier en mooie week!

‘I’m really struggling’: Facing pay cuts, some ride-hailing drivers prepare to strike – Los Angeles Times

‘I’m really struggling’: Facing pay cuts, some ride-hailing drivers prepare to strike – Los Angeles Times

Hoewel Uber voor de klant nog steeds een waanzinnige oplossing en verbetering is ten opzichte van wat er was, lukt het het bedrijf maar niet om de organisatie aan de aanbod (riders) kant goed te organiseren. Het lijkt dat chauffeurs steeds vaker in staat zijn om zich te organiseren, het is de vraag hoe sterk Uber zich houdt. Waarschijnlijk nog wel even, in ieder geval tot na de beursgang.

Wat is hier nu de kern van het probleem? Een aantal zaken. Hier kunnen we van leren wanneer we nadenken hoe een inclusieve platformeconomie er idealiter uit zou moeten komen te zien. Niet alleen vanuit een maatschappelijk, maar ook vanuit een business perspectief. Een platform kan namelijk alleen goed functioneren wanneer het waarde toevoegt voor alle gebruikers. Of een groep gebruikers zo klem heeft dat ze geen kant op kunnen, maar dat is in de kluseconomie bij nagenoeg geen enkel platform het geval.

Ten eerste: platformen zijn erg goed om gebruikers tegen met voorwaarden (zoals lage commissies en hoge verdiensten) binnen te halen. Wat er daarna gebeurt: dat weet niemand. Er zijn platformen die bijvoorbeeld hun commissie altijd op een zelfde niveau houden (ik begreep dat Booking.com dit doet), maar het komt vaker voor dat platformen in de loop van de tijd dit percentage verhogen. Natuurlijk is het niet een gegeven dat dit onterecht is: het kan zijn dat blijkt dat de operatie van het platform meer kost dan verwacht, maar het is wel een variabele waar je als aanbieder geen controle over hebt. Ik zou liever zien dat platformen meer transparant zijn over hun voorwaarden en bijvoorbeeld ‘by design’ inbouwen dat een percentage en verdiensten per kilometer bijvoorbeeld maximaal één keer per jaar een x-aantal procent mag veranderen. Dan geeft je gebruikers beter de kans op zelf de keuze te maken om wel of niet met het werken voor (of beter gezegd: via) de app door te gaan.

Ten tweede leek het altijd dat het voor platformwerkers lastig was om zich te verenigen. In dit artikel wordt duidelijk dat dit wel meevalt. Hoewel Uber chauffeurs veel rondrijden, wachten ze ook veel in de rij bij luchthavens. Daarnaast kan de technologie die apps als Uber en Lyft mogelijk maakt ook tegen het platform worden ingezet: “One method is through an app they’ve built that matches organizers with drivers who have expressed interest in their campaign. Organizers discuss drivers’ concerns, promote the strike and identify potential leaders.” Ook van andere platformwerkers zoals maaltijdkoeriers weet ik dat zij zich prima via messenger groepen weten te organiseren. Dit wordt indirect door de platformen zelf veroorzaakt: aangezien zij weinig investeren in het trainen van platformwerkers (deels ook om niet als werkgever te worden gezien) faciliteren zij hun workers met communicatie groepen om elkaar te helpen.

Ten derde moet er ook een bepaalde urgentie zijn. Er moet pijn zijn. Ik verwacht dat vooral platformwerkers die (grotendeels) voor een langere periode afhankelijk zijn van een platform zich zullen organiseren. Maaltijdkoeriers is daarbij lastig: de meeste koeriers werken een paar maanden een paar uur per week voor het platform. Hoewel Deliveroo riders zich in de Riders Union hadden georganiseerd in de tijd dat Deliveroo overstapte van het werknemer naar het freelance model, hoor je nu echt niets meer van die groep. Logisch: er is weinig urgentie om te organiseren.

Bij taxi chauffeurs via platformen is dat natuurlijk een ander geval. Vaak investeer je veel geld om te mogen rijden (zeker wanneer je in Europa wilt rijden) en om een auto onder je kont te hebben, waardoor je relatief hoge vaste kosten hebt. Wanneer dan het tarief omlaag gaat, dan is de pijn groot: de vaste kosten lopen immers door. Zoals in dit voorbeeld van chauffeurs die ruim 3 dollar per uur overhielden.  In het FD stond ook een stuk over de Uber chauffeurs in Nederland die ook willen gaan demonstreren. In Nederland is de drempel om voor Uber te gaan rijden een stuk hoger: je moet een vergunning hebben waar je in moet investeren. Hoewel die drempel ook deels weg schijnt te worden genomen door tussenpartijen die chauffeurs zonder auto voorzien van een auto, de opbrengsten van Uber worden op het account van de tussenpartij gestort en de chauffeur krijgt een veel lager bedrag zwart uitgekeerd. Via slimme BV constructies wordt dit georganiseerd, wist een accountant mij te vertellen die voor een aantal van dit soort bedrijven de administratie verzorgd.

Als laats is het natuurlijk belangrijk om de vraag te stellen: hoe ver kan een platform gaan? Er is bekend dat bij platformen als Uber en Deliveroo de switching costs voor zowel vraag als aanbod om naar een ander platform over te stappen laag zijn. Op het moment dat de chauffeurs schaars zijn, kunnen zij zich makkelijk organiseren en overstappen. Dan moeten platformen concurreren op arbeidsvoorwaarden. In de race naar de beurs zie ik dit nu nog niet gebeuren, maar dit zou natuurlijk een uitgelezen kans zijn voor een lokale of nationale speler. Het is in dit geval dus deels een race to the bottom, tot het moment dat de chauffeurs niet meer willen rijden of naar een concurrent overstappen die wel betere voorwaarden biedt. Maar zolang deze betere voorwaarden niet ‘by design’ zijn vastgelegd is er een kans dat dan het spel weer van voor af aan begint…..

Uber drivers demand their data – Management algorithms

Uber drivers demand their data – Management algorithms

Vanuit AVG/GDPR zijn bedrijven verplicht de data die zij over jou bezitten vrij te geven. In dit zeer interessante stuk een beschrijving hoe dit, zeker wanneer datasets worden gecombineerd, grote gevolgen kan hebben voor platformen. Door de data te combineren kan de strategie van de formule worden ontrafeld en bewijslast worden opgebouwd voor rechtszaken. En dit is dan vermoed ik ook de reden dat Uber niet alle data vrij wil geven. Het is alleen de vraag wie gelijk heeft.

“The full dataset would include the precise times at which the drivers log on and off Uber’s app, all the location data gathered about them and all of the individual ratings and reviews they had received. The first two datasets would help the drivers calculate holiday pay and claims for minimum-wage back pay when their earnings dip below that, such as during fallow periods when they have no rides but are logged in to the app and prepared to accept passengers. The ratings and reviews would let drivers appeal unfair dismissal from the app. (They can be booted off if their aggregate rating dips below 4.4 out of five.) Currently, drivers can appeal to Uber and go through an “education process” to get back on the app, but they have no way of knowing why they were kicked out in the first place.”

“The drivers also want access to what is known as the logic of processing—the datasets underpinning the dispatch system that assigns specific jobs to drivers—and the profiles that Uber builds on its drivers, through which drivers are managed and rewarded. The drivers say they want to understand what impact Uber’s profiling system has on the quality, quantity and value of work they get through the app—data that are not about the drivers exactly, but which pertain to them.”

“The case will test whether the data rights that European privacy laws afford to individuals also apply to gig workers. It is hard to see why they should not. The drivers have a legal right to gain access to any data that Uber holds about them as individuals, even if it is information the platform uses to run its business. Where their luck may run out is at the boundary of where their rights conflict with those of other individuals. Uber cannot, for instance, provide drivers with all their reviews in raw form, as that would infringe upon the privacy of riders. And Uber also has rights of its own, for instance to withhold information that pertains to its intellectual property. The precise borders of those limits will now be for regulators, and potentially European courts, to demarcate.”

Amazon Private Label Brands – Marketplace Pulse

Amazon Private Label Brands – Marketplace Pulse

“According to Marketplace Pulse research, Amazon-owned private label brands are not nearly as successful as many paint them to be. Amazon has been successful in creating generic items at low prices, but only when using the Amazon brand name (i.e., AmazonBasics and Amazon Essentials). Otherwise, the hundreds of brands and tens of thousands of products launched are not resonating with customers.”

Interessant en uitgebreid artikel naar aanleiding van een onderzoek naar 23.000 producten die door Amazon onder 400 eigen merken werden gelanceerd.

Labor shortage: The US doesn’t have enough workers to fill open jobs – Vox

Labor shortage: The US doesn’t have enough workers to fill open jobs – Vox

Ik werd nogal eens vreemd aangekeken toen ik uitsprak dat bij een grote vraag aan kluswerkers er een schaarste zou ontstaan en platformen (en daarmee dus ook de opdrachtgevers) moeten gaan concurreren op arbeidsvoorwaarden. Lees dan dit stuk:

“The hardest-to-find workers are no longer computer engineers. They are home health care aides, restaurant workers, and hotel staff. The shift is happening because more and more Americans are going to college and taking professional jobs, while working-class baby boomers are retiring en masse. This means that — for once — low-skilled workers have the most leverage in the current labor market.”

De combinatie van a) mensen steeds hoger opgeleid zijn b) de baby boomers met pensioen gaan en c) platformen voor een grotere vraag aan ‘low skilled’ (wat een rot woord) workers zorgen kan er dus prima voor zorgen dat er een schaarste ontstaat en opdrachtgevers (of werkgevers) zullen moeten gaan concurreren op arbeidsvoorwaarden.

‘Facebook en Twitter hebben geen nutsfunctie’ | iBestuur

‘Facebook en Twitter hebben geen nutsfunctie’ | iBestuur

“Verhoeven (D66): overheid moet eigen social mediakanalen ontwikkelen” Hoewel ik er niet al te veel vertrouwen in heb dat de overheid dit zelf moet en kan ontwikkelen, is het wel goed dat er meer bewustwording én daadkracht komt bij overheid om hier een visie op te ontwikkelen. Want de overheid kan natuurlijk wel, met het oog op publieke waarden, veel invloed uitoefenen door:

  1. de overheid is natuurlijk zelf grootgebruiker en kan initiatieven met een meer maatschappelijk karakter als klant een flinke boost geven;
  2. de overheid kan middels verschillende financieringsmodellen in het kader van ‘put your money where your mouth is’ platformen met oog voor publieke waarden kunnen financieren. En dan geen lullige subsidies van een paar ton, maar een fonds van enkele honderden miljoenen. Want zeggen dat je publieke waarden in platformen belangrijk vindt en er vervolgens niet aan mee willen betalen zet natuurlijk ook geen zoden aan de dijk.

Ironie…


Marco Derksen on Twitter: “mijn statistieken voor Airbnb maar weer eens geupdate”

Marco Derksen on Twitter: “mijn statistieken voor Airbnb maar weer eens geupdate”

Marco Derksen (check ook zijn blog) deelde afgelopen week onderstaand staatje met cijfers van Airbnb via Twitter. Een mooie discussie volgde. Wanneer je onderstaande tabel kijkt, dan is Airbnb op alle vlakken dé winnaar in de hotelmarkt. Zonder eigen kamers in 10 jaar tijd met een waardering van 53 miljard dollar 6 miljoen kamers in 191 landen, met een fractie van het aantal medewerkers die hotels doorgaans hebben. Een succesverhaal. Toch is het ook altijd goed om kritisch op cijfers te blijven, want voor je het weet ben je appels met peren aan het vergelijken.

Door filosoferend (of gewoon logisch nadenkend) over onderstaande tabel kun je jezelf de vraag stellen of Airbnb nu echt de terechte nummer 1 is. Een gedachte experiment:

Aantal kamers

Airbnb staat op nummer 1 wat betreft het aantal kamers. Als je niet kijkt naar het aantal kamers, maar het aantal beschikbare nachten per jaar dan kom je waarschijnlijk op een heel ander cijfer uit. Een kamer in een hotel is 365 dagen per jaar beschikbaar.  Die 6 miljoen kamers die worden aangeboden, zeg dat de helft daarvan actieve profielen zijn. En die 3 miljoen kamers gemiddeld 2 maanden per jaar beschikbaar zijn. Dan kom je uit op 500.000 wanneer je die met een hotelkamer vergelijkt. Veel, maar niet voor een plekje in de top 5.

Marktwaarde

Er is natuurlijk een verschil tussen marktwaarde en waardering 😉 En wanneer een Hilton failliet gaat, dan is het nog veel waarde in de boedel. Bij Airbnb zijn er geen stenen te verkopen. Het is de vraag hoeveel er bij een faillissement van de waarde overblijft.

Aantal medewerkers

In een ander staatje zie je dat Airbnb maar een fractie van het aantal medewerkers in dienst heeft in verhouding met een traditioneel hotel. Indrukwekkend dat ze het met zo ‘weinig’ mensen af kunnen. Er is alleen een grote ‘maar’. Platformen verlagen, maar verleggen ook transactiekosten. Waar een hotel iemand in moet huren voor de receptie, schoonmaak, communicatie, planning en meer, wordt dit bij Airbnb door de verhuurder (of een tussenpartij ingehuurd door de verhuurder) gedaan. Die mensen staan niet op de payroll van Airbnb. Net als bij autodelen: een verhuurbedrijf heeft mensen in dienst voor de communicatie, sleuteloverdracht, schoonmaak en meer. Bij een platform als SnappCar wordt dit door de aanbieder gedaan. Al die arbeid zit verwerkt in de verhuur prijs, maar wordt bij een niet platform bedrijf gewoon uitgevoerd door medewerkers. En dan is het logisch dat die verhouding zo scheef is.

Conclusie

Het platform model is indrukwekkend, maar het is wel goed om altijd cijfers die worden gepresenteerd kritisch in de juiste context te plaatsen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Martijn Arets

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Martijn Arets

Voor een sessie op het ‘Festival voor Modern Werkenden’ op 29 maart 2019 mocht ik, net als Pierre Spanninks en Saskia Nijs, in een pitch van 5 minuten de gasten een kijkje in de toekomst van werk geven. Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? Wat zijn de grootste uitdagingen en kansen? En wat moet de belangrijkste taak van de Werkvereniging zijn om modern werken, leven en leren te ondersteunen.

Erg leuk om hier over te filosoferen. Filosoferen, want iedereen die zegt te weten hoe 2040 er uit ziet, die liegt dat ie barst 😉 Ik heb dan ook geen voorspelling, maar een wens voor de 2040 uitgesproken, maar vooral ook een boodschap hoe we hier terecht moeten komen. Want ook al klinkt 2040 comfortabel ver weg, het vrijwaart jou niet om nog langer je kop in het zand te steken.

Ik besloot om mijn verhaal over de toekomst als betoog op te schrijven. Hier het resultaat.

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Seats2meet

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Seats2meet

Recommended Posts