Afgelopen week was ik in Antwerpen om mijn visie te mogen delen hoe platformen kunnen bijdragen aan een meer inclusieve stad en samenleving. Hierin benadruk ik altijd de rol van de overheid in deze transitie.

Ik kreeg een dag later per mail nog een mooie reflectie en compliment/veer van een van de deelnemers die ik hier graag wil delen: “Blij met de “niet-academische” aanpak. Duidelijke presentatie, naar de kern, scherpe probleemstelling. Love it! Niet dat dit de oplossingen daarom al veel dichterbij brengt, maar het maakt de richting waarin gezocht moet worden erg duidelijk. Ik vond in jouw presentatie erg veel aanknopingspunten. Dank daarvoor. Ik volg te veel studiedagen en congressen, ik krijg er stilaan een aversie van, jij was een aangenaam lichtpunt in de mistige theorieën en vaak nep-hypes.” Fijn wanneer mensen met zo’n gevoel naar huis gaan.

Fijne week!

Duurzame deeleconomie: de rol van de stad volgens Martijn Arets | Stadslab2050

Duurzame deeleconomie: de rol van de stad volgens Martijn Arets | Stadslab2050

Afgelopen week was ik twee dagen in Antwerpen om een keynote te geven op een bijeenkomst waarin ik inging op hoe deeleconomie en platformen kunnen bijdragen aan een meer inclusieve samenleving. De dag voor de presentatie liep ik met mijn fotocamera een paar uur door de stad om sharing initiatieven in de praktijk te spotten (en mijn hoofd leeg te maken). Deze foto’s (hier boven een collage) heb ik ook in mijn presentatie gebruikt.

Mijn gedachten bij deze foto’s:

  • Collectief georganiseerd: het kan voor een individu niet om dit op individueel niveau te organiseren;
  • Door schaalvoordelen bereikbaar voor iedereen (wel drempels prijs en waar je woont);
  • Collectief eigenaarschap en bestuur, de gebruiker betaald alleen voor daadwerkelijk gebruik;
  • Alle gebruikers zijn gelijk;
  • Deze infrastructuur is de basis van onze samenleving;
  • Platformen zijn eigenlijk niets meer dan een nieuwe vorm van collectief organiseren van zaken die door het individu niet te organiseren zijn door a) te hoge kosten en b) de noodzaak van veel gebruikers / een netwerk;
  • Geen van de voorbeelden valt onder de definitie van deeleconomie.

Even wat gedachten die ik hier wilde delen. Zie overigens hier (een selectie van) de slides van mijn presentatie in Antwerpen.

FNV Horecabond en Temper verbreden samenwerking en gebruiksvergoeding freelancers verdwijnt

FNV Horeca en Temper zijn in juni 2018 een samenwerking / experiment begonnen waarbij het platform Temper de toegangspoort was voor FNV Horeca tot een flinke lijst horeca ondernemingen en freelance horeca professionals. FNV Flex en de ABU waren hier op tegen. Volgens mij was dit de eerste keer dat het verschil in mening binnen de bond hoe om te gaan met platformwerk zo op straat kwam te liggen.

Een van de resultaten van de eerste periode is dat in samenspraak met de FNV de 1 euro vergoeding per uur die wordt afgedragen door freelancers komt te vervallen. Slim, maar misschien ook nodig, aangezien ’traditionele’ intermediairs geen courtage mogen rekenen richting de ‘supply’. Deze week werd bekend gemaakt dat de samenwerking wordt voortgezet en verbreed. “Scholing is essentieel en daarom één van de speerpunten van onze samenwerking, evenals het verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid.” Een interessante en belangrijke zet om te komen tot een duurzaam model.

Ook met dit bericht kwam de verdeeldheid weer op straat te liggen. In het FD komt Erik Pentenga van FNV Flex aan het woord. Hij betreurt dat FNV Horeca: ‘meegaat met het verhaal van Temper dat het aan zzp-bemiddeling doet’.

Volgens Pentenga, die hierin wordt gesteund door het FNV-bestuur en de uitzendkoepel ABU, verliest Koerselman uit het oog dat het hier gaat om banen die mensen nooit als zelfstandige ondernemer zouden uitoefenen. ‘Bij een chef-kok kan ik me nog iets voorstellen, al heb ik daar ook mijn twijfels over. Maar niet als het gaat om afwassen in de keuken of de bediening. Dat zijn werknemers in dienst van schijnopdrachtgevers. Dat het met moderne middelen gebeurt, doet niets af aan het feit dat ze worden uitgezonden.’

Ik denk dat Temper een interessant voorbeeld is dat laat zien hoe lastig de discussie is over hoe je tegen platformwerk, platformwerkers en klusplatformen aan kunt kijken ihkv bestaande structuren. Ik pak er de case van de chefkok die ik in mijn editie over de Tegenlicht uitzending bespreek bij. Bekijk ook vooral de Tegenlicht Meetup in De Zwijger terug.

  • Hij heeft unieke skills;
  • Heeft de vrijheid te werken wanneer en waar hij wil;
  • Reageert op oproepen van horeca ondernemers die om zijn dienstverlening verlegen zitten;
  • Dit zonder een intermediair. Je zou kunnen zeggen dat een algoritme de matchmaking overneemt, maar dit is alleen hard te maken met meer on demand transacties bij standaard dienstverlening als een taxirit.
  • Neemt zijn eigen kaartjes mee, communiceert met klanten na een boeking via Temper via eigen kanalen, maar laat vanwege het ‘gemak’ dat het platform biedt ook vervolgtransacties via Temper lopen;
  • Maakt optimaal gebruik van de mogelijkheden die het platform hem biedt. Heeft hij geld snel nodig? Dan laat hij Temper met inlevering van een paar procent binnen een paar dagen uitbetalen. Hij laat het platform duidelijk voor zich werken.

Dan is de vraag: wat is Temper in het geval van deze kok. Dit is duidelijk een freelancer die weet wat hij doet, die ook zonder het platform aan zijn klussen zou komen en het platform puur gebruikt om zijn marketing, sales en administratie te outsourcen. Net als platformen als Booking.com en Thuisbezorgd.nl doen voor hotel- en horecaondernemers. Dus wat is Temper dan? Je zou kunnen zeggen een uitzendbureau. Of toch het prikbord zoals Temper zichzelf positioneert? Ik vindt het een lastige. De ene ‘worker’ is de ander niet. Daarnaast hebben de aanbieders ook de mogelijkheid om via een traditioneel uitzendbureau te gaan werken. Het is dus, en dat zal (wetenschappelijk!) onderzoek moeten uitwijzen, de vraag in hoeverre de aanbieders bewust kiezen voor de freelance constructie. En dan niet alleen de belastingvoordelen.

Is Temper nieuw?

Is Temper dan echt zo nieuw? In deze vorm misschien wel, maar in basis niet. Ik kwam onlangs toevallig op het platform freelancer.nl. Hier zie je eigenlijk een model dat ik zou omschrijven als een ‘voorloper’ van Temper:

  • Freelancers maken een profiel aan en krijgen waarderingen;
  • Opdrachtgevers plaatsen een opdracht en ontvangen reacties van ingeschreven freelancers;
  • Er zijn filters in te stellen (een algoritme 1.0).

Freelancer.nl is hierin niet uniek, er zijn veel meer van dit soort platformen die in basis doen wat Temper doet, maar dan niet ter discussie staan. Het verschil van dit soort platformen tov Temper:

  • Het verdienmodel is niet marge op transactie (wat in veel gevallen ook lastig is), maar een abonnementsfee. Dit zag ik ook in de thuis schoonmaak bemiddeling: nagenoeg alle pre-internet/platform aanbieders hadden een ander verdienmodel;
  • De dienstverlening die het platform hierdoor biedt is beperkt: het is puur een matching platform. Temper gaat een paar stappen verder door ook (met de voordelen voor zowel vraag als aanbod) tussen de transactie te zitten.

Ik denk dan ook dat, mocht deze zaak voor de rechter komen, deze er nog een erg harde dobber aan zal hebben. Ik begrijp de tegenstand van FNV Flex en de ABU: dit is mede ook op prijs keiharde concurrentie voor de uitzendsector. Maar dat is natuurlijk ook een flink stuk eigenbelang en hierdoor verre van objectief. Wanneer je voorbij het prijs stuk kijkt, dan zie je dat de uitzendsector enorm veel kan leren én profiteren van klusplatformen. En dan is het zaak om deze ontwikkeling dichtbij te houden, te onderzoeken of het uitzendmodel met wat tweaks te matchen is met het platform model om zo iets goed te doen voor de hele sector. En diegenen die er werken.

BlaBlaCar to acquire Ouibus and offer bus service – TechCrunch

BlaBlaCar to acquire Ouibus and offer bus service – TechCrunch

In Nederland is het al een tijdje stil rondom de ‘lift app’ BlaBlaCar, maar in het buitenland groeit het bedrijf nog flink. Ook in de breedte: “French startup BlaBlaCar is announcing plans to acquire Ouibus, the bus division of France’s national railway company SNCF. For the first time, BlaBlaCar is moving beyond carpooling and plans to offer both long-distance carpooling rides and bus rides.”

Wie had ooit gedacht dat een lift website een busbedrijf zou overnemen? Op zich als je er wat lange over nadenkt is het geen heel gekke stap. Wist je trouwens dat de Franse spoorwegen al enkele jaren geleden BlaBlaCar als een van hun grote concurrenten voor de toekomst omschreef? Op dat moment reden er soms al meer mensen op een traject via BlaBlaCar dan met de trein.

Bottom line zie je hier drie dingen gebeuren:

  • Waar platformen ‘asset light’ beginnen, zie ik steeds meer platformen zelf in assets investeren. Airbnb in eigen hotels, Uber in zelfrijdende auto’s, Facebook en YouTube in eigen content. Een andere variant is dat platformen hun gebruikers laten investeren in ‘universele’ assets. Zo kan je bij SnappCar een auto ‘private leasen’. Je krijgt korting op je lease bedrag wanneer je deze via het platform verhuurt en de auto heeft ook een mooie SnappCar sticker.
  • Waar platformen eerst een gefragmenteerde supply hebben, sturen zij meer en meer aan op een meer stabiele en professionele supply. Enerzijds door zelf te investeren en anderzijds door frequente aanbieders te belonen en te pushen hun spullen of diensten nog vaker aan te bieden;
  • Waar platformen vaak in een niche beginnen, zie ik ze naar verloop van tijd steeds meer verschuiven naar een totaaloplossing. Uber van taxi naar mobiliteit aanbieder. BlaBlaCar van liften naar een betrouwbaar alternatief voor dagelijkse ritjes (de bus, maar ook BlaBlaCar lines).

Misschien zou je kunnen zeggen dat platformen de gefragmenteerde en wat vrijblijvende aanpak in het begin gebruiken om data te verzamelen, om vervolgens de kersen zelf van de taart te kunnen halen. Zo gebruikt BlaBlaCar zijn platform om inzicht te krijgen op welke lijnen veel vraag is, om vervolgens een bus in te zetten. In gebieden met minder vraag kan het oorspronkelijke model blijven bestaan. Is dat erg? Hoeft niet. Maar wel een goede om in gedachte te houden, zeker voor wanneer je als aanbieder gaat investeren om bij te dragen aan een meer stabiele supply.

Ook nieuw kapitalisme heeft regels nodig – NRC

Ook nieuw kapitalisme heeft regels nodig – NRC

Interessant stukje naïviteit in het NRC deze week: in de rubriek ‘Commentaar’ van de NRC redactie zelf. “Ook nieuw kapitalisme heeft regels nodig”. Een bekende Amsterdamse filosoof zou hebben gezegd: ‘dat is logisch’.

“Dit was ook deel van de belofte van veel internetbedrijven: een revolutie die weliswaar aanvankelijk zou verstoren, ‘disruptief’ zou zijn, maar uiteindelijk een betere wereld op zou leveren.” ING hoofdeconoom Marieke Blom vatte het tijdens een debat in Pakhuis de Zwijger mooi samen: je moet niet uitgaan van de goede intenties van bedrijven. En daar ben ik het mee eens. Op het moment dat je uitgaat van goede intenties ben je volgend en niet leidend. En dat lijkt mij in dit geval een erg slecht idee.

Automotive brands step up their game in the search of alternatives for car ownership | Linkedin

Als er een sector is in de platformeconomie waar veel gebeurt, dan is het wel de automotive sector. Waarom? Omdat dit de enige sector is waar alle stakeholders de urgentie voelen om te ontdekken wat hun plek in het ecosysteem gaat worden in de toekomst. Iedereen ziet o.a. de (deels) zelfrijdende auto op zich afkomen. Iedereen snapt dat het hele ecosysteem dan op zijn kop komt te staan en de kaarten opnieuw worden geschud. Dit biedt kansen, maar is ook zeker een bedreiging voor de gevestigde orde.

Hoewel het een sector is waar ik niet bovenop zit, ik vind de vraagstukken en de puzzel rondom platformen en arbeid interessanter en relevanter, blijft het wel een interessant spel om te volgen wie nu weer in wie investeert en wie nu weer met wie gaat samenwerken. Ananda Groag, zij zit wel boven op deze ontwikkeling, schreef deze interessante blog met duidelijke graphics waarin een goed beeld wordt geschetst wat er in deze sector zich afspeelt.

In de media

Wanneer is een platform rendabel voor ondernemers? – Marketing trends en nieuws

“Een loodgieter of fietsenmaker bestellen, een schoonmaker regelen en natuurlijk eten laten bezorgen: er zijn zo veel platforms voor diensten dat je de deur niet meer uit hoeft. Maar wat halen ondernemers die deze diensten verlenen er eigenlijk uit? Wegen de baten tegen de lasten op?”

Voor frank.news werd ik geïnterviewd over de vraag ‘wanneer is een platform rendabel voor ondernemers?’. In dit stuk kreeg ik de ruimte om in te gaan op wat je als ondernemer zelf kunt doen wanneer jouw sector wordt ‘disrupted’ door de platformeconomie en probeer ik weer wat duiding in de discussie te brengen.

Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market – DIF 2018

Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market – DIF 2018

Afgelopen week deed ik een bijdrage aan het ‘Disruptive Innovation Festival’ met een sessie ‘Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market’. Erg leuk om in een Q&A format, inclusief live vragen van de kijkers, verder op dit vraagstuk in te gaan.

Gig Economy in Perspective: How Platforms Create a More Inclusive Labour Market | DIF – YouTube

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Recommended Posts