💡
Goedemorgen! Intussen zit de wereldreis met mijn gezin er alweer bijna op. Na 10 weken met een jeep met tenten op het dak in Namibië, Botswana, Zimbabwe, Mozambique en Zuid-Afrika zijn we momenteel in de laatste week in Indonesië. Vervolgens nog een paar dagen Istanbul en dan zit onze 4 maanden durende wereldreis er echt op. Het is een geweldige en intense ervaring.

Na terugkomst zal ik mijn wekelijkse nieuwsbrief rustig aan weer opstarten. Vandaag deel ik een blog en podcast die deze week is verschenen op Gigpedia.org. Veel leesplezier en een fijne dag! 

Wil je weten waar, wanneer en hoe platformwerkers in opstand komen? De Leeds Index of Platform Labour Protest geeft antwoorden. In The Gig Work Podcast vraagt Martijn Arets de initiatiefnemers van dit project naar hun belangrijkste inzichten voor de wetenschap en de praktijk.

Taxi- en bezorgplatformen bepalen de werkomstandigheden, toegang tot arbeid en beloning van miljoenen werkenden wereldwijd. Dat leidt regelmatig tot protest van deze groep werkenden. Berichtgeving over dit soort demonstraties is veelal onvolledig: nieuwsberichten gaan over incidenten en geven vaak weinig achtergrondinformatie. Dat is jammer, want inzicht in de dynamiek achter deze protesten, de wensen van de werkenden en de organisatie van demonstraties zijn essentieel om tot oplossingen te komen.

Daarom heeft een onderzoeksteam van de Universiteit van Leeds (Verenigd Koninkrijk) bijna 2000 worker protests in kaart gebracht. Deze Leeds Index of Platform Labour Protest laat verschillen en overeenkomsten zien, bijvoorbeeld tussen de platformeconomie en de reguliere arbeidsmarkt.

Voor The Gig Work Podcast van de WageIndicator Foundation nam ik de trein naar Leeds voor een interview met Vera Trappmann en Simon Joyce, twee onderzoekers achter dit project.

Waarom een index?

Trappmann vertelt dat het multidisciplinaire team van de Leeds Index of Platform Labour Protest bestaat uit een groep van zes onderzoekers met ieder hun eigen fascinatie voor platformwerk. Het gemeenschappelijke probleem van de onderzoekers was gebrek aan inzicht en overzicht van protesten wereldwijd. Naast Joyce en Trappmann zijn ook onderzoekers Loulia Bessa, Denis Neumann, Mark Stuart en Charles Umney bij het project betrokken.

“Wij wisten bijvoorbeeld wel iets over protesten bij ons in het Verenigd Koninkrijk, maar heel weinig over demonstraties in bijvoorbeeld Italië of Argentinië”, legt ze uit. “Laat staan dat we vergelijkingen konden maken. Daar wilden we iets aan doen. Niet alleen voor onszelf. Het doel was een database samenstellen die bruikbaar is voor alle betrokkenen, van activisten tot vakbonden en beleidsmakers.”

Data verzamelen

Een eerste grote uitdaging was data verzamelen. Daarvoor werkten de onderzoekers met GDELT (Global Database of Events, Language, and Tone), een gezamenlijk project van partijen als Google, Yahoo en diverse onafhankelijke programmeurs. Deze software speurt naar data in kranten wereldwijd, verzamelt relevante info en vertaalt de teksten. Op die manier kreeg de Leeds Index of Platform Labour Protest toegang tot miljoenen nieuwsberichten over protesten van platformwerkers.

Via de GDELT-database kunnen zij ook specifieke informatie opzoeken. Bijvoorbeeld: in welke landen demonstreren werkenden tegen Uber? De onderzoekers hebben de motivaties, verschijningsvormen, betrokkenen en duur in kaart gebracht.

“Machine learning maakt data verzamelen makkelijker, maar de interpretatie blijft mensenwerk”, zegt Trappmann. “Daar hadden we een groot team voor nodig. Om je een idee te geven: er staat nu informatie over meer dan 2000 protesten in de index. Dat was dus een flinke klus, waarbij we gelukkig hulp kregen van een grote groep postdoctorale onderzoekers.”

Informele gelegenheidsformaties

De index bestaat nu drie jaar en geeft steeds meer inzicht, bijvoorbeeld over de vraag wat protesten van platformwerkers anders maakt dan ouderwetse stakingen. Het werk dat taxichauffeurs en fietsbezorgers doen is niet nieuw. Ook demonstraties in deze beroepsgroepen zijn niet helemaal nieuw, maar komen wel vaker voor onder platformwerkers.

“Het grote verschil is dat chauffeurs vroeger vaak echt als eenpitters werkten of voor een klein bedrijfje”, legt Joyce uit. “Nu werken ze allemaal via één groot platform. Dat meerdere werkenden klachten hebben over een gezamenlijke opponent, leidt ertoe dat zij elkaar makkelijker opzoeken om in actie te komen. Deze protestgroepen zijn vaak informele gelegenheidsformaties, terwijl ze vroeger vaker werden geïnitieerd door een vakbond.”

Arbeidsrelatie minder belangrijk dan beloning

In de Verenigde Staten en Europa zijn er veel discussies over de arbeidsrelatie van platformwerkers. Anders gezegd: zijn zij werknemer of zelfstandige? Dat thema speelt lang niet overal, blijkt uit de data van Leeds Index of Platform Labour Protest. Joyce: “Werknemerschap is dus niet overal even waardevol. In Europa betekent een arbeidscontract bijvoorbeeld dat je recht hebt op een minimumloon, elders in de wereld is dat niet zo.”

Uit de index blijkt dat platformwerkers wereldwijd veruit het meest klagen over de beloning. Logisch, vindt Joyce. “Platformen lokten chauffeurs naar hun app met de belofte om meer geld te verdienen”, legt hij uit. “Die belofte maken ze eventjes waar, maar al gauw zet het algoritme druk op de tarieven. Dat is een groot probleem, zeker voor platformwerkers die volledig afhankelijk zijn van het werk via de app.”

Joyce spot ook vaker trends die hij kan herleiden naar andere ontwikkelingen. “Zo zagen we dat platformwerkers in Zuid-Amerika zich tijdens de coronapandemie meer druk maakten over de thema’s gezondheid en veiligheid”, vertelt de onderzoeker. “Ik weet zeker dat we over nog eens vijf jaar in staat zijn om nog veel meer informatie te analyseren.”

Offline platformwerk

De informatie gaat op dit moment specifiek over protesten van offline platformwerkers, zoals taxichauffeurs en maaltijdbezorgers. Joyce: “Hoewel ook online platformwerkers zich verenigen en in opstand komen, is zijn hun protesten veel minder zichtbaar.”

Uiteindelijk willen de onderzoekers de data uitbreiden naar meer beroepsgroepen. “We kunnen onze onderzoeksmethode ook toepassen op protesten die niet gaan over de platformeconomie”, zegt Trappmann. “Zo werken we nu al samen met de International Labour Organization om demonstraties in de zorgsector in kaart te brengen via onze methodologie.”

Verder zijn ze begonnen met een reeks specifieke rapportages van protesten van platformwerkers per land. De onderzoekers staan ook open voor samenwerkingen, bijvoorbeeld met vakbonden die een rapport met informatie willen over een specifieke sector.

Vakbond vaker betrokken

Hoewel de meeste protesten van platformwerkers informeel georganiseerd zijn, speelt de vakbond namelijk steeds vaker een rol. “Uit onze analyse blijkt dat in 30% van de gevallen wereldwijd een vakbond betrokken is”, vertelt Trappmann. “In de helft van de gevallen komt het initiatief van die vakbond, de andere helft van de tijd sluit zo’n vakvereniging later aan bij de groep.”

Trappmann vindt dat positief. Zij ziet allerlei manieren waarop bestaande verenigingen de nieuwe protestgroepen kunnen ondersteunen. Om dat te doen, moeten zij wel goed luisteren naar de wensen, behoeftes en ideeën van die werkenden.

Tips voor de vakbond

“Ouderwets staken werkt misschien voor werknemers, maar past niet bij platformwerkers”, legt ze uit. “Mijn tip aan de vakbonden: sta open voor nieuwe ideeën en echte samenwerking met deze informele groepen. Verdiep je in hun wensen, leer van ze en steun waar je kan.”

Als platformwerkers zich organiseren, zijn die samenwerkingen vaak van korte duur. Hoe kan een vakbeweging zijn relatie met platformwerkers bestendigen? “Ik ken voorbeelden van vakbonden die platformwerkers in dienst hebben genomen en dat werkt goed”, zegt ze. “Op die manier borgen ze de kennis en houden ze verbinding met de doelgroep.”

Conclusie

Het is duidelijk dat het team achter de index belangrijk werk doet. Het is ontzettend waardevol voor allerlei partijen dat er nu meer inzicht is over de organisatie en doelen van de protesten en de internationale verschillen. Voor mij is de Leeds Index een goed voorbeeld van hoe onderzoekers niet alleen wetenschappelijke, maar ook maatschappelijke impact kunnen maken.

Wat mij het meest opvalt, is dat de motivaties van werkenden per continent sterk verschillen. Platformwerkers in Azië strijden bovengemiddeld vaker voor een hogere betaling (74,9%). In Noord-Amerika komen zij op voor hun status en arbeidsomstandigheden, in Latijns-Amerika en Afrika gaat het vaker om gezondheid en veiligheid. Ook protesteren platformwerkers in Afrika regelmatig voor een vergoeding van de materialen die nodig zijn om het werk uit te voeren.

Dit soort data en inzichten geven beter inzicht in de vormen van protest en de wensen van werkenden. Het team achter de Index is objectief en kijkt ook naar de context van de diverse platformen. Dat is bijzonder prettig. Ik neem de uitnodiging om over vijf jaar nog eens langs te komen zeker aan, ik ben benieuwd n

Recommended Posts