Goedemorgen! Met de 140ste editie van deze nieuwsbrief (welkom nieuwe abonnees en dank iedereen voor de promotie vorige week!) ook gelijk de laatste editie van 2018. Volgende week ben ik er even een weekje tussenuit. Ik kijk terug naar een mooi en interessant jaar waar de discussie over de platformeconomie eindelijk (!!) op gang is gekomen. Ik hoop dat ik met deze wekelijkse nieuwsbrief heb mogen bijdragen aan de nodige duiding in het debat. Met de rapporten van ING (platformen pakken over 10 jaar 20-70% van de uitzendmarkt), KPMG, de rechtszaken van FNV en de vele onderzoeken en commissies die vanuit Den Haag zijn opgezet belooft 2019 een interessant jaar te worden. Een jaar waarin de platformeconomie, en dan in het bijzonder de kluseconomie, langzaam zal moeten landen in de ‘normale’ economie. En een jaar waar de discussie op een hoger niveau zal worden gevoerd en onderzocht welke unieke kenmerken van platformen bij kunnen dragen aan een meer inclusieve arbeidsmarkt en samenleving. Ik kijk er naar uit. Fijne feestdagen en een mooie jaarwisseling alvast!

How a labor union is using an algorithm to predict when to organize – VICE News

How a labor union is using an algorithm to predict when to organize – VICE News

Vakbonden en technologie, een combinatie die je niet vaak tegenkomt. In Zweden is onderzoeker Fredrik Söderqvist (hij kwam hier al vaker voorbij -> check ook deze video) bezig om voor de vakbond Unionen (sidenote: in Zweden is 70% lid van een vakbond, in Nederland minder dan 20%) te onderzoeken hoe de bond leden beter kan bedienen met behulp van data. Zo onderzoekt hij onder andere hoe je collectieve afspraken kunt borgen in het algoritme van een platform.

“Every day, Unionen receives more than 900 calls from members looking for advice or reporting problems at work. The information from these calls — who the caller is, where they work, what their complaint is — are logged in a massive database of information on the union’s membership that informs a broader picture of the Swedish labor market and economy.

The algorithm makes predictions based on how companies acted in the past. It can already anticipate broad economic trends and indicate how an incoming CEO might restructure a firm.

Söderqvist says that if unions can get ahead of the economic curve, they will be able to even the playing field for their members — both in terms of improving employment practices and in addressing risks to jobs posed by automation. Access to good information and analysis has always been integral to a union’s success”.

Hoewel dit idee fantastisch klinkt, zit er ook een risico aan. Het bekend worden van een vermoeden van een ontwikkeling als een crisis kan deze ontwikkeling ook versterken en versnellen. Maar de manier waarop zij met data bezig zijn om hun leden beter te kunnen bedienen en ook echt verder te helpen (proactief ipv reactief) is op zichzelf al een groot compliment waard.

In het stuk staan verder nog wat mooie voorbeelden hoe andere vakbonden proactief met dit soort vraagstukken bezig zijn, maar ook hoe andere vormen van organiseren aan het opkomen zijn. Zoals je hier vaker hebt kunnen lezen ben ik er van overtuigd dat de opkomst van een digitale en platform economie de redding kan zijn van het vakbond model, onder de voorwaarde dat zij kunnen mee transformeren.

Zo is platform macht in veel gevallen prima te breken. Alles kan immers stuk. Dat breken kan door organiseren. Door het organiseren van:

  1. Vraag (de klant) > zie voorbeelden van o.a. de #DeleteUber campagne waarbij Uber opeens het proces van het opheffen van een account moest automatiseren, omdat zij het handmatig niet meer aankonden. Organiseren van belang, omdat anders het gedrag van een platform wel op individueel gebruiker niveau wordt ‘afgestraft’, maar het zet weinig zoden aan de dijk en duurt lang, zoals het opzeggen van Facebook accounts. Een ander interessant gedachte experiment is de Datavakbond en slacktivism platformen als Avaaz.org;
  2. Aanbod > dit is zeker effectief wanneer het netwerkeffect (hyper)lokaal of nationaal is. Als alle restauranthouders in Houten waar ik woon een eigen app bouwen binnen een eigen coöperatie en na een half jaar collectief hun Thuisbezorgd.nl abonnement opzeggen, dan is Thuisbezorgd dood in Houten. Wat overigens niet zegt dat dit een goede oplossing is: de marktmacht is immers verschoven en de klanten zijn zeer waarschijnlijk af met een minder goede dienstverlening en app. (hoewel we de klantgerichtheid van het thuisbezorgen van een pizza misschien ook wel niet als een maatschappelijke ramp hoeven te beschouwen…);
  3. Medewerkers > bij bedrijven die medewerkers met schaarse skills hebben, hebben deze meer macht dan zij denken. Kijk maar wat er nu bij Google gebeurt;
  4. Aandeelhouders > zoals het initiatief Follow This (check hier en koop gelijk een aandeeltje Shell) waarbij aandeelhouders worden aangespoord om hun stemrecht te gebruiken om een bedrijf te activeren.

Wanneer je naar bovenstaand kijkt, dan zou je ook kunnen zeggen dat vakbonden hun dienstverlening of netwerk flink kunnen uitbreiden. En dat vakbonden misschien wel de meest spannende kansen hebben van allemaal.

Ook nog interessant om te lezen over dit onderwerp is het artikel: “Grassroots action prominent in the platform economy“.  “Platform workers are getting organised, and not always through a trade union. Recent research from the European Trade Union Institute indicates that digital platforms, harbingers of increasing precarity in the labour market, have also become sites of creativity and experimentation in the labour movement.”

Dossier Digitale platformen | ESB

ESB (Economisch Statistische Berichten) heeft afgelopen week een speciale platform editie onder de naam ‘Digitale Platformen, de economie van klussen, delen en liken’ uitgebracht. Mocht je tijdens het uitbuiken na het kerstdiner nog iets interessants willen lezen, dan is dit de kans.

Ik zal nu geen papers uit deze uitgave uitlichten, ik denk dat ik dit begin 2019 doe in een speciale ESB editie. Ook ik moet het hele rapport nog lezen. Wat nu wel al interessant is om te melden (ik had een paar stukken al eerder ontvangen) is dat wanneer je naar de inhoudsopgave kijkt je de volgende 4 onderwerpen die ESB heeft uitgekozen als belangrijkste in het debat:

  1. Platformen (de context, klinkt saai, maar brood en broodnodig om te begrijpen wat er aan de hand is en waarom);
  2. Arbeidsmarkt;
  3. Publieke belangen;
  4. Marktmacht.

Over marktmacht verscheen deze week overigens ook een internet consultatie van Economische Zaken: “toekomstbestendigheid mededingingsbeleid in relatie tot online platforms”. Waarbij mij het opviel dat er nog veel focus is op de consument (de klant), terwijl veel van de genoemde punten als ‘geïndividualiseerde prijsdiscriminatie’ ook voor aanbieder (supply) geldt. Aangezien het een open consultatie is (iedereen mag er zijn of haar plasje overheen doen) heb ik dit punt dan ook ingebracht.

In de media werd het ESB dossier ook veelvuldig aangehaald. De bijdrage van TNO zag ik het meest voorbij komen. Hier zat in de berichtgeving overigens een interessante tegenstelling: aan de ene kant werd gezegd dat ‘dé platformwerker’ niet bestaat (waar ik het 100% mee eens ben) en aan de andere kant werden cijfers van een onderzoek waar veel platformwerkers als de maaltijd koeriers en ik vermoed ook de thuisschoonmakers als leidraad voor de discussie genomen.

To be continued dus, maar voor nu zeker een leestip voor de kerstdagen.

Sacked at Christmas: Uber Eats Fires Workers for Objecting to Pay Cut | Novara Media

Sacked at Christmas: Uber Eats Fires Workers for Objecting to Pay Cut | Novara Media

Dit verhaal gaat over een paar UberEats maaltijdbezorgers in Londen die toen de vergoedingen daalden dachten: ‘maar voor dit bedrag ga ik niet werken’, koffie gingen drinken bij de Mc Donalds en op basis van die data werden ‘gedeactiveerd’.

Dit ‘kerstverhaal’ laat de kwetsbaarheid zien van workers met commodity skills (even platgeslagen: voor jou tien anderen) op een on demand platform. Een platform kan deze worker zonder opgaaf van redenen deactiveren (toegang tot de app ontzeggen) of simpelweg minder of geen aanbod meer doorsturen. Dit soort verhalen laat ook zien dat we een maatschappelijk debat moeten starten in hoeverre deze intransparantie wenselijk is en of we als maatschappij geïndividualiseerde beloningsmechanismen willen hebben.

Dat iets kan, betekent niet dat het ook moet gebeuren. Ik hoor wel eens in discussies de opmerking ‘maar dit werk is bedoeld al bijbaan’. Dat kan, maar dat is dan geen reden om dan geen zorgen te hebben over dit soort issues.

Koen Frenken – Unpacking the gig economy – are we asking the right questions? (Reshaping Work 2018)

Koen Frenken – Unpacking the gig economy – are we asking the right questions? (Reshaping Work 2018)

Collega Koen Frenken deed in zijn keynote ‘Unpacking the Gig Economy: Are we asking the right questions?’ op het Reshaping Work congres in oktober een interessant gedachte experiment rond 11 minuten. In het fragment ‘from definition to variables’ stelde hij in verschillende stappen verschillende elementen van de definitie van de gig economy ter discussie. “freelancers performing paid labour through one-off short-term assignments mediated by online platforms.”

Een van de belangrijkste onderdelen die hij ter discussie stelt is of de beperking tot ‘online platforms’ het debat en onderzoek naar de kluseconomie negatief beïnvloedt. Immers: hoewel de manier waarop de transactie tot stand komt door platformen veranderd, is het werk dat daadwerkelijk wordt uitgevoerd zo oud als de weg naar Rome. En vormen de workers die het werk via een platform uitvoeren (maaltijd koeriers, thuisschoonmakers, oppassers, klussers, etc.) over het algemeen de grote minderheid wanneer je naar de totale groep kijkt die dit werk uitvoert.

Lees ihkv deze discussie ook mijn blog ‘is the discussion on the gig economy still on-topic?‘.

Koen Frenken – Unpacking the gig economy – are we asking the right questions? (Reshaping Work 2018)
Reportage: Weet jij wie jouw chauffeur is? De schimmige handel in Uber-accounts – AT5

Reportage: Weet jij wie jouw chauffeur is? De schimmige handel in Uber-accounts – AT5

“Wie zit er eigenlijk achter het stuur van je Uber-taxi? Dat kan zelfs Uber niet altijd weten, blijkt uit onderzoek van AT5. Door een levendige handel in accounts rijden naar schatting honderden chauffeurs onder andermans naam met de app rond.”

Dit is natuurlijk zorgelijk, maar toch is het goed om even naar de feiten te kijken en de juiste vragen te stellen. In het bericht staat: “Door een levendige handel in accounts rijden naar schatting honderden chauffeurs onder andermans naam met de app rond.” Dat is best heftig wanneer je weet dat (volgens deze reportage) in de Randstad (= by far het grootste werkgebied van Uber) 3.5000 Uber chauffeurs rondrijden (of in ieder geval een actief account hebben). Dan zou al snel 10 tot 20 procent van de Uber chauffeurs onder andermans account opereren. Toch wat vraagtekens:

  1. “in twee chatgroepen waar AT5 in meekijkt, worden in een kleine twee maanden tijd tientallen keren accounts gevraagd en aangeboden.” Oké, tientallen. Maar zolang je niet weet in hoeverre a) deze accounts ook echt waren en b) hoeveel dubbelingen hier in zitten en c) hoeveel unieke aanbieders dit zijn, valt er weinig zinnigs over te zeggen. En is ‘enkele honderden’ een best enthousiaste schatting. Er wordt nergens duidelijk waar dit is op gebaseerd;
  2. Natuurlijk vervelend dat dit bij Uber gebeurt, maar aangezien er ook veel mensen voor Uber rijden, is de kans dat iets gebeurt groter dan bij een klein taxibedrijf. De meest interessante en niet behandelde vraag is dan ook: in hoeverre wordt dit ook niet al gedaan in de ‘normale’ taxi wereld? Die zijn ook niet roomser dan de paus. Pas als je dat weet, dan kun je zeggen of dit soort praktijken bij Uber meer of minder gebeuren dan in de ’traditionele’ taxi wereld.

De vraag is dan ook of dit een Uber specifiek probleem is. Iedere houder van een taxi vergunning zou dit truukje uit kunnen h
alen. Je gaat mij niet wijsmaken dat dit alleen bij Uber gebeurt.

Dan de misschien interessantere vraag: hoe zouden dit soort praktijken kunnen worden voorkomen? Simpel: door technologie. Door niet die old skool taximeter verplicht te stellen, maar een app die bijvoorbeeld:

  1. via gezichtsherkenning af en toe een check uitvoert of degene achter het stuur ook degene van de vergunning is;
  2. via vingerafdruk;
  3. via een verificatiecode die niet alleen bij het installeren van het account, maar ook af en toe op een random moment wordt verstuurd (dit zou Uber trouwens morgen al in kunnen voeren).
Estonian President Kersti Kaljulaid reveals the future direction of e-Residency

Estonian President Kersti Kaljulaid reveals the future direction of e-Residency

“How do you ‘scale up’ a nation? It’s a challenge that Estonia first embarked on in 2014 by becoming the first country to offer e-Residency.”

Running your country as a platform en concurreer met andere landen op basis van de User Interface van je land. Klinkt als een ver van je bed show, maar in Estland (het meest digitale land ter wereld) zijn ze hier al een paar jaar mee bezig.

Ik schreef al eerder deze Engelstalige blog en dit item in deze nieuwsbrief n.a.v. een studiereis naar Estland over deze wonderlijke case. Ik denk voor ieder een inspiratie hoe je als overheid je digitaal (maar ook niet digitaal) kunt organiseren en daarmee de transactiekosten van een overheid kunt terugbrengen en een technische infrastructuur kunt neerzetten waar anderen op in kunnen tappen.

Deze week publiceerde de president van Estland zijn visie op de toekomst van het e-Residency project. Een project waar iedereen ter wereld digitaal inwoner van het land kan worden om gebruik te maken van de diensten van de overheid. De whitepaper is zeker de moeite van het lezen waard. Geen zin om te lezen? Dan heb ik voor je de 4 meest interessante figuren uit de whitepaper hier onder op een rijtje gezet.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Recommended Posts