Er is de laatste tijd veel te doen over het gebrek aan verantwoordelijkheden van platformen voor de transacties die zij faciliteren. En dan vooral over de vraag waarom hier juridisch zo weinig aan te doen is. Voor de buitenwereld lijkt het net alsof platformen vogelvrij zijn en mogen doen wat zij willen. Voor een deel is dat ook een realiteit. Nog wel en gisteren is een belangrijke eerste stap gezet in brengen van transparantie in de marktmeesterrol die een platform heeft.

Gisteren is de ’platform to business’ verordening ingegaan. In het Nederlands ook wel de ‘‘Verordening ter bevordering van eerlijkheid en transparantie voor zakelijke gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten’ genoemd.

Voor wie?

Deze Europese verordening is bedoeld voor platformen die een business als aanbieder en een consument als klant hebben. Het is niet noodzakelijk dat de transactie ook daadwerkelijk via het platform verloopt.

In de kamerbrief van de Rijksoverheid worden de volgende voorbeelden gegeven van platformen die onder de regeling vallen:

  • Reserveringsplatforms voor bijvoorbeeld restaurants of kappers;
  • Vergelijkingssites voor bijvoorbeeld energiecontracten, vliegtickets of woningen;
  • Online marktplaatsen waarop ondernemers producten of diensten aanbieden zoals maaltijden, hotelovernachtingen of kleding;
  • Appstores.

En dus ook voor platformen als Uber, Booking, Fiverr, Thuisbezorgd, bol.com, Deliveroo, Amazon, Werkspot en vele, vele anderen.

Of het platform zelf al dan niet in Europa is gevestigd heeft overigens geen invloed op de verplichtingen: op het moment dat de ondernemers (dus ook freelancers!) die hun diensten aanbieden in Europa zijn gevestigd is de verordening van toepassing op het platform. Belangrijke en opmerkelijke uitzondering zijn platformen die een consumer-to-consumer of een business-to-business transactie faciliteren. Deze vallen niet onder deze verordening.

Wat gaat er veranderen?

Kort gezegd moet de verordening zorgen voor transparantie bij online platformen en een effectieve geschillenbeslechting.

Uit de kamerbrief: De belangrijkste punten van de verordening zijn:

  • Regels omtrent de algemene voorwaarden;
  • Geven van redenen voor opschorting en beëindiging levering van diensten;
  • Regels omtrent rangschikking en verschillende behandeling;
  • De toegang tot gegevens;
  • Het verplichten van een intern klachtenafhandelingssysteem en externe bemiddeling.

De blog vanuit de Rijksoverheid zegt het volgende: “Digitale platforms moeten zorgen dat de algemene voorwaarden helder en makkelijk te raadplegen zijn. Daarnaast moeten platforms transparant zijn over de volgorde van de zoekresultaten, het besluit om een ondernemer van een platform te verwijderen en de behandeling van eigen producten ten opzichte van producten van derden die ook op het platform worden aangeboden.”

Een platform als Uber mag dus volgens deze verordening niet meer zomaar een aanbieder deactiveren. Iets dat, als ik de Facebook groepen van chauffeurs mag geloven, regelmatig tot grote frustratie leidt. En gaat de verordening sterk in op markten waar het platform zowel marktmeester als aanbieder is op het eigen platform.

Zoekmachines

Opvallend is punt 7 in de kamerbrief wanneer het gaat over zoekmachines: “Twee bepalingen in de verordening zijn van toepassing op zoekmachines. De eerste is de bepaling over transparantie van de belangrijkste parameters van de rangschikking van zoekresultaten. De tweede is de bepaling over de manier waarop eigen producten en diensten van de zoekmachine behandelt worden ten opzichte van die van derden. Zoekmachines zijn diensten waarop gebruikers een zoekactie (getypt of gesproken) uitvoeren en waarbij de gebruiker vervolgens alle websites te zien krijgt die een link hebben met de zoekopdracht.”

En dit is niet het enige

De nieuwe verordening klinkt als een goede stap voorwaarts. Het dwingt (bepaalde) platforms tot meer transparantie in hun processen en tot het nemen van meer verantwoordelijkheid.

Hoewel deze verordening dus puur gaat om het beschermen van aanbieders op platformen met een professionele (zakelijke) aanbieder en een consument als klant, staat deze verordening niet op zichzelf. Zo kondigde Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) in een Kamerbrief aan dat zij in Europees verband gaat inzetten op meer (wettelijke) verantwoordelijkheden voor de platforms richting consumenten. Iets dat volgens mij past binnen de ’new deal consumers’.

Een goede stap, maar…

In het gehele document van de verordening is bij artikel 5, lid 7, het volgende te lezen: “Om de naleving door onlinetussenhandelsdienstverleners en aanbieders van onlinezoekmachines van de vereisten van dit artikel te bevorderen en ervoor te zorgen dat ze deze ook toepassen, voorziet de Commissie in richtsnoeren voor de in dit artikel genoemde transparantievereisten”. Hoewel de verordening een jaar geleden is aangekondigd en op 12 juli 2020 van kracht is gegaan, zijn de richtsnoeren nog niet gepubliceerd. En weet dus nog geen enkel platform of zij nu wel of niet de juiste stappen hebben gezet om aan de verordening te voldoen. In een update op 12 Juni wordt hier het volgende over gemeld: “The Commission has had to review the original timetable that it proposed for the publication of the guidelines. The Commission is working to expedite their publication as soon as possible.”

Nu blijkt het na wat navraag in Brussel niet geheel ongewoon te zijn dat dit soort processen volgens het boekje gaan: bij het ingaan van de AVG/GDPR schijnt een zelfde situatie zich te hebben voorgedaan. Mij is verteld dat we nog iets geduld moeten hebben en het ingaan van een nieuwe wet altijd wat tijd nodig heeft.

Ik heb zelf ook een rondvraag gedaan bij enkele platformen over de acties die zij hebben ondernomen om compliant te zijn aan de nieuwe verordening. Wat mij opvalt is dat de (hele) grote platformen aangeven alles op tijd op orde te hebben, maar dat de meeste van de middelgrote en kleine platformen voor mijn mailtje of telefoontje nog nooit van de verordening hadden gehoord. Hier is dus nog zeker werk aan de winkel.

Conclusie

Al met al is deze verordening zo op het eerste gezicht een goede stap naar meer verantwoordelijkheid van platformen in hun rol als bemiddelaar tussen vraag en aanbod. De komende maanden en jaren zal moeten uitwijzen of deze stappen het gewenste effect opleveren en of naast het opzetten van de nieuwe wet ook de handhaving effectief kan worden ingezet.

Hier ligt trouwens ook een rol voor belangenorganisaties en vakbonden. In deze blog valt te lezen dat ondernemers, als een platform zich niet aan de regels houdt, de rechter kunnen inschakelen. “Dit kunnen ondernemersorganisaties of -verenigingen ook doen.”

Recommended Posts