De coöperatie als vakbond 2.0? | Hoe sociaal is het sociale gig economy platform Labour Xchange? | Nieuwe wet biedt gebruikers platformen bescherming | Wil de gig worker niets van een vakbond weten, of praten ze simpelweg langs elkaar heen?

Goedemorgen! Afgelopen week weer met veel stakeholders in de platformeconomie in gesprek geweest en het programma voor de drie workshops over de in mijn ogen drie meest onduidelijke issues in de platformeconomie rondgemaakt. Gaan mooie sessies worden. Ook aan een interessant debat over de platformeconomie deelgenomen, waar het mij opviel dat voor veel mensen platformwerk synoniem staat voor slecht betaald, freelance en kwetsbaar werk. Waar de huidige situatie in de markt (hoe zijn de maaltijdbezorgers die bij de restaurants in dienst zijn er aan toe?) niet in de discussie wordt meegenomen. Wat dat betreft hebben de huidige boegbeelden de reputatie, potentie en diversiteit van de kluseconomie nog niet veel goed gedaan. Tijd om daar verandering in te brengen. Ook werd mijn blog over vakbonden en platformen op een internationaal tech platform gepubliceerd en verscheen vanmorgen een nieuwe blog ‘de coöperatie als vakbond 2.0’. Ik vermaak mij wel 😉 Fijne week!

Juristen: samenwerken in coöperatie kan zzp’ers hogere tarieven opleveren | Het Financieele Dagblad

In dit artikel pleitten arbeidsrechtadvocaten Jaap van Slooten en Jorinde Holscher voor de introductie van de werkerscoöperatie. Een vehikel dat, in lijn met eerdere berichtgeving van de Autoriteit Consument & Markt (ACM), zzp platformwerkers moet helpen collectieve (tarief)afspraken te maken met de platformen waar zij voor werken. Een mooi concept dat ik ook in een eerdere blog heb behandeld, maar naar mijn smaak mist het een flinke scheut ambitie. Hier onder, maar ook in het vandaag verschenen stuk op Zipconomy, leg ik uit waarom.

Het coöperatieve model is van oudsher een rechtsvorm dat groepen aanbieders verenigd en laat profiteren van collectieve schaalvoordelen. In een tijd van gevoel van onmacht tegen machtige platformbedrijven, passeert het coöperatieve gedachtegoed regelmatig de revue.

De platformcoöperatie

Wat als we zelf eigenaar zijn van de platformen waar wij nu afhankelijk van zijn? Met dit gedachtegoed coinden professor Trebor Scholz van de linkse New School in New York en journalist Nathan Schneider in 2014 de term platformcoöperaties. Platformen waar de gebruikers van de platformen eigenaar én bestuurder van het platform zijn. Enkele succesvolle voorbeelden van taxi-, schoonmaak- en fotografencoöperaties die succesvol met een eigen platform (lokale) markt bedienen zijn een feit. Zij zijn de inspiratiebron voor velen, zo ook voor de deels Nederlandse sociale Airbnb variant Fairbnb. Ik deed zo’n twee jaar onderzoek naar dit fenomeen, in maart verschijnt een (open acces) paper dat ik samen met collega Koen Frenken schreef over dit onderwerp.

Een administratieve coöperatie

Een voorbeeld van een platformcoöperatie dicht bij huis is het van oorsprong Belgische coöperatie SMart, wat als missie heeft om de leden (freelancers) toe te laten hun economische activiteit te ontwikkelen binnen een veilig kader. Een meer nuchtere Nederlandse versie zou SMart als een payroll of administratieve coöperatie voor freelancers omschrijven. Bij de coöperatie zijn naar eigen zegge 85.000 freelancers aangesloten. SMart bedient van oorsprong vooral artiesten en kunstenaars: de drempel om in België als freelancer aan de slag te gaan is een stuk hoger dan die in Nederland.

Toen Deliveroo en de Belgische equivalent Take Eat Easy op de markt kwamen, heeft SMart de rol van wat van Slooten en Holscher omschrijven als de werkerscoöperatie op zich genomen. Naast de administratieve afhandelingen ontpopte SMart zich als een vakbond en dwong collectieve afspraken voor de maaltijdbezorgers met de twee platformen af. Zo kregen bezorgers per dienst minimaal 3 uur uitbetaald, fietslampjes en een helm en een bijdrage voor het gebruik van de smartphone en fiets. Toen Take Eat Easy failliet ging betaalde SMart uit een eigen waarborgfonds de resterende 340.000 euro aan achterstallige betalingen uit.

De coöperatie als vakbond

In bovenstaande casus zou je kunnen stellen dat SMart als administratieve coöperatie de rol van vakbond op zich heeft genomen. Niet door contributie te innen, maar door relevante dienstverlening aan haar leden aan te bieden en hier een verdienmodel aan vast te koppelen. De vakbond als werkgever, dat klinkt zo gek nog niet. Dat zou een vakbond als muziek in de oren moeten klinken.

Dit inzicht zet de afwijzende reactie van FNV Zelfstandig op het idee van van Slooten en Holscher in een ander daglicht. De werkerscoöperatie is in potentie een directe concurrent van de traditionele vakbond. De Zweedse onderzoeker Fredrik Söderqvist van vakbond Unionen waarschuwt vakbonden al langer dat wanneer zij online platformen niet adopteren, de workers hun eigen vakbond zullen starten.

Een abrupt einde

Toen de Belgische regering in 2017 een fiscaal aantrekkelijk kader optuigde voor platformbedrijven besloot Deliveroo om de samenwerking met SMart stop te zetten. Dit laat ook de kwetsbaarheid van het model van van Slooten en Holscher zien. Hoewel de werkerscoöperatie de krachten van een zwerm aanbieders op een platform bundelt, blijft er een afhankelijkheidsrelatie bestaan tussen de coöperatie en het platform. Een pure platformcoöperatie waar de leden ook daadwerkelijk eigenaar en bestuurder zijn van het platform is dan ook een veiligere optie. En mits goed uitgevoerd de nachtmerrie óf kans voor een vakbond 2.0.

Deliveroo-koerier wil geen zekerheid: ‘Als ik in dienst moet, stop ik ermee’ | De Volkskrant

Deliveroo-koerier wil geen zekerheid: ‘Als ik in dienst moet, stop ik ermee’ | De Volkskrant

In de Volkskrant van vorige week een artikel van 4 Deliveroo koeriers die het podium pakken en zeggen: FNV, bemoei je er niet mee. Twee dagen later verscheen het lezenswaardige column “iedereen heeft het recht zich te laten uitknijpen”.

Natuurlijk kun je een hoop vinden van beide stukken, maar de stukken analyserend kom ik op het volgende uit:

  1. De riders zeggen dat ze de bemoeienissen van de FNV niet waarderen, maar later in het stuk wordt toch duidelijk dat ze zich wel zorgen maken over zaken waar ze een collectief voor zullen moeten vormen om hier iets tegen te kunnen doen. Ik denk dat de vier heren prima open staan voor een vertegenwoordigend orgaan, maar dat ze niet het gevoel hebben dat FNV en zij op één lijn liggen;
  2. Er is hier duidelijk een probleem van het gat tussen individuele en collectieve / maatschappelijke belangen. De heren vinden dat ze zelf hun boontjes wel kunnen doppen, maar wanneer er iets mis gaat, dan is het uiteindelijk de maatschappij die voor de kosten opdraait. En daar ligt natuurlijk de kern van het probleem van heel het debat. En daar ligt een belangrijke opdracht voor de politiek om hier duidelijkheid in te scheppen. Soms moet je minder populaire beslissingen nemen voor een kleine groep, ten goede van het collectief. Dat is ook wat er in Amsterdam gebeurt met Airbnb. De ontwikkelingen zijn nadelig voor een kleine groep stakeholders, maar (als het goed is) goed voor de (leefbaarheid van de) stad.
Gig economy app seeks to balance UK workers and employers | Financial Times

Gig economy app seeks to balance UK workers and employers | Financial Times

Mooi voorbeeld van een ‘sociaal’ kluseconomie platform in de UK, welke mede is gefinancierd door een lokale vakbond.

Het platform heeft een aantal kenmerken:

  1. Het is puur bedoeld voor incidentele klusjes: als een opdrachtgever jou drie keer via het platform inhuurt, dan geef het platform aan dat je deze persoon zelf in dienst moet nemen. Het is natuurlijk de vraag of dit dan ook gebeurt. De aanbieders zijn freelancers en kunnen dus prima buiten het platform om factureren. Of het gaat zwart;
  2. Er is geen vergoeding voor de aanbieder, alleen voor de klant. Deze betaalt een vaste prijs per klus, ongeacht het aantal uren of het tarief. FNV Horeca en Temper hebben overigens ook afgesproken dat bij Temper alleen de klant en niet de aanbieder betaald. Bij uitzendwerk is dit overigens standaard: het is verbonden om geld in te houden van de aanbieder;
  3. Er is een minimum tarief (wat bij meer platformen gangbaar is);
  4. De data is door de gebruiker te downloaden (de vraag is natuurlijk wat je er aan hebt en wij in Europa hebben natuurlijk GDPR);
  5. Er is geen algoritme;
  6. Het richt zich op een doelgroep waar een paar tientjes extra in de week een groot verschil kan maken.

Hoewel het een mooi initiatief is, is het natuurlijk de vraag de ‘sociale’ claim van het platform gerechtvaardigd is. De aanbieder is freelancer, heeft geen verzekering, bouwt niets op en hoewel het voor de doelgroep waar het zich op richt een mooie oplossing biedt, zie ik eigenlijk verder geen verschil met andere ‘commerciële’ platformen. Op zich natuurlijk niets mis mee, maar wel goed om hier duidelijk over te zijn.

Handelaren online platformen beter beschermd | Twinkle

Handelaren online platformen beter beschermd | Twinkle

Vorige week berichtte ik nog over een nieuwe wet in India die platformen (marktplaatsen) waar aanbieders hun spullen verkopen, maar waar het platform ook zelf aanbieder is aanspreekt op hun verantwoordelijkheid.

Ook in Oostenrijk zijn de mededingingsautoriteiten een onderzoek naar Amazon gestart en in dezelfde lijn kwam vorige week dit bericht voorbij: “Partners die via platformen als bol.com of Amazon hun waar verkopen, worden in de toekomst beter beschermd. Dat heeft de Europese Commissie bepaald.”

Onderdeel van deze nieuwe wet is dat accounts niet zonder opgaaf van reden mogen worden verwijderd, dat veranderingen in de algemene voorwaarden minimaal 15 dagen vooraf moeten worden bekendgemaakt en moeten platformen transparanter zijn over ‘hoe zij goederen en diensten rangschikken’ op hun website.

In het bericht op de website van de commissie staat niet specifiek dat dit ook van toepassing is op de collaborative economy, de term die in Brussel wordt gebruikt voor de deel- en kluseconomie. Het stuk lezende lijkt het niet zo te zijn, maar helemaal zeker ben ik er niet van. Ook omdat platformen zich graag als e-commerce platform positioneren, hoewel de rechter daar regelmatig anders over denkt.

Mooie ontwikkelingen dus, al ben ik wel heel benieuwd hoe de handhaving hiervan er uit gaat zien. Zeker met het enorm aantal platforms dat er is en dat er nog aan zit te komen. Daarvoor zullen standaarden moeten worden gecreëerd en manieren om dit automatisch te kunnen monitoren. Een mooie, interessante en vooral ook relevante uitdaging. Ik ga ‘m volgen.

Uber wants to be the ‘Amazon of transportation.’ BMW and Daimler might do it first.

Uber wants to be the ‘Amazon of transportation.’ BMW and Daimler might do it first.

“German carmakers Daimler and BMW unveiled a joint ride-hailing, parking and electric car charging business on Friday to compete with mobility services provided by Uber and other tech firms.”

Mooi om te zien hoe twee bedrijven die voorheen grote concurrent van elkaar waren elkaar nu opzoeken om samen een antwoord te vinden (en hopelijk te bieden) voor de uitdagingen en kansen van deze tijd. En natuurlijk kun je vinden dat 1 miljard dan een schijntje is, Uber die verbrandt dat in een kwartaal, maar als je verder leest dan zie je a) dat er veel meer gebeurt en b) je hebt het hier over bedrijven met bestaande assets die kunnen worden ingezet en die al winstgevend zijn.

Tweet van de week


Vorige week ging ik in Utrecht met Jitse Groen, Marieke Blom, Yorick Bleijenberg en Agnes Jongerius in debat tijdens het event ‘Pizza & de platformeconomie: Wie krijgt het grootste stuk?’. Het was een interessante avond, maar wat mij opviel (en ik had het ook wel een beetje kunnen weten kijkend naar de titel van het event en met een de oprichter van Thuisbezorgd en een UberEats/Deliveroo koerier in het panel) was dat de discussie vooral bleef hangen bij de laagbetaalde, kwetsbare en ook veelal als bijbaan uitgevoerde klussen. Met, niet verrassend, de nadruk op maaltijdbezorgers. En de discussie veel ging over de platformen die hun aanbieders als freelancer classificeren en Thuisbezorgd die dit niet doet (voor 3 procent van hun deliveries).

Nadeel van dit soort discussies is dat platformwerk gelijk wordt gesteld aan werk dat wordt uitgevoerd door een kwetsbare groep slechtbetaalde freelancers die volgens velen eigenlijk gewoon in dienst moeten. En toen ik riep dat platformen in iedere sector een rol gaan spelen dit gelijk als slecht nieuws werd gezien. En dat is zonde. En dat was dan voor mij ook de aanleiding om bovenstaande tweet te versturen. Omdat ten eerste platformwerk niet automatisch ‘slecht’ werk is. Verre van. Werk in de platformeconomie kent vele vormen. Vormen waar de platformisering een bedreiging voor is en vormen waar de platformisering een grote unieke kans is. Uiteindelijk is het dan ook een verantwoordelijkheid voor alle stakeholders om het goede te koesteren en uit te nutten en het ongewenste te bestrijden. En om de balans tussen individu en maatschappij scherp te houden.

Event! (18 maart)

ESB-Economencafé Digitale platformen | ESB

Op 18 maart neem ik deel aan een panel discussie tijdens het ESB-Economencafé over Digitale platformen in Den Haag. Inschrijven kan via de link in de titel.

In de media

“Het grensvlak van verwondering en verbazing ligt dicht bij irritatie en boosheid” • Van Spaendonck 100 jaar

“Het grensvlak van verwondering en verbazing ligt dicht bij irritatie en boosheid” • Van Spaendonck 100 jaar

Ter ere van het 100-jarig jubileum van Van Spaendonck werd ik geïnterviewd over mijn expeditie in de platformeconomie. Het stuk verschijnt later ook nog in een magazine, maar is nu al online terug te lezen.

Eigen publicaties

De coöperatie als vakbond 2.0? | ZiPconomy

De coöperatie als vakbond 2.0? | ZiPconomy

Naar aanleiding van het stuk in het FD over de werkerscoöperatie schreef ik deze blog op Zipconomy.nl

Paradoxically, platforms like Uber and Deliveroo could be good for labor unions | The Next Web

Paradoxically, platforms like Uber and Deliveroo could be good for labor unions | The Next Web

Mijn blog over platformen en vakbonden verscheen afgelopen weekend op het internationale tech platform The Next Web.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe platformen HR outsourcen naar de gebruikers | India legt Amazon aan banden | Wie bouwt de belasting API voor de platformeconomie?

Afgelopen week heb ik een nieuwe mini expeditie aangekondigd: in maart reis ik af naar Denemarken en Zweden voor interviews over samenwerkingen tussen platformen en vakbonden. Ik ga onder andere in gesprek met de oprichters van het Deense platform Hilfr, zij waren het eerste platform ter wereld dat een collective agreement afsloot met een vakbond. Afgelopen week ook naar een interessante bijeenkomst van de Datavakbond geweest, erg benieuwd hoe dit zich zal gaan ontwikkelen.

Komende donderdag ga ik in Utrecht met o.a. Jitse Groen (TakeAway), Marieke Blom (ING), Gijs van Dijk (PvdA) en Yorick Bleijenberg (Maaltijdbezorger en voormalig skydive maatje) in debat bij het event ‘Pizza & de platformeconomie: Wie krijgt het grootste stuk?‘. Er is nog plek, dus wees welkom. Voor nu: fijne week!

Got a Hot Seller on Amazon? Prepare for E-Tailer to Make One Too?

Got a Hot Seller on Amazon? Prepare for E-Tailer to Make One Too?

Dit interessante draadje kwam op Twitter voorbij: “The rule responds to a problem that merchants selling on Amazon routinely face: Amazon will spot their best-selling products and then produce an Amazon-branded version, demoting them in search listings and eating their sales”

Platformen kunnen uit de data die zij verzamelen opmaken welke producten goed lopen, om vervolgens een eigen versie op de markt te brengen. In India is nu een wet aangenomen die dit moet voorkomen. Je zou kunnen zeggen dat een marktplaats als Amazon misbruik maakt van de data macht die zij hebben, waardoor kleine aanbieders worden benadeeld.

Dat dit invloed heeft op de macht van een platform is duidelijk, maar waar ligt de grens tussen gebruik en misbruik? Zo nam het liftplatform BlaBlaCar onlangs een busmaatschappij over om op populaire trajecten eigen bussen in te kunnen zetten. En heeft iedere supermarkt van populaire producten ook eigen varianten: het huismerk.

Ik vind, even hardop denkend en ongehinderd door te veel juridische kennis, dat het belangrijk is om de twee volgende punten in gedachte te houden:

  1. Krijgen beide producten eerlijke kansen? > Waarschijnlijk kan Amazon producten goedkoper in bulk produceren en leven van lagere marges dan de originele aanbieder, maar krijgen beide producten dezelfde kans in de presentatie naar de klant? In een supermarkt staan beide producten nog in het schap en kan de supermarkt spelen met aandacht door het product op een andere hoogte te plaatsen. Maar een marktplaats kan in de algoritmes opnemen dat het product niet of slecht vindbaar is;
  2. Draagt het eigen product bij aan de totaalervaring voor de klant? > Het aanbieden van een alternatief product kan ook bijdragen aan het keuzepalet van de klant en hoeft dus niet persé iets slechts te zijn. In het geval van BlaBlaCar: het kan prima zijn uit onderzoek weten dat de markt van mensen die mee willen rijden nog groter is, maar dat een specifieke doelgroep toch liever meer comfort en minder sociaal gedoe wil. En wel open staat voor een bus of combi liften vs bus (de bus mogelijkheid biedt de achtervang van als er geen lift is), waarmee de markt kan groeien en het aantal auto’s op de weg afneemt.

Daarnaast moet het platform ook het lange termijn eigenbelang in de gaten houden. Wanneer Amazon bekend komt te staan van het pikken van de krenten uit de pap, zullen aanbieders ook meer terughoudend worden om aanbod op het platform te plaatsen en te investeren in marketing en innovatie van dit product. Want waarom risico lopen als je weet dat op het moment dat het een succes wordt je door het platform buitenspel wordt gezet? De aanbieders op Amazon in dit verhaal betalen als het ware voor de productverkenning van het platform en ik kan mij niet voorstellen dat dit bijdraagt aan een goede lange termijn relatie en succes van het platform.

Huiseigenaren verhuren het liefst zwart aan toeristen | TROUW

Huiseigenaren verhuren het liefst zwart aan toeristen | TROUW

Het gebruik van Airbnb groeit, maar de aangiften van inkomsten uit Airbnb verhuur blijven achter. “Vorig jaar meldde Airbnb dat er in 2017 meer dan 31.000 verhuurders actief waren in Nederland. Van al die verhuurders deden er ongeveer achtduizend aangifte van de verhuur van een eigen woning.”

Vakantieverhuur is natuurlijk niet nieuw en ging in het verleden procentueel gezien waarschijnlijk veel vaker zwart, maar platformen als Airbnb hebben wel de drempels voor vraag en aanbod drastisch verlaagd (en er een mooie berg marketing tegenaan gegooid), waardoor de markt enorm is gegroeid. Het platform zou dan ook de plek moeten kunnen zijn waar de Belastingdienst mee profiteert van de schaalvoordelen van het platform. Oftewel: via een API automatisch verhuurdata doorgeven aan de Belastingdienst. Moeilijker moeten we het niet maken.

Jarell Habets van Startup van het Jaar Shypple: ‘Executie is alles’ | Sprout

Jarell Habets van Startup van het Jaar Shypple: ‘Executie is alles’ | Sprout

Platformen verlagen transactiekosten en lossen informatie assymmetrie op. Naast de sectoren arbeid (bemiddeling) en mobiliteit is de sector transport er eentje waar nog veel winst te behalen valt. Een markt met veel verschillende partijen aan de vraag en aanbod kant en veel offline bureaucratische procedures.

Mooi voorbeeld van een platform die hier succesvol in is, is Sprout startup van het jaar Shypple: “Shypple noemt zich ook wel “de Booking van de zeevaart”. Het b2b-bedrijf biedt een platform waarop klanten direct verschepingen van vrachten kunnen boeken. Ook kunnen ze er hun geboekte vrachten op managen. Ze hoeven daarvoor niet meer naar trage expediteurs te gaan, die vaak uren spenderen aan het opstellen van een offerte.”

Een van de podcast die ik regelmatig luister is die van Fast Moving Targets. Een absolute aanrader! Erwin en Roeland interviewen met grote regelmaat platform ondernemers. Twee (willekeurige) interessante afleveringen:

  1. Joni de Vogel Smeenk (Vatfree): “Er blijft jaarlijks 8 miljard aan btw liggen in de EU” > over hoe een platform het voor reizigers ‘makkelijk’ maakt om BTW uit het buitenland terug te vorderen;
  2. Derk van der Have (Brenger): “Wij zorgen dat koeriersbedrijven effectiever kunnen werken” > een platform die de onbenutte capaciteit in koeriersbusjes vult.

Even off topic: waar veel platformen in het begin vooral de focus hadden op c2c denk ik dat de grootste potentie zit in platformen met aan een of beide kanten van de marktplaats een b. Vanuit dat opzicht hebben platformen misschien dan ook een slechte start gemaakt. Zo zie ik dat veel mensen in discussies over de kluseconomie zijn verblind door de discussies rondom Uber en Deliveroo, terwijl dat slechts een heel plein puntje van een van de ijsbergen is…. De kluseconomie is heel gevarieerd voor iedere variatie zijn weer andere kansen en bedreigingen. Alles over één kam te scheren draagt niet bij aan de ontwikkeling, acceptatie en borging in de maatschappij.

Instacart Workers’ Revolt Over Tips Reveals A Big Problem For The Gig Economy

Instacart Workers’ Revolt Over Tips Reveals A Big Problem For The Gig Economy

In dit artikel komen een paar interessante ontwikkelingen naar voren. Instacart is een app waarmee je boodschappen kunt laten bezorgen en waar anderen voor jou boodschappen kunnen doen en die vervolgens bij jou bezorgen. En daarmee dus onderdeel van de kluseconomie.

Instacart heeft een minimum uurloon, maar het bleek dat de fooien die klanten aan de bezorgers gaven werden gebruikt om het tekort van het van dat uur verdiende bedrag aan te vullen tot het minimum uurtarief. Instacart heeft beloofd dit aan te zullen passen. Andere bedrijven als Amazon hebben een zelfde ‘strategie’, maar zijn niet van plan dit aan te passen.

Ik roep het al een tijdje: in de kluseconomie sourcen bedrijven hun HR uit naar de gebruikers. Door de review scores worden zowel aanbieder als klant beoordeeld en hiermee filter je relatief eenvoudig de rotte appels er uit. Daarnaast stuurt het algoritme en de app het gedrag van de gebruikers. In dit stuk komen ze daar ook op: “The workers themselves, and the organizing groups that are working with them, are operating as HR departments as well.”. In dit stuk gaan ze alleen nog iets verder. Gebruikers van de apps als Instacart en Uber ontdekken ook veel fouten in de app en algoritmes, welke ze vervolgens in groepen bespreken en melden aan het bedrijf. Zowel de rekening van de fouten als de rekening van het uitzoeken hiervan ligt over het algemeen bij de gebruikers.

Het artikel begint met de volgende zin: “Companies like Instacart, DoorDash, and Uber rely on workers to report problems with the app, creating an opening for both regulators and the public to criticize them.” Wat ze zeggen is dat doordat de aanbieders de fouten uit het systeem vissen, zij ook goed doorhebben wat er mis is en gaat (een screenshot is zo gemaakt), wat weer een kans is voor beleidsmakers en de publieke opinie om druk uit te oefenen op de app. Wat mij ook opvalt in dit stuk is hoe veel passages er zijn van groepen aanbieders die zich hebben verenigd om bijvoorbeeld een minimumloon af te dwingen. Hier liggen interessante kansen, mits de vertegenwoordigende partij de vinger op de zere plek van degenen waar het over gaat kan leggen. Oftewel: zijn relevantie kan bewijzen. En dat klinkt makkelijker dan dat het is.

IKEA onderzoekt mogelijkheid tot ‘Zalando voor meubels’ | NU.nl

IKEA onderzoekt mogelijkheid tot ‘Zalando voor meubels’ | NU.nl

“De Zweedse meubelgigant IKEA doet onderzoek naar een verkoopplatform waarbij ook concurrenten meubels kunnen aanbieden, zegt Inter IKEA-topman Torbjorn Loof in een interview met Financial Times.”

IKEA kijkt dus ook naar de platformeconomie. Wat ze kunnen doen is een eigen platform starten en gebruik maken van hun sterke merk om het platform vervolgens open te stellen voor andere aanbieders. Of ze gaan simpelweg hun meubels via bestaande platformen verkopen, iets dat een logische maar niet heel spannende stap is.

Ook in dit stuk: “Eerder kondigde de meubelgigant aan te experimenteren met het verhuren en leasen van meubilair. Ook experimenteert het bedrijf met winkels in het centrum van steden en het aanbieden van een meubelmontageservice.” Je kunt vinden van de experimenten wat je wilt, ik was zelf ook kritisch op het verhuur (lees: lease) experiment voor studenten en dan vooral op de duurzame claim, maar het is wel interessant hoe een groot bedrijf als IKEA op zoek is naar hun plek in het ecosysteem van de toekomst.

Zes mythes over technologie | Het Financieele Dagblad

Zeer lezenswaardig stuk in het FD afgelopen week van nieuwsbrief abonnees Hella Hueck en Robert Went (welkom!) over de zes mythes van technologie. Altijd goed om met een nuchtere en brede bril naar wat aannames van deze tijd te kijken. Van de cliché ‘de ontwikkeling gaat sneller dan ooit’ tot een aantal heet relevante als ’technologie lost al onze problemen op’, ’technologie overkomt ons’ en ‘de overheid moet technologie aan ondernemers overlaten’.

Het probleem wat ik vaak heb bij tech optimisten die zeggen dat technologie onze problemen wel op zullen lossen is dat zij hiermee de verantwoordelijkheid van het nu loslaten. En in hun optimistische (je zou ook kunnen zeggen: naïeve) planning alleen de technologische, maar niet de menselijke en maatschappelijke variabelen meenemen. Als we de tech optimisten hadden mogen geloven dan hadden we allemaal al vijf jaar geleden massaal in de autonoom zelfrijdende auto rondgereden.

Belangrijk aan de twee laatste punten vindt ik dat het benadrukt dat we als maatschappij een rol (en plicht) hebben in de manier waarop technologie ons leven verrijkt (of verpest). Dat is een verantwoordelijkheid die genomen moet worden, daar van weg lopen is onverantwoord. Voor de overheid ligt hier een heel belangrijke rol, een rol waarvan ik in gesprekken merk die nog zwaar wordt onderschat.

In het kader van ‘niet alles blind aan de markt overlaten’ ook dit bericht van Amazon afgelopen week: “Amazon made an $11.2bn profit in 2018 but paid no federal tax“. Onv
erantwoord dat een bedrijf die zo leunt op publiek gefinancierde infrastructuur (is natuurlijk een logistiek bedrijf, afhankelijk van internet, etc.) daar zo mee om gaat. En is Amazon de enige? Natuurlijk niet. Maar dat er meer kandidaten zijn betekent niet dat het prima is dat ze er mee weg komen.

Naar aanleiding van het FD stuk ook maar het (e)boek van Mariana Mazzucato ‘De waarde van alles’ gekocht. Geen zin om het boek te kopen, maar toch geïnteresseerd in haar verhaal? Check dan hier haar 15 minuten durende TED talk. Aanrader, zeker voor wie er van overtuigd is dat overheid een saaie bende is waar iedere euro die daar naar toe gaat er eentje te veel is.

Event deze week, wees welkom!

Pizza & De Platformeconomie: Wie Krijgt Het Grootste Stuk? – donderdag 21 februari in Utrecht

Pizza & De Platformeconomie: Wie Krijgt Het Grootste Stuk? – donderdag 21 februari in Utrecht

Komende donderdag neem ik deel in een panel discussie georganiseerd door PvdA Europa over platformwerk. Wees welkom! Inschrijven kan via deze link. Het programma:

“Een schoonmaker via Helping, een taxi via Uber en nooit meer koken dankzij Deliveroo. Uber-handig allemaal, maar vaak onzeker voor de platformwerker. De risico’s in de platformeconomie gaan verder dan alleen haar werknemers. Na een reeks ongelukken met Uber-chauffeurs, waarvan zelfs vier met een dodelijke afloop. Bij wie ligt aansprakelijkheid en hebben alle platformwerkers sociale zekerheid?

Europarlementariër Agnes Jongerius (PvdA) gaat hierover in gesprek met Jitse Groen (oprichter van Thuisbezorgd.nl), Marieke Blom (hoofdeconoom van ING), Martijn Arets (expert platformeconomie), Yorick Bleijenberg (maaltijdbezorger) en Gijs van Dijk (Tweede Kamerlid).”

Eigen publicaties

Platformen zijn geen vloek, maar een zegen voor vakbonden – Management Impact

Platformen zijn geen vloek, maar een zegen voor vakbonden – Management Impact

De korte versie van de eerder verschenen blog op Zipconomy publiceerde ik afgelopen week op Management Impact.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

EY doet stap(je) in de gig economy | Wat doen we met apps die gamification technieken in de offline wereld loslaten? | Uber wil zichzelf disrupten, maar hebben ze genoeg tijd?

Goedemorgen! Afgelopen deelde ik op Zipconomy mijn blog ‘5 redenen waarom platformen als Uber en Deliveroo niet de nachtmerrie, maar de ultieme droom zijn voor vakbonden‘. Tijd om het debat op een ander niveau te brengen en de context in de discussie te gooien. Ook startte ik met de voorbereidingen voor 3 (besloten) workshops die ik vanuit de Universiteit Utrecht ga organiseren rondom de volgende onderwerpen:

  1. Transparantie in matching algoritmes middels de algoritme accountant;
  2. Flexibiliteit, zekerheid en collectiviteit voor de aanbieder in de kluseconomie;
  3. Hoe portabiliteit van reputatie data kan bijdragen aan een inclusieve kluseconomie.

De workshops vinden in april, mei en juni plaats bij Seats2Meet in Utrecht. Binnenkort komt er het e.e.a. online te staan. Ben je van mening dat je voor een van de 3 workshops waarde kunt toevoegen en móet worden uitgenodigd, stuur dan een reply op deze mail.

Ook deze week weer 5 mooie stukken verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week!

EY-platform GigNow: voor ‘de coolste klussen’ | ZiPconomy

EY-platform GigNow: voor ‘de coolste klussen’ | ZiPconomy

Ik noemde het al eerder: 2019 wordt het jaar van de corporate gig platforms. Het ING rapport van vorig jaar mei dat voorspelt dan over 10 jaar tussen de 20 en 70 procent van de uitzendmarkt via platformen gaat lopen heeft daar een mooie bijdrage aan geleverd ;-).

Maar het is niet alleen de markt van intermediairs die we nu kennen waar kansen liggen voor platformen. Juist ook kennis en project organisaties kunnen a) hun eigen flexibele schil (maar ook hun vaste krachten) via platformen organiseren en b) via platformen intappen op een groep (internationale) experts die zich anders niet aan hun organisatie zouden willen binden. Een voorbeeld van zo’n platform is Toptal.com, dat zich profileert als ‘hire the top 3% of Freelance talent’. Internationaal uiteraard.

Platformen als Toptal empoweren top professionals om meer werk te krijgen en beter te verdienen. Toptal is dan ook het andere uiterste van het spectrum van de kluseconomie. Waar aan de ene kant de kwetsbare ‘voor jou 10 anderen’ aanbieder zit (met als extreem voorbeeld Amazon Mechanical Turk als ultiem horror scenario), zit aan de andere kant een groep high skilled worker die via platformen flexibeler kan werken, een internationaal publiek kan bereiken en onder de streep waarschijnlijk meer kan verdienen.

En de aanleiding voor dit stuk? Dat was het bericht van EY een eigen ‘gig’ platform is gestart. Ik heb er snel even naar gekeken:

  1. “GigNow is a talent marketplace that matches contract workers with gigs at iconic organizations around the world. We make it simple to find the projects you love. We give you the flexibility and choice to control your career.” > de positionering gaat dus uit van een beperkt aantal klanten (ik vermoed van EY) waar je als outsider via EY aan de slag kunt gaan. Een redelijk eenzijdige benadering;
  2. ‘6 months average gig’. Het gaat dus niet zozeer om klusjes, maar om de wat meer langlopende klussen;
  3. je kunt je interesse kenbaar maken voor een klus, maar er is nog steeds een ‘human’ recruiter die het proces begeleidt.

Wanneer ik kritisch kijk naar hoe de profilering van het zijn van een ‘gig’ platform en wat er daadwerkelijk gebeurt dan wordt ik er niet heel enthousiast van. De Nederlandse pagina van het platform is trouwens een stuk ‘eerlijker’ over wat het initiatief inhoudt: “GigNow, een online talentplatform waarop wij zelfstandige professionals met een track record in marketing, finance en cyber security matchen met opdrachten bij onze klanten. In de private en publieke sector.”  Oké, het is dus een platform (website) waar freelancers kunnen reageren op klussen van EY. In deze vorm dus niet heel vernieuwend, maar het geeft wel inzicht in waar het heen zou kunnen gaan. Want ik ga er voor het gemak maar van uit dat de ambities verder reiken dan dat wat er nu staat. Die ambities die komen in het artikel overigens naar voren.

En die toekomst zou kunnen zijn: dat corporates (klanten van intermediairs) zelf platformen gaan bouwen om talent aan zich te binden en daarmee direct concurreren met traditionele intermediairs. En dat is een interessante ontwikkeling…..

Op nachtelijke stepjacht: veel stress, weinig euro’s | BRUZZ

“De ruim 1.000 deelsteps van Lime zijn overal. Veel minder zichtbaar zijn de mensen die ’s avonds beginnen aan een dolle jacht op zoveel mogelijk steps en enkele tientallen euro’s.”

Ik schreef begin vorig jaar al over de slimme manier waarop deelstep aanbieder Bird er voor zorgde dat de stepjes iedere nacht weer opnieuw over de stad worden verdeeld én worden opgeladen. Via slimme gamification methodes worden ‘Bird Hunters’ gemotiveerd om tegen een vergoeding iedere avond en nacht aan de slag te gaan.

In dit artikel wordt mooi omschreven hoe een avond van de ‘Juicers’ er uit ziet. Dit zijn de ‘watchers’ van concurrent Lime. In dit stuk worden worden een paar minpunten zichtbaar.

Ten eerste even praktisch voor de Hunter/Juicer zelf. Zij zijn afhankelijk van het tarief dat de aanbieder van de steps. Daarnaast kan de aanbieder van de een of andere dag besluiten het model om te gooien, wat direct impact heeft op de inkomsten van de juicer. Is dit erg? Op zich niet, zolang maar duidelijk is dat dit een leuk bijbaantje is. Wel een bijbaantje waarvoor het handig is om een rijbewijs te hebben, want in een auto kun je meer serieuze aantallen vervoeren en dus…. serieuzer geld verdienen.

Het grootste min- of in ieder geval discussiepunt is dat techbedrijven experimenteren met gamification technieken om mensen uit te dagen dingen te doen in de echte wereld. De eerste keer dat we dit zagen (bij mijn weten) is toen de Pokémon VR app doorbrak. Massa’s mensen gingen in het spel dat een digitale laag over de fysieke wereld heen legde op, maar hadden weinig oog voor die fysieke omgeving. Winkels, tuinen, parken en meer werden platgelopen door door het spel verblinde volwassenen. Ook vielen er doden: een Pokémon die net over het randje van een ravijn is geplaatst zorgde in ieder geval voor één dode.

Ook bij Uber in Amsterdam, waarbij het bedrijf probeert chauffeurs te sturen via deze technieken is er discussie. ‘Chasing the surge’ is een uitdrukking om snel naar gebieden te rijden waar de opbrengsten het hoogst zijn. Iets dat ongewenst rijgedrag (wie het eerst komt…), maar ook iets dat maatschappelijk (rondscheurende auto’s en volle straten) nadelen kent. Over de technieken die Uber gebruikt om chauffeurs te overtuigen nog wat langer te rijden liggen na een aantal ernstige ongelukken in Amsterdam onder vuur.

Bij het lezen van dit stuk over de Juicers van Lime kreeg ik een zelfde gevoel. Zelfs een onervaren Juicer als de journalist betrapte zichzelf op onverantwoord gedrag in het verkeer tijdens het spelen van het ‘spel’. Ik denk dat het een kwestie van tijd is voordat er iets mis gaat.

Al met al is het belangrijk om een maatschappelijk debat te starten over de verantwoordelijkheid van dit ‘real life gamification’ methodes. Want hoe waanzinnig interessant en uitdagend de spellen ook kunnen zijn: er moet ook verantwoordelijkheid worden genomen voor dit soort activiteiten die een directe impact hebben in de ‘offline’ wereld.

Uber Lays Out Its Plan for Long-Term Self-Disruption – Bloomberg

Uber Lays Out Its Plan for Long-Term Self-Disruption – Bloomberg

“Uber Technologies Inc. is more than just ride-hailing. That’s a key part of the pitch it’s making to investors as the company prepares for an initial public offering this year. In fact, some of Uber’s new lines of business may actively dissuade people from calling one of its cars.”

Dat de ambitie van Uber verder gaat dan alleen taxi’s, dat is al even bekend. De ambitie is om dé toegangsapp voor vervoer te worden. In dit stuk vorige week deelde ik al de uitdagingen en keuzes waar het bedrijf voor staat.

Dat we naar één toegangsapp (in ieder geval lokaal of nationaal) gaan, dat is duidelijk. Het is alleen de vraag in hoeverre deze ene app unieke toegevoegde waarde kan bieden om ook het businessmodel sluitend te krijgen. Een misschien nog belangrijkere vraag, dit is in ieder geval voor Uber het geval: binnen welke termijn.

Ik ben niet al te optimistisch. Hoewel de ambities van Uber groots zijn, zie je dat ze telkens weer initiatieven starten die:

  1. nieuw zijn: steden zijn er nog niet op ingericht. Regelgeving ook niet. Dat is een risico en kost tijd. En even los van dat steden en regelgeving nog niet klaar zijn voor deze initiatieven: ook strategisch is het nog een zoektocht;
  2. lokale netwerk effecten hebben, dus kostbaar om te schalen;
  3. steeds vaker al een (lokale) partij hebben die met veel geld in de markt zit. Een van de voorwaarden voor een markt waar een platform succesvol kan zijn is dat het in een gefragmenteerde markt stapt, dat lukt steeds minder, dus: meer risico.

Het is duidelijk dat Uber nog heel wat geld nodig heeft voordat het het model op orde heeft. De vraag is: krijgen ze het voor elkaar om tot dat punt te komen? De beursgang lijkt daarmee dan ook broodnodig om een kans te maken op lange termijn. De auteur van deze blog sluit zijn stuk dan ook toepasselijk af:

“Still, bike trips are much cheaper than car rides, and Uber’s path to diversification promises to be an expensive one. As the company dabbles in an increasingly wide array of businesses, it’s spending quickly. Uber lost $1.1 billion in the third quarter of last year alone. It’s now in the phase of “building mind share and changing behaviors,” Sundararajan said, “and that is frequently accompanied by losing money.”

Hermes to offer gig economy drivers better rights under union deal | Business | The Guardian

Een mooi voorbeeld van hoe freelancers en zekerheden wél samen kunnen. De koeriers van Hermes in de UK kregen van de rechter gelijk in hun strijd om erkend te worden als ‘worker’.

“The courier company Hermes is to offer drivers guaranteed minimum wages and holiday pay in the first UK deal to provide trade union recognition for gig economy workers.

Under the agreement with the GMB union, Hermes’ 15,000 drivers will continue to be self-employed but can opt into contracts with better rights.”

Is dit goed nieuws voor Nederlandse freelance platform werkers? Ik ben geen jurist, maar voor wat ik er van weet niet. Waarom? Omdat de ‘worker’ categorie in de UK een tussencategorie is. Je bent freelancer, maar je hebt toch recht op bepaalde zekerheden, vakantiegeld, etc. En die categorie hebben we in Nederland niet. Moeten we in Nederland dan ook niet gewoon zo’n derde categorie invoeren? Iedereen die ik daar over hebt gehoord die zegt heel hard ‘nee’. Waarom? Omdat dan misschien een aantal precaire freelancers er op vooruit gaat, maar gelijk zal een hele grote groep precaire werkenden uit de eerste categorie naar de tweede (tussen) categorie worden gedumpt. En daar wordt onder de streep de maatschappij niet beter van. Daarnaast: een derde categorie is weer een patch op een systeem dat eigenlijk rigoureus moet worden herzien. Het invoeren van een tussencategorie is weer een excuus om daar niet aan te hoeven beginnen.

Automated background checks are deciding who’s fit for a home – The Verge

Automated background checks are deciding who’s fit for a home – The Verge

“Automation has turned criminal background checks into pass-fail mechanisms, but advocates say simple algorithms can’t capture the complexity of records.”

Algoritmes waarvan de uitkomst bepaalt of we wel of niet een lening, een huis, opleiding, uitkering en meer krijgen. Het is nu al werkelijkheid en zal in de toekomst alleen maar meer voorkomen.

In dit artikel een interessant en lang verhaal van een case van iemand die werd geweigerd als huurder van een appartement en vervolgens van het kastje naar de muur werd gestuurd.

Hoewel ik verwacht dat dit in de (nabije) toekomst alleen maar meer en meer zal gebeuren, denk ik dat het daarom ook nu belangrijk is om een goede discussie te hebben over wat basis afspraken en gedragsregels. Zo moet het duidelijk zijn waar je terecht kan wanneer je het niet eens bent met de ‘uitspraak’. In dit stuk: “If the company flags your application, and you believe it’s relying on inaccurate information, CoreLogic offers a helpline to call. The company says it will conduct a reinvestigation that will be completed within 30 days, and if any errors are found, will fix the issues.” 30 Dagen. Dat is lang. Daarnaast: het is ook de slager die zijn eigen vlees keurt. Het is dan ook de vraag wie verantwoordelijk moet zijn in dit soort zaken. Nu lijkt het meer dat je schuldig bent tot het tegendeel is bewezen. Maar ook: gaan we blind varen op uitkomsten van algoritmes waarvan we niet weten wat de bron van de data is en welk
e variabelen zijn meegenomen? Wederom: geen wenselijk scenario. Tijd dus voor een goed debat….

Eigen publicaties

5 redenen waarom platformen als Uber en Deliveroo niet de nachtmerrie, maar de ultieme droom zijn voor vakbonden | ZiPconomy

5 redenen waarom platformen als Uber en Deliveroo niet de nachtmerrie, maar de ultieme droom zijn voor vakbonden | ZiPconomy

Afgelopen week publiceerde ik een lange blog waarin ik pleit dat platformen niet de nachtmerrie, maar de droom zijn voor vakbonden. Dit zijn de vijf punten die ik behandel:

  1. Met de groei van de platformeconomie zullen platformen meer en meer baat hebben bij tevreden workers. Daarnaast zijn zij ook het visitekaartje na een puur online contact;
  2. Platformen centraliseren een markt die al bestaat en die voorheen onzichtbaar en gefragmenteerd was, wat kansen biedt om deze tot nu toe onzichtbare groep workers te vertegenwoordigen en te voorzien van collectieve voordelen;
  3. Data en algoritmes kunnen toezien op het naleven van collectieve afspraken;
  4. Hoe meer het opdrachtgeverschap is versnipperd, hoe groter de toegevoegde waarde is van een centrale organisatie;
  5. Platformen verlagen door hun ‘digital first’ karakter de drempels om te staken.

Ook benoemde ik een paar uitdagingen:

  1. Bij veel platformen zijn de aanbieders zzp’er. Ondernemers volgens de wet. En die mogen zich volgens de mededingingswet niet organiseren;
  2. Met locatiedata kan het platform zien wanneer aanbieders zich fysiek verzamelen en vervolgens consequenties aan deze acties verbinden door de aanbieder te ‘deactiveren’ of geen of alleen maar slechte klussen aan te bieden;
  3. Veel platformen maken gebruik van geautomatiseerde prijsstelling. Als het aanbod hoger is dan de vraag (wat zo zal zijn bij een staking), dan gaat de vergoeding voor de aanbieder automatisch omhoog. Dit zorgt er voor dat aanbieders die op dat moment ‘op de bank zitten’ zich aanmelden. Het is juridisch nog een vraag of dit kan worden gezien als ‘staking breken’, iets dat per wet verboden is.

Het doel van dit stuk is om de discussie op een ander niveau te krijgen en ook de context van de platform ontwikkelingen in de discussie te krijgen. Het stuk stond dit weekend op de nummer 1 van meest gelezen op Zipconomy.com en er kwamen flink wat reacties op het stuk. Hopelijk is een balletje nu gaan rollen.

In de media

Lease een LACK-tafeltje | RTL Nieuws

Lease een LACK-tafeltje | RTL Nieuws

“Meubelgigant IKEA wil dat klanten ook spullen kunnen huren in plaats van alleen maar kopen. In Amsterdam loopt er in een studentencomplex een proef waar jongeren meubels kunnen huren van IKEA.”

Ik werd door EditieNL gevraagd of de duurzaamheidsclaim van IKEA klopt. Na wat logisch en kritisch nadenken kwam ik op het volgende uit:

  1. IKEA knapt de meubels na gebruik weer op en doet het in de verkoop. De meubels zijn dan 2 jaar oud. Ik vermoed dat veel normale kopers langer met de meubels doen en als zij die eerder verkopen dat deze op Marktplaats.nl belanden. Het is dus maar de vraag of dit een positief duurzaamheidseffect heeft;
  2. Zolang IKEA niet speciaal duurzame meubels gaat maken voor de verhuur (meubels die steviger zijn, makkelijker onderdelen te vervangen, etc.) dan zal het ook weinig impact hebben;
  3. IKEA noemt het heel stellig huren. Ik zie het meer als een slimme (en voor de doelgroep misschien ook welkome) lease constructie. In twee jaar tijd betaal je de meubels af en aan het eind van de rit kun je de meubels voor 25% van de nieuwprijs overnemen. Ik snap IKEA wel dat ze het huren noemen. Als ze het leasen zouden noemen dan zouden ze waarschijnlijk aan een stuk meer regels moeten houden en dit ook bij de service moeten vermelden. Maar onder de streep is het natuurlijk gewoon lease.

Slaat IKEA dan echt geen deuk in een pakje boter met deze service? Zo erg is het ook weer niet. Het is natuurlijk goed dat ze experimenteren en dat kan geen kwaad. Ik heb ook al gehoord dat ze dit ook uitproberen met kantoormeubelen. Het is dus een kwestie van experimenteren en leren totdat ze de juiste doelgroep en assortiment te pakken hebben. Maar noem het dan innovatie in bussinessmodel, niet als mega hippe duurzame oplossing ;-).

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

5 redenen waarom platformen als Uber en Deliveroo niet de nachtmerrie, maar de ultieme droom zijn voor vakbonden

Het is tijd om het eens serieus te hebben over de platformeconomie. De afgelopen jaren zijn het briefje in de supermarkt, de advertentie in de krant en de telefooncentrale vervangen door online platformen als Uber (taxi), Helpling (thuisschoonmaak), Charley Cares (oppas) en Werkspot (klussen). In deze zogenaamde ‘kluseconomie’ worden mensen voor vaak korte werkzaamheden ingehuurd en betaald via een website of app (1). Hoewel veel van deze platformen al jaren actief zijn op de Nederlandse markt, is de discussie over Uber, Helpling en Deliveroo in 2018 pas aardig losgebarsten.

De kluseconomie is nog klein. SEO Economisch Onderzoek berekende vorig jaar dat slechts 0,4 procent van de beroepsbevolking (34.000 mensen) wel eens via zo’n platform werkt (2). De commotie rondom de kluseconomie gaat dan ook niet zozeer over de situatie nu, maar vooral over de toekomst. In 2018 voorspelde het ING Economisch Bureau (3) dat online platformen over tien jaar 20 tot 70 procent van de uitzendmarkt hebben overgenomen, afhankelijk van de ontwikkeling van regelgeving en technologie. Aangezien je via de meeste platformen werkt als freelancer, zal dat zorgen voor een enorme stijging van het aantal zzp’ers.

Organisaties die opkomen voor de belangen van werkenden zijn bang voor platformisering

Organisaties die opkomen voor de belangen van werkenden zijn bang voor deze ontwikkeling. Vakbond FNV vreest dat werknemers kwetsbaarder worden door de platformisering van arbeid. Genoeg reden om deze constructie bij de rechter te toetsen met rechtszaken tegen platformen Deliveroo en Helpling, vond de vakbond. FNV verloor de eerste zaak, maar won in januari 2019. De Amsterdamse kantonrechter oordeelt dat Deliveroo-bezorgers geen zzp’ers zijn en dat zij vallen onder de cao beroepsgoederenvervoer. (4)

De discussie is hiermee nog lang niet afgelopen. Ik vind het vooral jammer dat vakbonden en platformen tegenover elkaar staan. Volgens mij lost dat op den duur niks op. Veel risico’s van de platformeconomie hebben namelijk eigenlijk niet zoveel te maken met online platformen. Het zijn uitvergrotingen van bestaande vraagstukken rondom flexibilisering. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat sociale zekerheden gekoppeld zijn aan een arbeidscontract. Of het gebrek aan duidelijkheid rondom zzp’ers: wanneer is sprake van schijnzelfstandigheid? Daarom wil ik kijken hoe platformen in de kluseconomie kunnen bijdragen aan het welzijn van werkenden. Platformen zijn misschien niet de vloek, maar een zegen voor vakbonden.

Het probleem van de vakbonden

Terwijl platformen groeien, is het aantal mensen dat lid is van een vakbond de afgelopen vijf jaar fors gedaald. In totaal daalde het aantal vakbondsleden in Nederland van bijna 1,9 miljoen in 2012 naar 1,6 miljoen in 2017. Het percentage werkenden dat lid is van een vakbond lag een halve eeuw geleden rond 40 procent, nu is dat zo’n 15 procent. En dat percentage blijft dalen, want jongeren zijn nauwelijks aangesloten bij vakbonden. Nog geen 4 procent van de leden is jonger dan 25 jaar. Door de afnemende populariteit hebben vakbonden het ook moeilijker bij bij cao-onderhandelingen. Hoe krachtig en relevant zijn ze nog?

Samenwerken met platformen is niet zo gek, zie buitenlandse voorbeelden

Samenwerken met platformen is niet zo gek. En het kan, bewijst een Deens experiment. In Denemarken sloot het schoonmakersplatform Hilfr als eerste platform ter wereld een collectieve afspraak met vakbond 3G (5): als schoonmakers meer dan 100 uur als freelancer hebben gewerkt, krijgen ze automatisch een dienstverband van het platform. Een ander voorbeeld is de Duitse vakbond IG Metall, dat samen met een aantal platformen een klachtencommissie opricht voor platformmedewerkers. En tot slot is er ook een Nederlands voorbeeld: FNV Horeca en platform voor freelance horecapersoneel Temper werken samen (6).

Vijf redenen voor vakbonden om juist blij te zijn met platformen

In plaats van de strijd aan te gaan met de platform zie ik vijf redenen waarom vakbonden juist blij moeten zijn met die initiatieven:

  1. Ook platformen hebben baat bij tevreden werknemers

Over het algemeen zien vakbonden platformen als ‘de grote graaiers uit Silicon Valley’: tech-ondernemers die over de rug van gebruikers zoveel mogelijk geld willen verdienen. Tijdens mijn onderzoek naar de platformeconomie heb ik honderden van deze ondernemers wereldwijd ontmoet. En ik kan je zeggen dat de meerderheid van hen redelijk en sympathiek is. Het zijn slimme professionals die weten dat rust en duidelijk essentieel zijn voor groei van hun onderneming.

In een groeimarkt zullen platformen hun best moeten doen om hun werknemers tevreden te houden

Platformen hebben baat bij tevreden platformwerkers. Ten eerste omdat de chauffeurs van Uber en de fietsbezorgers van Deliveroo het gezicht van het bedrijf zijn. Zij hebben offline contact met de klanten die zij online werven. Ten tweede omdat ze makkelijk kunnen overstappen naar de concurrent. Er komen namelijk steeds platformen bij en platformwerkers zijn niet verbonden aan een app met een contract.

Met een markt die groeit zullen platformen in de toekomst nog meer hun best moeten doen om hun werknemers tevreden te houden. Taxi-app Uber geeft zijn chauffeurs (Uber noemt ze ‘partners’) in de Verenigde Staten bijvoorbeeld extra beloningen als zij meer uren via het platform rijden.

  1. Platformen centraliseren een gefragmenteerde en onzichtbare markt

Het lijkt vaak alsof de diensten die platformen aanbieden nieuw zijn, maar dat is niet waar. Een app zorgt voor gemak en efficiëntie, maar schoonmaken, oppassen en pizza’s bezorgen zijn niet nieuw. Bovendien worden de meeste van dit soort klussen nog steeds niet via platformen geregeld.

Zo bezorgen koeriers ‘in dienst’ van restaurants nog steeds de meeste maaltijden. Uit cijfers van bestelsite Thuisbezorgd.nl blijkt bijvoorbeeld dat eigen koeriers van restaurants 98,6 procent van de maaltijden bezorgen. De bezorgers van platform Thuisbezorgd.nl leveren slechts 1,4 procent van de bestellingen af. Bij schoonmaak zal dit percentage waarschijnlijk nog lager zijn: de meeste mensen vinden de schoonmaakster via-via.

Wat platformen als Helpling en Deliveroo doen is een bestaande gefragmenteerde en nagenoeg onzichtbare (deels zwarte) markt centraliseren via een online platform. Hiermee bieden ze een unieke kans voor vakbonden. Die kunnen in gesprek gaan met een groep werknemers die voorheen nagenoeg niet te organiseren was.

  1. Data en algoritmes kunnen ondersteunen in de naleving van gemaakte afspraken

Platformen verlagen transactiekosten door automatisering. Ze matchen vraag en aanbod. Maar hoe ze dat doen, is vaak onduidelijk. Daarom worden algoritmes in veel discussies weggezet als intransparante ‘black boxes’ in een transparante ‘echte’ wereld.

Ik zal je wat zeggen: de echte wereld is helemaal niet zo transparant en eerlijk. Wanneer een vakbond een collectieve afspraak met een sector maakt, is het maar de vraag of deze wordt nageleefd. Met algoritmes zou je de naleving van zulke afspraken écht kunnen vastleggen. Je kunt bijvoorbeeld afspraken over arbeidstijden en loon opnemen in de code, zodat je er niet van kunt afwijken.

In Zweden is vakbond Unionen hier al mee bezig. Samen met onderzoeker Fredrik Söderqvist zoekt de vakbond manieren om afspraken vast te leggen in de code van platformen.

  1. Hoe meer het opdrachtgeverschap is versnipperd, hoe groter de toegevoegde waarde is van een centrale organisatie

Hoe meer platformen we gebruiken om werk te doen, hoe groter de toegevoegde waarde van een organisatie waar bepaalde zekerheden worden geborgd. Dit biedt kansen om de vakbond opnieuw uit te vinden.

Jaap van Slooten en Jorinde Holscher introduceren in een onlangs gepubliceerde paper de ‘werkerscoöperatie’ (7). “Door zich gezamenlijk te organiseren in een coöperatie kunnen platformwerkers een sterke wederpartij van het platform vormen. In dat kader kan de werkerscoöperatie een rol vervullen met betrekking tot collectieve voorwaarden, medezeggenschap en de inkoop van voorzieningen voor platformwerkers.”

Een interessant idee over een nieuw medezeggenschapsmodel dat we in het verleden tot het takenpakket van de vakbond hadden geschaard. Twee jaar geleden deed de Belgische coöperatie SMart een soortgelijk experiment. Toen bezorgwebsites Deliveroo en concurrent Take Eat Easy in België startten, trad SMart op als een soort van vakbond voor de koeriers. De manier waarop lijkt op de werkerscoöperatie van Van Slooten en Holscher. Zo dwongen ze arbeidsvoorwaarden af, zoals een minimum aantal uur per dienst en vergoedingen voor helmen, smartphones en fietsverlichting. Toen Take Eat Easy failliet ging stond SMart garant voor de betaling van een half miljoen aan openstaande facturen van de koeriers. Deze coöperatie rekent geen vaste ledenbijdrage, maar een bedrag voor de dienstverlening. En is zo gedwongen continu relevant te zijn voor haar leden.

  1. Platformen verlagen drempels om te staken

Platformwerkers zijn versmolten met hun smartphone en dat maakt het een stuk eenvoudiger maken dan vroeger om deze doelgroep te activeren. Bijvoorbeeld om te staken voor betere voorwaarden. Stakingen zijn ook makkelijker te coördineren: als alle Deliveroo-koeriers vrijdagavond om zes uur massaal uitloggen, dan ligt het systeem plat.

Conclusie en moeilijkheden

Vakbonden hebben dus volop kansen om te verkennen hoe de digitale platformen de positie van hun (potentiële) leden kan verbeteren. Maar er zijn ook moeilijkheden voor samenwerking tussen vakbonden en platformen:

  1. Bij veel platformen zijn de aanbieders zzp’er. Ondernemers volgens de wet. En die mogen zich volgens de mededingingswet niet organiseren;
  2. Met locatiedata kan het platform zien wanneer aanbieders zich fysiek verzamelen en vervolgens consequenties aan deze acties verbinden door de aanbieder te ‘deactiveren’ (8) of geen of alleen maar slechte klussen aan te bieden;
  3. Veel platformen maken gebruik van geautomatiseerde prijsstelling. Als het aanbod hoger is dan de vraag (wat zo zal zijn bij een staking), dan gaat de vergoeding voor de aanbieder automatisch omhoog. Dit zorgt er voor dat aanbieders die op dat moment ‘op de bank zitten’ zich aanmelden. Het is juridisch nog een vraag of dit kan worden gezien als ‘staking breken’, iets dat per wet verboden is.

Tijd dus voor een andere meer constructieve en onderlegde discussie.

Bronnen:

  1. https://esb.nu/esb/20047499/kluseconomie-is-meer-dan-uber-en-deliveroo
  2. http://www.seo.nl/uploads/media/2018-30_De_opkomst_en_groei_van_de_kluseconomie_in_Nederland.pdf
  3. https://www.ing.nl/media/ING_EBZ_algoritmes-versus-de-flexbranche_tcm162-146079.pdf
  4. https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2018:5183
  5. https://blog.hilfr.dk/en/historic-agreement-first-ever-collective-agreement-platform-economy-signed-denmark/
  6. https://www.flexnieuws.nl/nieuws/fnv-horeca-en-temper-bundelen-krachten/
  7. Stibbe
  8. https://novaramedia.com/2018/12/12/sacked-at-christmas-uber-eats-fires-workers-for-objecting-to-pay-cut/

De twee meest interessante juridische discussies in de kluseconomie | Waarom het Uber model altijd onder druk zal blijven staan | Hospes 2.0 via een platform | Public Spaces: mijn gedachten over dit initiatief

Goedemorgen! Wat ik het leukst vind aan hetgeen dat ik doe is dat ik midden tussen alle stakeholders in de discussie sta en hierdoor steeds weer vraagstukken vanuit verschillende invalshoeken mag verkennen. Kenmerkend hiervoor is dat ik afgelopen donderdag op één dag een keynote over de kluseconomie mocht geven bij FNV Horeca én bij een payroll organisatie. Wat denk ik nog te weinig wordt beseft is dat iedereen vanuit zijn of haar rol dezelfde ambities aan het nastreven is. Ieder via zijn of haar eigen weg. En we dus veel meer met elkaar in gesprek moeten gaan.

Dat gesprek zie ik wel steeds meer van de grond komen. Ik zelf zal daar aan bijdragen door dit jaar 3 ronde tafels te organiseren rondom status aanbieder, portabiliteit van reputatie data en transparantie van algoritmes. Bij deze de stok achter de deur gecreëerd om dat ook écht te gaan doen 😉

In deze editie weer 5 mooie stukken verzameld én 3 publicaties op een rij (AD, Elsevier en De Standaard) waar ik zelf een bijdrage aan mocht leveren. Fijne week!

Future of Work Commission Urges Bargaining Rights for Digital Platform Workers | AFL-CIO

Future of Work Commission Urges Bargaining Rights for Digital Platform Workers | AFL-CIO

De ILO (International Labor Organisation) publiceerde afgelopen week een interessante toekomstvisie over de toekomst van werk. En dan vooral (niet verrassend) over voorwaarden voor een meer gelijke (of minder ongelijke) arbeidsmarkt. Ook zij pleitten, net als steeds meer andere stakeholders hier in Nederland, voor “universal labor guarantee to ensure that all workers, regardless of whether they are treated as employees or independent contractors”.

Veel voorstellen gaan over aanpassingen in het recht. Ik zie steeds meer juristen aanhaken bij de kluseconomie. Niet alleen vanuit een business perspectief, maar ook omdat de kluseconomie voor heel interessante discussies en vraagstukken zorgt. De focus van de discussies ligt voornamelijk op twee onderwerpen: status aanbieder en mededingingsrecht.

Status aanbieder

Dit is natuurlijk geen verrassing. Er zullen nog veel rechtszaken volgen. Maar ik hoop vooral dat er goed wordt nagedacht hoe we het e.e.a. goed gaan inrichten waar zowel aan de (veranderende) wensen van de werkenden als met de borging van onze collectieve voorzieningen rekening wordt gehouden. Vanuit de Kamer is de commissie Borstlap bijeengebracht om hier over na te denken. Een goede start, maar ik hoop dat deze discussie binnenkort nog breder en vertical overstijgend gaat worden gevoerd. En dat er meer onderzoek komt. Veel meer onderzoek. Omdat veel discussies nu worden overstemd door de politieke agenda, een gebrek aan kennis, een gebrek aan een multi stakeholder perspectief én een gebrek aan feiten. En hoe gaan we de toekomst van werk en samenleving inrichten wanneer we niet goed weten waar we het over hebben? Juist: onderzoek. En ook (even off-topic): het besef dat dit een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Niet voor niet sloot ik mijn presentatie bij FNV Horeca af met een boodschap: “Het is de verantwoordelijkheid van ALLE stakeholders om te onderzoeken en te ontdekken hoe de platformeconomie voor iedereen gaat werken”.

Mededingingsrecht

Ik had nooit gedacht mij ooit druk te maken over mededingingsrecht. Net als dat ik nooit had gedacht ooit te hoeven nadenken hoe we de platformeconomie kunnen includeren in het BBP 😉 Maar toch. Mededingingsrecht is een super interessant én relevant thema. En dan vooral mededingingsrecht vraagstukken rondom de aanbieder van een platform. De klant kant heeft namelijk vaak weinig te klagen: platformen verlagen prijzen en verhogen de kwaliteit van de dienstverlening. Even los van de data vraagstukken, die komen vreemd genoeg nog niet aan bod…

Freelancers mogen zich vanuit het mededingingsrecht niet organiseren (= uitleg van niet jurist Martijn), niet over collectieve prijzen onderhandelen en ook in basis niet deelnemen in de ondernemingsraad. En dat maakt een groep ZZP aanbieders uiterst kwetsbaar en geeft veel belemmeringen om ook eigen initiatieven te starten. Een platform coöperatie waarbij freelance aanbieders zich verenigen in een coöperatie en gezamenlijk investeren in een eigen app loopt bijvoorbeeld al tegen problemen aan. Ik voorspel dat mededingingsrecht het komende jaar een flinke reputatie update gaat krijgen en een van de meest interessante onderwerpen binnen het recht gaat worden.

Natuurlijk zijn er quick fixes binnen de huidige regelgeving te bedenken. Van Slooten en Holscher presenteren in dit interessante artikel het concept van de werkerscoöperatie. Aanbieders van een platform verzamelen zich in een coöperatie en vormen zo een onafhankelijke entiteit die een tegenmacht biedt tegen het platform. Hiermee kan de coöperatie namens de werkers met het platform onderhandelen over de prijs en andere voorwaarden, gebruik maken van collectieve voordelen voor bijvoorbeeld verzekeringen en zo ook een vorm van medezeggenschap organiseren. Dit stuk is zeer lezenswaardig, maar ik zie het vooral als een conceptuele quick fix wat zeker vraagt om een experiment, maar wat we niet als een gewenst eind scenario moeten zien. Het is een pleister, maar de wond heelt niet.

Howa taxi company launches app to challenge Grab and Go-Jek in Thailand

Howa taxi company launches app to challenge Grab and Go-Jek in Thailand

Vanwege de hyper lokale netwerkeffecten van taxi platforms als Uber blijft de markt onrustig, ook wanneer het lijkt dat 1 dominante speler de markt voor zich heeft gewonnen. In dit artikel wordt er gesproken over het Thaise taxibedrijf Howa dat met 4.000 taxi’s de strijd aan gaat met de tech platformen Grab en Go-Jek.

Er zijn meerdere mogelijkheden om een (lokale of nationale) speler uit te dagen. Eerste is een lokale strategie waarbij de focus ligt op het starten van een alternatief in één stad. En vanaf daar kun je uitbouwen. Tweede strategie is de strategie van de niches: waar focust de bestaande marktleider zich niet of onvoldoende op? In dit voorbeeld lijken twee bestaande taxi bedrijven voor de tweede strategie te gaan: een ‘high class’ service en een service die de ‘go-to app for advanced booking (three or more hours in advance). Thus, it will start by targetting hospitals, 5-star hotels and department stores.’ Dus niet de individu, maar de business klant die regelmatig transport voor haar klanten afneemt en dit goed geregeld wil hebben. Slim. Daarnaast zit het verdienmodel van Howa anders in elkaar: in plaats van een vaste marge per transactie betaal je een fee van bijna duizend dollar (=serieus geld in Thailand) om aan te mogen sluiten en vervolgens iets meer dan 100 dollar per jaar als service fee.

Voor taxibedrijven in Nederland liggen er ook nog genoeg kansen. Amsterdam zou ik voor nu even links laten liggen, maar in andere steden moet het met de juiste strategie en marketing prima mogelijk zijn om lokaal marktleider te worden. Ik stuitte een tijd geleden op App A Cab, een taxi app die is opgezet door TCA (Amsterdam), TCU (Utrecht), RTC (Rotterdam) en Taxi Centrale Den Haag. Een app in een aparte BV, waar de eerste drie genoemde bedrijven eigenaar van is (peildatum: een jaar geleden).  Deze app rekent 10% commissie. Toch lijkt het de bedrijven niet te lukken om deze app aan het grote publiek te slijten. Ik vermoed dat de focus te veel ligt op techniek (de laatste Facebook post is uit 2016, de laatste update van de app september 2018) en dat het voor de 4 partijen niet tot hun core business hoort. Er zal flink moeten worden geïnvesteerd voordat zoiets een succes kan worden.

Uber just added public transportation to its app – The Verge

Uber just added public transportation to its app – The Verge

“Uber customers who live in Denver may notice something strange when they open the company’s app today: a tiny train car with the word “transit” next to it, sitting atop the list of usual ride-hailing options. A quick tap produces a list of bus or train routes as well as the expected fare price and end-to-end directions.”

Het is geen geheim dat Uber als doel heeft om dé entry app te worden voor on demand transportation. Ze moeten ook wel, het huidige model met alleen taxi’s is erg kwetsbaar (switching costs voor zowel chauffeur als passagier zijn heel laag en netwerkeffecten zijn lokaal) en zal continu onder druk blijven staan. Niet een goed verhaal voor een beursgang.

Het ziet er naar uit dat Uber serieuze stappen aan het zetten is om de ambitie te verwezenlijken. Het zal nog een hele puzzel worden, want per aangeboden manier van transport (taxi, step, fiets, bus, etc.) zal het een aantal belangrijke en kostbare strategische vragen moeten beantwoorden:

  1. Zelf organiseren of anderen laten intappen;
  2. Bij zelf organiseren heb je alles zelf in de hand, bij intappen op bestaande dienstverleningen ben je kwetsbaar: je zult niet snel exclusiviteit krijgen;
  3. Bij intappen op zal de partij waar je gebruik van maakt ook niet gek zijn: die wil ook zelf het klantcontact houden en niet afhankelijk van Uber willen zijn;
  4. Veel data rondom openbaar vervoer is open data. Daarmee heb je dus geen voordeel tov concurrenten;
  5. Hoewel veel OV data openbaar is, zijn er vermoed ik maar weinig plekken op de wereld waar het voor OV heel makkelijk is om dit als derde partij af te rekenen en daarmee ook je businessmodel rond te krijgen.
  6. Bij zelf organiseren haal je best wat op je nek. Je moet bij fietsen en stepjes bijvoorbeeld zelf in de hele infrastructuur, onderhoud, etc. gaan investeren. Daarnaast hebben bijna geen steden een deelfiets/step/scooter beleid. Per stad zul je moeten gaan pionieren. Niet heel schaalbaar….

Nog genoeg vragen en weinig zekerheid. Ik ben benieuwd waar het bedrijf over 3 jaar staat.

Finding roommates for seniors – Curbed

Finding roommates for seniors – Curbed

Wat krijg je wanneer je het probleem van een vergrijzende eenzame generatie met lege kamers (kinderen zijn het huis uit, partner overleden) en onbetaalbare kamers voor studenten combineert? Nesterly:  “a platform that pairs older people who have empty rooms with students looking for affordable places to stay.”

Een interessante markt: “According to one estimate, there are 5 million empty bedrooms in Ontario alone, and about 40 percent of those belong to seniors. Through senior-student matching programs, students pay affordable rents, often hundreds of dollars below market averages, in return for spending roughly five hours a week helping out around the house, whether that’s walking pets, picking up groceries, or shoveling a front walk during one of New York City’s or Toronto’s predictably lousy winters.”

Matches worden voor nu nog handmatig gemaakt en kandidaten vullen een 9 pagina lange vragenlijst in. De grote vraag is natuurlijk: is dit dan echt iets nieuws? Voor mij klinkt het als een soort van Hospes 2.0. Is het erg dat het niet echt nieuw is? Zeker niet: het kan voor beide partijen van grote waarde zijn. Het is alleen de vraag, en dat zal in de toekomst moeten blijken, of het platform een unieke extra waarde toevoegt aan een proces dat we al jaren lang kennen.

PublicSpaces: beweging tegen commerciële sociale platforms – Koneksa Mondo

PublicSpaces: beweging tegen commerciële sociale platforms – Koneksa Mondo

Afgelopen week was ik in Arnhem voor een presentatie van Public Spaces. Marco Derksen schreef eerder een blog over dit initiatief: “Sinds dit voorjaar onderzoekt een coalitie van organisaties (van de Dutch Design Week tot VPRO en Wikimedia Netherlands) de mogelijkheden om het publieke domein in de online omgeving te versterken. Dit is volgens de betrokken organisaties nodig omdat de samenleving te afhankelijk is van commerciële sociale platforms als Facebook, Apple, Microsoft, Google en Amazon (FAMGA). De uitgangspunten en ontwikkelingen van de coalitie zijn te volgen via PublicSpaces.net, het platform van de gelijknamige, onafhankelijke stichting.”. Ik had tijdens de boekpresentatie van de Platform Society al een presentatie over het initiatief aangehoord, maar kon er nog niet echt vat op krijgen. Dinsdag dus een tweede poging. Helaas zonder succes: het bleef een abstract verhaal voor een beperkte doelgroep met beperkte ambities en een strategie waar ik mijn geld niet op zou zetten. Maar toch. Toch zitten er een aantal interessante elementen in en heb ik mijzelf gedwongen juist daarnaar te kijken.

De unieke elementen van Public Spaces

Public Spaces heeft veel par
tners die initiatieven met een ‘public values by design’ een flinke boost kunnen geven. Wat nu als al deze initiatieven de Facebook of de eigen inlog vervangen voor een inlog zoals Irma, een identificatie tool waar de gebruiker controle geeft welke inlog welke data kan inzien. En als je het echt over public spaces hebt, dan zouden ook (lokale) overheden zich hier bij kunnen aansluiten.

De zwakte van Public Spaces

Hoewel er veel liefde en passie achter het initiatief zit, komt het op mij nog als vrijblijvend over. En voor een selecte ‘intellectuele’ doelgroep. Wat ik mis is de actie en het concreet maken van het verhaal. Daarvoor is ook serieus geld nodig: dat geeft initiatiefnemers focus om gas te geven. Ook zou Public Spaces meer vanuit eigen kracht moeten uitgaan, niet vanuit een ‘anti’ geluid tegen de huidige spelers. Een eigen identiteit krijgen.

Hoe Public Spaces succesvol zou kunnen worden

Het idee van public spaces vindt ik super interessant. Ik zou Public Spaces meer als een aanjager en standaard / keurmerk willen zien. Goed nadenken over onder welke voorwaarden initiatieven bijdragen aan het publieke domein, zonder direct initiatieven die geld willen verdienen aan de kant te schuiven. Uiteindelijk moet iedereen zijn of haar boterham kunnen betalen. Die voorwaarden over bepaalde waarden ‘by design’ kunnen als basis (zie ook creative commons) worden gezien voor initiatieven die door de partners worden geadopteerd. Public Spaces zou een coöperatie kunnen worden waar gebruikers een stem hebben die gezamenlijk bepalen wat zij belangrijk vinden. Een ‘meta platform’ bouwen met standaarden en API’s waar anderen op in kunnen tappen. Een verbinder en accelerator voor ‘fair by design’ initiatieven.

Ik besef dat mijn gedachten nog wat vaag klinken, maar mooier dan dit kan ik het op dit moment niet maken 😉 Mogelijk kom ik er op een later moment nog op terug.

En dan dit…

Rutger Bregman – Rutger Bregman talking about taxes, taxes, taxes on CNN | Facebook

Rutger Bregman – Rutger Bregman talking about taxes, taxes, taxes on CNN | Facebook

Waar Davos voorheen werd gezien als hét event waar de grote leiders mooie plannen voor de wereld maakten, merkte ik dat het sentiment naar buiten (was er zelf niet bij) een stuk anders was. Heel tof vond ik het optreden van Rutger Bregman, het kan bijna niet zo zijn dat het fragment nog niet bij je is voorbij gekomen, die heel nuchter maar treffend zei: laten we ophouden met praten over filantropie en het gesprek aangaan waar het écht over zou moeten gaan: de grote leiders die hun verantwoordelijkheid moeten gaan nemen en belasting betalen.

In de media

Bedrijven kopen hun vijf sterren online – De Standaard

Bedrijven kopen hun vijf sterren online – De Standaard

Naar aanleiding van mijn nieuwsbrief vorige week waarin ik het artikel over Glassdoor deelde werd ik door een journaliste van het Belgische De Standaard (en tevens abonnee op deze nieuwsbrief) geïnterviewd over de zin en onzin van online reputatie. Het artikel is hier te lezen in PDF.

Oude vakbond versus nieuwe economie – Elsevier Weekblad

Oude vakbond versus nieuwe economie – Elsevier Weekblad

Voor deze longread (achter een paywall….) in Elsevier kwamen de platformen die momenteel bij de vakbonden onder discussie liggen aan het woord. Ik mocht ook en kleine bijdrage doen:

Online markplaatsen op een rij: hier (ver)koop je je waar | AD

Online markplaatsen op een rij: hier (ver)koop je je waar | AD

Voor het AD werd ik geïnterviewd over de opkomst van online verkoop marktplaatsen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.