Is online reputatie doorgeschoten? | Waar platformen beter op scoren dan traditionele bemiddelaars | Hoe Tunga Afrikaanse programmeurs toegang geeft tot een internationaal publiek | RIP platform bubbel?

Companies Manipulate Glassdoor by Inflating Rankings and Pressuring Employees – WSJ

Via platformen doen onbekenden met elkaar transacties. Er wordt gepoogd kwaliteit te borgen door checks aan de voordeur en via een online reputatie systeem waar vraag en aanbod elkaar een waardering geeft. Wat platformen doen met reputatie systemen zou je kunnen omschrijven als het outsourcen van HR. Ten koste van de gebruikers: de waarderingen zijn achteraf, dus meerdere mensen moeten een slechte ervaring hebben gehad voordat het platform actie onderneemt.

Ik ben al langer van mening dat de rating systemen die we nu gebruiken ondermaats zijn. Ik schreef in 2016 het stuk: “Is online reputatiemanagement doorgeslagen? – Vraagstukken en gedachten over de toekomst van online reputatie.” Hier ga ik in op de zin en onzin van dit soort systemen, wat het met jou als mens doet om 24/7 gewaardeerd te worden en behandel ik de case van de Chinese Sesame Credits waarin de honger voor reputatie data tot een zwaar discutabel systeem geeft geleidt.

Naast rating systemen binnen platformen heb je natuurlijk ook de algemene rating platformen. Ik heb flink wat twijfels over wat ik hier van moeten vinden. De impact op bedrijven (restaurants, etc.) en professionals (zorgprofessionals bij Zorgkaart Nederland) kan, zeker bij een negatieve beoordeling, groot zijn. Zeker omdat de inkomende reviews naar mijn mening makkelijk te manipuleren zijn. Zo plaatste ik een jaar geleden flink wat valse opzichtige reviews op Zorgkaart Nederland. Geen probleem en niemand die een vraag stelde. Het mooiste voorbeeld is nog wel het kerstverhaal ruim een jaar geleden van een Brits restaurant dat geen restaurant was, maar wel bij Tripadvisor op nummer 1 kwam.

In dit zeer lezenswaardige artikel in de Wall Street Journal wordt een uitvoerig onderzoek besproken naar waarderingen op Glassdoor.com: een platform waar (ex)werknemers het bedrijf waar zij werken of hebben gewerkt beoordelen. En wat blijkt: bedrijven manipuleren er op los en weten hun (slechte) score eenvoudig door een interne marketing campagne op te krikken. Omdat het platform haar geld verdient aan de bedrijven die er op staan (die bijvoorbeeld een uitgebreid profiel willen plaatsen), is het voor het platform lastig om hier grip op te krijgen. Ik zeg lastig, maar natuurlijk zeker niet onmogelijk. Uiteindelijk heeft het platform ook baat bij een goede eigen reputatie.

Al met al denk ik dat we nog heel veel onderzoek moeten doen naar de zin en onzin van reputatie systemen en naar hoe we modellen zo kunnen maken dat de kans op fraude minimaal is. Daarnaast is het, misschien wel nog belangrijker, zaak om eens goed na te denken of we reputatie systemen leidend of ondersteunend willen inzetten. Oftewel: als een handige tool voor input, maar de menselijke maat laten beslissen of HR volledig 100% automatiseren. Ik ben, misschien niet heel verrassend, voor de eerste optie. Juist omdat dit soort systemen nooit perfect zijn en zullen worden en de context altijd belangrijk zal zijn.

ICT als fair trade 2.0: personeelstekorten opgelost met hulp uit Afrika – PAROOL

ICT als fair trade 2.0: personeelstekorten opgelost met hulp uit Afrika – PAROOL

De platformen in de kluseconomie waar ik veel over praat zijn platformen die fysieke ‘offline’ arbeid faciliteren. Oftewel: vraag en aanbod zien elkaar in het echt. En heel andere en misschien nog grotere kant van de kluseconomie zijn de platformen waar mensen op afstand dienstverlening aanbieden. Vaak wordt er wanneer er over dit ‘crowdwork’ wordt gesproken het terror voorbeeld van Amazon Mechanical Turk uit de kast getrokken. Een platform waar mensen in een kwetsbare positie zonder unieke skills de meest bizarre micro taken uitvoeren. De andere kant van de crowdwork platformen, de platformen die mensen met unieke skills toegang geven tot een internationale klantenkring, wordt zelden belicht. Zonde, omdat hier veel potentie zit.

Het Parool schreef een stuk over Tunga: een platform waar Afrikaanse IT professionals, die ook deels door het platform worden getraind, hun diensten verkopen aan klanten over heel de wereld. De krant omschreef het als ‘fair trade 2.0’, maar dat vindt ik wat denigrerend. Dit gaat niet om goed doen, maar om schaarse skills die via een platform voor een brede klantenkring wordt ontsloten. Natuurlijk is het super goed dat het een social enterprise is en zij kansen creëren en zich actief inzetten voor de aanbieders, maar het gaat de klant uiteindelijk om de kwaliteit en die mag niet minder zijn dan die van een andere aanbieder. En dat is precies wat Tunga doet. Een mooi voorbeeld van een platform dat voor zowel vraag als aanbod van grote toegevoegde waarde is en hen kansen biedt die alleen met een platform kan worden gerealiseerd.

‘Bemiddelaars moeten zich zorgen maken over de platformeconomie’ | ZiPconomy

‘Bemiddelaars moeten zich zorgen maken over de platformeconomie’ | ZiPconomy

“De online arbeidsmarkt voor hoogopgeleide kenniswerkers groeit elk jaar met 30 procent. Volgens Greetje Corporaal (Universiteit van Oxford) moeten intermediairs, brokers en uitzenders zich zorgen maken.

Klusplatformen voor laagbetaald werk zoals Uber, Deliveroo en Helpling zijn veel bekender, maar onderschat ook niet de opkomst van deze sites voor specialisten. “Het fenomeen groeit elk jaar met 30 procent”, zegt de onderzoeker. “Als je dat vergelijkt met een traditionele arbeidsmarkt dan is dat een behoorlijk significante groei.”

Interessant interview met iemand die zich niet op de onderkant, maar de bovenkant van de kluseconomie richt. Platformen die professionals met een unieke skill waarvoor het niet persé nodig is dat diegene fysiek in een organisatie aanwezig is.

Een aantal interessante inzichten:

  • Via platformen trekken organisaties een nieuwe generatie workers aan die zich niet via een traditionele manier aan hun organisatie wil binden;
  • Het is daarmee ook niet zozeer een keuze voor een organisatie: als je niet ook werk uitzet via platformen dan mis je (zeker in de toekomst) expertise;
  • Platformen zijn veel sneller in het maken van matches (en de kwaliteit van de match is ook vaak beter), iets dat meer past bij deze tijd. Uitzendorganisaties lopen hier op achter;
  • Een eigen flexibele schil aan freelancers is veelal beperkt vanuit het eigen netwerk, een platform kan veel meer bieden;
  • Op platformen kun je ook kleine klusjes uitzetten (bijvoorbeeld het ontwerpen van een flyer), waar je normaal geen traditionele intermediair voor in zou kunnen schakelen.

Wat nog mist in het stuk is hoe platformen een mix kunnen maken tussen het beter organiseren (en administreren) van de eigen flexibele schil en het intappen op de workforce van een platform. Ik zie hier grote kansen en schreef eerder het stuk: “Meploy is showing businesses the future of organizing flexible work.”

Ik deel de mening van Greetje dat platformen niet het einde betekenen van de traditionele intermediair. Het rapport van ING sprak dan ook over 20-70%. Wat niet weg neemt dat arbeidsbemiddelaars aan de bak moeten, want niemand wil de helft van zijn markt kwijtraken 😉

‘Als TCA-chauffeurs vier mensen hadden doodgereden was ik allang mijn baan kwijt geweest’ | Het Financieele Dagblad

De laatste weken was er weer veel rondom Uber te doen. En dan geen verhalen over de inmiddels vertrokken oprichter en cultuurschandelen in de VS, maar over de situatie van Uber in Amsterdam. Na zes ernstige verkeersongevallen in een paar weken tijd is de discussie rondom Uber (terecht) weer opgelaaid. Het bedrijf belooft beterschap, maar zet geen goede eerste stap met een afstandelijk interview in de Volkskrant. Een bericht dat Uber auto’s massaal onverzekerd de weg op gaan helpt ook niet echt.

Dat er iets moet gebeuren is duidelijk. Het verhogen van de minimum leeftijd van chauffeurs is een eerste stap, maar mogelijk vooral een symbolische stap. Tijd voor structurele maatregelen. Ik denk dat het tijd is om goed na te denken hoe we de goede dingen uit het verleden met de mogelijkheden die technologie ons biedt te combineren. Neem de taximeter: het is natuurlijk heel vreemd dat dat apparaat niet op afstand is uit te lezen. Ook moet het systeem aanbieder overstijgend zijn: het mag niet zo zijn dat je bij app A uitlogt (omdat je bijvoorbeeld te veel uren hebt gewerkt) en via app B verder rijdt. Daarnaast moet er meer duidelijkheid komen waar een bemiddelaar voor verantwoordelijk is. Wat mij betreft is de overheid hier echt aan zet, dit is niet iets waar je organisaties (TCA, Uber of wie dan ook) in de lead wilt hebben. Die wil je aan boord hebben, maar niet aan het stuur.

Why 2019 could be the year of another tech bubble burst – SmartCompany

Why 2019 could be the year of another tech bubble burst – SmartCompany

Ik schreef 4 edities geleden al dat ik verwacht dat 2019 de stresstest wordt van de verdienmodellen en waarderingen van de platformeconomie. Dit artikel trekt een aantal interessante vergelijkingen met de dotcom crisis in 2000. Twee interessante fragmenten:

  • “Investment banks had been encouraging enormous investment in dot-com ventures by launching Initial Public Offers (IPOs), allowing investors and entrepreneurs to cash in on vast fortunes by selling off shares in their companies.”
  • “Most of the dot-coms which listed on stock exchanges had done little more than consume vast amounts of investor cash and showed little prospect of achieving a profit. Traditional metrics of performance were overlooked and big spending was seen as a sign of rapid progress.”

Ook hier twijfels over de toekomst van Uber:

  • “Traditional metrics have been ignored and user growth taken as a proxy for future profitability. But this requires an enormous leap of faith.”
  • “The problem with being able to raise funds so readily is that it discourages focus and efficiency.”
  • “the model only works with incentives, which investors are needed to fund”

Time will tell…. Ik denk overigens dat deze voorspellingen mogelijk gelden voor de meer gehypte platformen waar veel geld is ingegaan en waar de metrics er niet positief voor staan. Oftewel: een voorspelling voor een selecte groep.

Eigen publicaties

Uitspraak in Deliveroo-zaak is slechts een tussenstation | ZiPconomy

Uitspraak in Deliveroo-zaak is slechts een tussenstation | ZiPconomy

Mijn analyse over de Deliveroo uitspraak vorige week is in een meer compacte versie ook als blog op Zipconomy gepubliceerd.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Uitspraak in Deliveroo-zaak is slechts een tussenstation: dit zijn de drie belangrijkste vraagstukken in de kluseconomie.

De rechter in Amsterdam oordeelt dat Deliveroo-bezorgers geen zzp’ers, maar werknemers zijn. Deze discussie is nog lang niet voorbij. De zaak gaat namelijk over veel meer dan Deliveroo en zijn bezorgers.

Volgens de rechtbank Amsterdam zijn de maaltijdbezorgers van Deliveroo geen zzp’ers, maar werknemers. Die uitspraak deed de rechter afgelopen week.

Op korte termijn verandert er niets voor Deliveroo in Nederland. Bezorgers zouden een dienstverband kunnen eisen en aanspraak maken op alles dat in de cao Beroepsvervoer staat. Nadeel is dat zij dan een stuk minder vrij zijn. Ze moeten langer van te voren plannen wanneer ze willen werken en zijn dan verplicht alle opdrachten van de werkgever op te volgen.

Volgens Deliveroo weigeren bezorgers in Nederland 40 procent van de bestellingen zonder dat zij daar op worden afgerekend. Dat is voorbij wanneer zij in dienst zijn.

Eigenlijk niet over Deliveroo…

De zaak tegen Deliveroo gaat eigenlijk niet over Deliveroo en zijn 2000 bezorgers. De zaak gaat over de angst van organisaties als FNV dat door platformisering mensen van een categorie met enkele zekerheid (en bijdrage aan onze welvaartsstaat) naar een status met geen zekerheid en zeggenschap verschuift. Begrijpelijk en belangrijk, maar het is zonde dat ze zoveel óver de platformwerkers praten en niet met hen.

Want zij willen graag meer vrijheid: werken wanneer ze willen, klussen accepteren of weigeren als het niet uitkomt. En de flexibiliteit van het platformmodel is lastig te vangen is binnen een traditionele werkgever-werknemerrelatie.

De discussie gaat voornamelijk over drie punten:

  1. De status van de aanbieder en het gegeven dat een werkgever-werknemerrelatie niet de flexibiliteit biedt die deze groep zoekt;
  2. De onduidelijkheid rondom algoritmes die bepalen wie welke klus krijgt;
  3. De discussie over reputatiedata. Hoe inzichtelijk zijn die? En kun je die data opvragen en overdragen?

Status aanbieder

Dat de werknemers flexibiliteit willen, is gebaseerd op aannames en eenzijdig onderzoek en bevindingen. We moeten uitzoeken wat deze doelgroep nu echt wil. Is dit een nieuwe doelgroep? Of verschuiven de flexibele werknemers van uitzendbureaus naar apps?

Daarnaast moeten we uitzoeken hoe het komt dat een werkgever-werknemermodel (evt. via een payroll- of uitzendconstructie) niet voor platformen bruikbaar is. Dan heb ik het alleen over de flexibiliteit van het werk zelf, niet over het belastingvoordeel waarbij opdrachtgevers onder de streep minder betalen en opdrachtnemers netto meer verdienen.

Misschien kunnen we bijvoorbeeld de regeldruk verlagen. Zo moet je als werknemer bijvoorbeeld minimaal drie uur achter elkaar werken. Dat is ooit een keer bedacht met een rede, maar wat zou er gebeuren als je daar één uur van maakt? Misschien is dit een mooie aanleiding om eens te toetsen of de bedachte variabelen uit het verleden nog steeds relevant zijn.

Vage algoritmes

Bijna alle partijen in het debat hebben wantrouwen over wat er in die black box van het algoritme gebeurt. Krijgt een aanbieder minder opdrachten als hij vaker een opdracht weigert? Krijgt iedereen dezelfde vergoeding? Het is belangrijk om te onderzoeken hoe deze grijze mist kan worden opgelost.

Natuurlijk kun je zeggen dat de overheid inzicht moet hebben in deze algoritmes, maar ik denk niet dat dat de oplossing is. Ik denk meer aan een zogenaamde ’trusted third party’. Een soort van algoritme- of data-accountant die kan controleren of afgesproken variabelen in het algoritme zijn verwerkt.

Reputatiedata

Als je als werknemers voor een ander platform wilt werken, dan wil je jouw reputatiedata mee kunnen nemen. In principe geldt in Europa natuurlijk al de AVG/GDPR. Je kunt dus al jouw data opvragen bij een platform. Op het moment dat platformen een standaard voor export van deze data afspreken, dan wordt het ook makkelijker om deze te exporteren en importeren.

Dit is overigens ook van groot belang voor de platformen: zij kampen met het ‘newbie dilemma’. Een nieuw platform heeft in het begin moeite om klussen te krijgen, omdat er nog geen gebruikerservaringen zijn. Vragers kiezen vanzelfsprekend voor iemand met veel recensies. Het importeren van reputatiedata kan dat probleem oplossen.

Natuurlijk is dat minder eenvoudig dan dat het lijkt. Als jij een goede waardering hebt als huizenverhuurder op Airbnb, betekent dat niet dat je ook een goede chauffeur voor Uber bent. Maar dat jij je afspraken nakomt, op tijd bent en snel reageert zeggen wel iets.

Conclusie

Hoewel de uitspraak van de rechter duidelijk is, zie ik het als een tussenstation in de discussies rondom de platformeconomie. Er valt nog veel uit te onderzoeken. Hoe kunnen we de flexibiliteit van het platformmodel combineren met passende zekerheid voor de individuele aanbieder en borging van publieke waarden? We zijn er nog niet, wordt vervolgd…

De 3 pijnpunten in het debat FNV Deliveroo. En een voorzet (en voornemen) om dit aan te pakken | Blik in de toekomst van de maaltijdbezorg sector deel 2 | Het centraliseren van een gefragmenteerde markt heeft ook voordelen

Goedemorgen! Afgelopen week weer de platformeconomie in de meest ruime zin van het woord verkend toen ik door Imagro was gevraagd een presentatie te geven over de kansen van platformen voor een coöperatie van (sier)telers. Voor mij een kans om weer eens in een voor mij hele nieuwe sector te duiken. Als je vorige weer niet onder een steen hebt geleefd heb je vast meegekregen dat FNV twee rechtszaken tegen Deliveroo heeft gewonnen. In deze editie een uitgebreide analyse van het debat. En doe wat voorzetjes én voornemens hoe we hier een oplossing voor kunnen bedenken. Fijne week!

Rechtbank: fietskoeriers van Deliveroo zijn werknemers – NRC

Rechtbank: fietskoeriers van Deliveroo zijn werknemers – NRC

Afgelopen week deed de rechter uitspraak in twee zaken die FNV tegen Deliveroo heeft aangespannen: “Het was een opmerkelijke uitspraak van de Amsterdamse kantonrechter dinsdag, met mogelijk verstrekkende gevolgen. Deliveroo-bezorgers zijn volgens diens oordeel geen zzp’ers en kunnen dus aanspraak maken op een arbeidsovereenkomst. Bovendien valt Deliveroo onder de cao beroepsgoederenvervoer, zo besloot de rechter.” Vanzelfsprekend is Deliveroo het niet met de uitspraak eens en gaat in beroep.

Op korte termijn verandert er niets voor Deliveroo: ZZP bezorgers kunnen (via een gang naar de rechter) aanspraak maken op een dienstverband en hiermee aanspraak maken op alles dat in de CAO beroepsvervoer is opgeschreven. Nadeel is wel dat zij dan een stuk minder vrij zijn dan in de huidige status van Freelancer. Wanneer zij aan het werk zijn, iets dat ze dan relatief ver van te voren moeten inplannen, zijn zij verplicht om alle opdrachten van de werkgever op te volgen. Volgens Deliveroo wordt 40% van de bestellingen minimaal eenmaal geweigerd door bezorgers, zonder daar op te worden afgerekend. Dat is voorbij wanneer zij in dienst zijn.

De reacties op de uitspraak zijn wisselend. FNV en anderen die voor een ‘eerlijke’ arbeidsmarkt streven zijn vanzelfsprekend erg blij met de uitspraak. Zeker omdat afgelopen zomer een eerste rechtszaak tegen Deliveroo was verloren. Econoom en journalist Martin Visser was ook duidelijk in zijn nieuwsbrief ‘achter de cijfers’:

“Het is best mogelijk dat er amper maaltijdbezorgers in loondienst willen werken. Waarom pensioen opbouwen? Waarom WW-rechten opbouwen? Waarom niet een mooie prijs per bezorging in plaats van urenlang beschikbaar zijn tegen het minimumloon? Wie doet de FNV hier dan een plezier mee?

Juist daarom is het zo relevant dat het arbeidsrecht geen keuzemodel is. De FNV zegt wellicht hier op te komen voor die riders. Maar uiteindelijk gaat het om een veel groter belang, namelijk het bewaken van de grenzen van het zzp-schap. Deliveroo kon via deze constructie concurreren met andere bezorgdiensten die hun fietsers niet gedwongen laat zzp’en. Vakbond FNV wil juist voorkomen dat er steeds meer concurrentie op arbeidsvoorwaarden gaat ontstaan. In die zin behartigde de bond niet zozeer het belang van specifiek deze groep riders, maar van alle werkenden.”

Anderen vonden de aandacht voor Deliveroo de aandacht van de ‘echte’ discussie afleiden. Hugo-Jan Ruts vatte dit mooi in de volgende tweet samen: “Ik herhaal het nog maar eens. De politiek aandacht voor Deliveroo riders (=minder dan 2000 parttimers, veelal studenten) problematiek staat in geen verhouding tot de stilte over debat goede afspraken voor 1 miljoen echte zzp’ers.” Daar wil ik aan toevoegen dat de maaltijdbezorgers die niet via een platform werken met zo’n 99% (mijn schatting) de overgrote meerderheid vormen. Van hen hebben we geen idee wat de omstandigheden zijn.

De zaak tegen Deliveroo gaat dan natuurlijk helemaal niet om Deliveroo en haar 2.000 riders. De zaak gaat over de angst van organisaties als FNV dat door platformisering mensen van een categorie met enkele zekerheid (en bijdrage aan onze welvaartsstaat) naar een status met geen zekerheid en zeggenschap verschuift. Begrijpelijk en belangrijk, maar wat wel zonde is dat er erg veel over de ‘workers’ wordt gepraat, maar niet mét de workers. Want de flexibiliteit van het platform model van kunnen werken wanneer je wilt en klussen accepteren of weigeren zoveel je wilt is iets dat lastig te vangen is binnen een werkgever <> werknemer relatie.

Uit deze zaak en de communicatie om de zaak heen valt het mij op dat de discussie voornamelijk over 3 punten gaat:

  1. De status van de aanbieder en het gegeven dat een werkgever <> werknemer relatie niet de flexibiliteit biedt waar deze groep workers op zit te wachten;
  2. De grijze mist die om algoritmes die bepalen wie welke klus krijgt hangt. En op het moment dat een platform als ‘onbetrouwbaar en alleen uit op financieel gewin’ wordt gepositioneerd is die grijze mist een prima manier om aannames te poneren dat daar slechte zaken gebeuren;
  3. De discussie over portabiliteit van reputatie data.

Omdat het tijd is voor oplossingen en duidelijkheid zal ik dit jaar dan ook extra aandacht besteden aan deze drie punten. In deze nieuwsbrief, maar ook met interviews en events. Juist omdat ik denk dat er oplossingen te bedenken zijn die dit debat verder kunnen helpen.

Status aanbieder

De discussie van het al dan niet flexibel willen zijn van de aanbod kant is gebaseerd op aannames en eenzijdig onderzoek en bevindingen. Hier moeten we meer over willen weten wat deze doelgroep nu echt wil. En ook of deze doelgroep verschilt met de doelgroepen die voorheen dit soort werkzaamheden uitvoerde. Hoewel ik de uitspraken begrijp dat het arbeidsrecht geen ‘keuzemodel’ is, is het wel de moeite waard om te kijken waar de schoen wrikt dat het werkgever <> werknemer model (evt. via een Payroll of Uitzend constructie) niet voor platformen bruikbaar is. Dan heb ik het natuurlijk alleen over de flexibiliteit van het model, niet over het belastingvoordeel waarbij opdrachtgevers onder de streep minder betalen en opdrachtnemers onder de streep netto meer verdienen. Maar echt over de flexibiliteit in werken. En of het mogelijk is om hier consessies in te doen door bijvoorbeeld het verlagen van regeldruk. Zo moet je als werknemer bijvoorbeeld minimaal 3 uur achter elkaar werken. Dat is vast ooit een keer ergens voor bedacht, maar wat zou er gebeuren als je daar 1 uur van maakt? Misschien is de opkomst van platformen een mooie aanleiding om eens te toetsen of de bedachte variabelen uit het verleden nog steeds relevant zijn.

Intransparantie algoritmes

Bijna alle partijen in het debat hebben wantrouwen over wat er in die black box van het algoritme gebeurt. Krijgt een aanbieder minder opdrachten naarmate hij of zij vaker een opdracht weigert? Krijgt iedereen een zelfde vergoeding of wordt hier op basis van personal pricing in gediscrimineerd? Het is belangrijk om te onderzoeken hoe deze grijze mist kan worden opgelost. Dat is voor iedereen beter, aangezien er nu vanuit de ‘aanvallers’ veel wordt gesproken op basis van aannames en vanuit de ‘verdediging’ op basis van niet openbare en daarmee standaard niet 100% betrouwbare informatie.

Natuurlijk kun je zeggen dat de overheid inzicht moet hebben in deze algoritmes, maar ik denk niet dat dat de oplossing is. Ik denk meer aan een zogenaamde ’trusted 3rd party’. Een soort van algoritme of data accountant. Die kan controleren of afgesproken variabelen in het algoritme zijn verwerkt. Ik vermoed dat de uitkomsten van dit soort accountancy rapporten zwaar zal tegenvallen: de meeste platformen zijn echt de slechtste niet. Misschien wat saai, maar het is wel zo.

Portabiliteit reputatie data

Als je voor een ander platform wilt werken, dan wil je de reputatie data mee kunnen nemen. Dat is de gedachte van velen. In principe hebben we in Europa natuurlijk al de AVG/GDPR. Je kunt dus al jouw data opvragen bij een platform. Op het moment dat platformen een standaard voor export van deze data afspreken, dan wordt het ook makkelijker om deze te importeren. Dit is overigens ook van groot belang voor de platformen: zij kampen met het ‘newbie dilemma’. Op het moment dat er een nieuwe aanbieder zich meldt zal deze wanneer het platform een open marktplaats constructie heeft (vraag kiest uit een selectie aanbod) moeite hebben om klussen te krijgen. Vragers kiezen vanzelfsprekend voor iemand met veel recensies. Het importeren van reputatie data kan dat probleem oplossen.

Natuurlijk is dat minder eenvoudig dan dat het lijkt: de reputatie data zal waarschijnlijk moeten worden omgezet naar meer algemene reputatie variabelen als punctueel, komt afspraken na, etc. Omdat het gegeven dat jij een goede waardering als Airbnb host hebt niet zegt of je ook een goede chauffeur voor Uber bent. Dat je je afspraken nakomt, op tijd komt en snel reageert wel. Daarnaast zal ook blijken dat de toegevoegde waarde van reputatie data bij platformen met een on demand transactie (taxi, maaltijdkoerier) niet al te waardevol is voor de buitenwereld en voornamelijk als intern HR tool kan worden gebruikt.

Conclusie

Hoewel de uitspraak van de rechter duidelijk is, zie ik deze als een tussenstation op een weg waarin we moeten onderzoeken hoe de voordelen van de platformen kunnen worden gevangen, maar dan wel met duidelijkheid en de gewenste zekerheden voor deze betreffende doelgroep aanbieders. Wordt vervolgd….

Full Q&A: DoorDash CEO Tony Xu and COO Christopher Payne on Recode Decode – Recode

Full Q&A: DoorDash CEO Tony Xu and COO Christopher Payne on Recode Decode – Recode

Tijdens mijn bijna dagelijkse fietstocht van Houten naar Utrecht (Universiteit of mijn eigen kantoor) luister ik veel podcasts. Interessant zijn dan altijd interviews met oprichters van platformen die worden geïnterviewd over het hoe en waarom van beslissingen uit het verleden en nog belangrijker: hun idee over de volgende stappen.

Zo ook dit interview op Recode Decode (aanrader! fijn kritisch, zeker voor amerikanen) met de oprichter van DoorDash, een platform dat in 2013 is gestart, waar bijna een miljard aan investeringen in zit (o.a. van Softbank, who else…) en zichzelf omschrijft als een bedrijf dat: ‘enables small businesses to provide its customers with local delivery services.’

DoorDash is begonnen als food delivery platform. De motivatie: als je het logistieke spel van food delivery in de vingers hebt, dan kun je alles bezorgen. Klinkt logisch. Dit is iets dat je overigens bij al dit soort spelers ziet: beginnen in een niche in een sector en breiden van daar uit. Vaak wel binnen dezelfde sector. Dat verklaart ook dat veel platformen van die generieke namen hebben. In de merknaam Deliveroo zit niet het woord eten, in de naam Helpling niet het woord schoonmaken. Toen ik de voormalig directeur Helpling Nederland een keer vroeg of ze van plan zijn om ook andere diensten aan te bieden in de toekomst, was zijn antwoord letterlijk: “als we alleen bij schoonmaak zouden willen blijven dan hadden we ons platform wel Cleanling genoemd”. Helder. Uber is trouwens een uitzondering, die gebruikt de naam Uber gevolgd door de activiteit: UberEats, UberDrive, etc.

Het interview op Recode geeft een mooi inkijkje naar de groeistrategie van een dergelijk bedrijf. Maar misschien nog belangrijker: ook een inkijkje in de toekomst van het bedrijf en de sector. De ambitie van het bedrijf is om (kleine) winkels / ondernemingen hun klanten te laten helpen met een ‘local delivery service’. Dus niet zozeer alles opslaan in een magazijn zoals Bol en Amazon doen, maar echt van winkel naar klant.

Dit soort services, mits goed opgezet en mits de voorwaarden voor álle stakeholders goed zijn, zouden in de toekomst veel goeds kunnen doen voor lokale retailers. Als lokale retailer kun je jouw klantgroep met het zelfde gemak bedienen als zij gewend zijn van de grote online retail ketens, je kunt je klantengroep uitbreiden naar klanten uit heel de stad en daarmee de afzet vergroten.

Eigenlijk precies ook wat de logistieke aanbieders nu doen voor restaurants zonder eigen bezorging. Enige ‘zorg’ die ik heb is dat veel retailers niet echt ondernemers zijn. Dat heb je kunnen zien bij de opkomst van e-commerce en hoe retailers daar (niet) op hebben ingespeeld. De toevoeging van ‘local delivery’ vraagt voor een retailer ook een andere mindset. Deels praktisch: zo zal de voorraad in een systeem moeten worden ingevoerd (en bijgehouden!). Maar ook deels strategisch: meer afzet via local delivery geeft de kans om van de winkel op de dure meters nog meer een experience te maken, terwijl de voorraad bijvoorbeeld in een ander deel van de stad is opgeslagen. Kansen genoeg, maar dat geeft dus geen zekerheid of die ook zullen worden benut….

Uber adds a ‘clean air fee’ in London to help drivers upgrade to electric cars – The Verge

Uber adds a ‘clean air fee’ in London to help drivers upgrade to electric cars – The Verge

“London residents who use Uber will have to pay an extra 15 pence (USD $0.19) per mile under the ride-hail company’s new Clean Air plan. The surcharge will go toward helping Uber drivers switch from dirty, fossil fuel burning cars to cleaner, battery-electric versions — with the goal of having all cars on the app be fully electric in London by 2025
.”

Dat is dan weer het mooie van een bedrijf dat een gefragmenteerde markt via een app centraliseert: die kunnen ook positieve veranderingen in een stad of samenleving versnellen. Daarnaast levert de centralisatie ook een stuk schaal- en inkoopvoordeel op en kun je bijvoorbeeld collectief inschrijven op subsidie programma’s.

Driving Uber, freelancing, babysitting: shutdown workers scramble for cash – Vox

Driving Uber, freelancing, babysitting: shutdown workers scramble for cash – Vox

“As the shutdown drags on, government contractors are struggling to afford medication, baby formula and other necessities.”

Het is natuurlijk heel bijzonder (bijzonder idioot) dan 1 iemand een hele regering op slot kan zetten. Daar zit echt een foutje in het systeem en het is een enorm teken van disrespect voor een groep mensen die essentieel zijn voor het reilen en zeilen van een  heel land.

Intussen zijn er ontzettend veel ambtenaren die door het uitblijven van de betaling van salarissen op zoek zijn naar andere manieren om aan inkomen te komen. De kluseconomie (gig economy) lijkt een ‘oplossing’ te bieden. Om via een platform aan het werk te gaan heb je geen opleidingen nodig en je kun binnen een paar dagen aan de slag. Daarnaast wordt je vaak wekelijks uitbetaald, wat handig is bij hoge financiële nood. Misschien dat deze ‘shutdown’ wel een enorme boost is voor de gig economy in de Verenigde Staten.

Is dat goed nieuws? Ik denk het niet.

  1. De situatie is natuurlijk onverantwoord: deze mensen horen gewoon bij de baan te blijven die ze hadden. Fijn dat de gig economy zorgt voor extra inkomsten, maar dat veranderd niets aan de kern van hun probleem;
  2. Een plotselinge explosie aan de aanbodkant van een platform brengt weinig goeds: de vraag zal het zelfde blijven, dus een zelfde hoeveelheid werk zal onder een grotere groep werkers worden verdeeld;
  3. Dit is vooral slecht nieuws voor degenen die al werkten en voor hun inkomen afhankelijk waren van het platform: zij kunnen opeens minder werken en hebben minder inkomsten. Deze stap zorgt dus eigenlijk voor een vervelend sneeuwbal effect.

Onderzoeker Niels van Doorn zag nog wel in onderstaande tweet één kortetermijn lichtpuntje voor de bestaande gig workers: door ambtenaren aan te dragen voor het platform ontvangen zij een ‘referral’ bonus van het platform. En dat is inderdaad kortetermijn denken, want op het moment dat er genoeg aanbod is, is er geen noodzaak voor nieuwe workers en zal het platform deze bonus dan ook heroverwegen.


Event

6th International Workshop on the Sharing Economy | Call for contributions

6th International Workshop on the Sharing Economy | Call for contributions

Op 28 en 29 juni 2019 vind de 6e editie van de ‘International Workshop on the Sharing Economy plaats in Utrecht. Voor mij was de eerste editie in 2015 mijn eerste ‘confrontatie’ met de academische wereld. Een zaal met ruim 80 mensen, waarvan ik er slechts één kende. Een verademing. Intussen heb ik ook de andere 4 voorgaande edities bezocht, was een keer keynote speaker en heb 2 papers gepresenteerd. Dit jaar maak ik deel uit van het organisatie team.

Deze week is de call for applications open gegaan, vanaf april kun je je ook als bezoeker registeren. Ik kan iedereen aanbevelen hier heen te gaan. Het is super interessant om de paper presentations van internationale onderzoekers aan te horen en met hen in gesprek en debat te gaan. We verwachten zo’n 75 contributions in meerdere disciplines. Voor mij zijn deze academische events een waardevolle bron van inspiratie en informatie geweest. Doe er je voordeel mee.

In de media

Deliveroo-bezorgers zijn geen zzp’ers: Wat voor gevolgen heeft dit? | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

Deliveroo-bezorgers zijn geen zzp’ers: Wat voor gevolgen heeft dit? | NU – Het laatste nieuws het eerst op NU.nl

De rechter heeft geoordeeld: bezorgers van Deliveroo zijn geen zzp’ers, maar schijnzelfstandigen. De contracten zijn niet bespreekbaar, de tarieven zijn te laag, en de werkdagen zijn niet flexibel genoeg. Wat betekent dit oordeel voor andere platformbedrijven?

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Blik in de toekomst van de maaltijdbezorg sector | Dit platform draagt bij aan de positie van de thuisschoonmaakster | Uber naar de beurs, maar voor hoeveel?

Goedemorgen! In deze editie wat focus op de toekomst van de maaltijdbezorgsector en aandacht voor een mooi initiatief om thuisschoonmaaksters meer zekerheden te geven. Want hoewel er nog flinke uitdagingen liggen voor platformen in de kluseconomie, kunnen platformen ook unieke bijdragen leveren aan de positie van de werker.  Om dan toch in de positieve flow door te gaan heb ik deze week gewerkt aan een uitgebreid stuk ‘waarom platformen niet de nachtmerrie, maar de ultieme droom zijn voor vakbonden’. Binnen een paar weken verschijnt het stuk ergens in de media of online. Fijne week!

Albert Heijn gaat nu ook warme maaltijden bezorgen | NOS

Albert Heijn gaat nu ook warme maaltijden bezorgen | NOS

Deze week maakten zowel Albert Heijn als IKEA bekend om samen met Deliveroo en Thuisbezorgd maaltijden te gaan bezorgen. IKEA vanuit de eigen keuken in de vestiging in Groningen. Ik kan mij echt niet voorstellen dat dat serieus is en het lijkt dan ook meer op een weinig creatieve PR activiteit.

Het experiment van AH lijkt mij een stuk meer levensvatbaar en is in principe een heel logische stap. Je kunt een maaltijd zelf maken door het aanschaffen van ingrediënten, je  kunt een maaltijdbox kopen zodat je alsnog zelf moet koken maar niet meer hoeft na te denken over recept en ingrediënten. Of je laat een gezonde maaltijd thuisbezorgen via een van de distributie partners, in dit geval Deliveroo en Thuisbezorgd. Al dan niet via een eigen app (die een koppeling heeft met de maaltijd koerier diensten, waarschijnlijk zullen zij een white label variant van hun app beschikbaar stellen.

Met de stap van Albert Heijn in combinatie met wat gezond verstand, zou je het volgende kunnen zeggen over de toekomst van de maaltijd bezorg markt:

  1. Op dit moment besteedt de gemiddelde Nederlander een paar tientjes per jaar aan ’thuisbezorgd’ eten. Dit terwijl je 3x per dag een maaltijd nuttigt. Je mag 3x raden waar de interesse van alle bestaande en nieuwe spelers in de thuisbezorgd markt vandaan komt;
  2. Waar het assortiment van eten dat je thuis kunt laten bezorgen voorheen in het wat meer eenvoudige ‘fast food’ zat (het schijnt dat 50% van alle pizza’s wordt thuisbezorgd), zie je dat bestaande en nieuwe spelers zich voornamelijk nu richten op kwalitatief beter eten. Zij richten zich met eigen bezorgers op restaurants die voorheen niet bezorgden;
  3. Een Domino’s Pizza zit vaak niet op een plek met de duurste meters (maar wel logistiek optimaal) en is er volledig op ingericht op afhaal en bezorging. Een normaal restaurant niet. Hoe meer de vraag zal stijgen, hoe meer zal blijken dat een normaal restaurant op alle vlakken eigenlijk helemaal niet is ingericht (en ook niet de kennis en kunde in huis heeft) voor eten buiten de deur van het restaurant;
  4. Het is dan ook een kwestie van tijd tot er (meer) delivery only restaurants zullen openen die specifiek gericht zijn op bezorgdiensten. Op de minder dure locaties (maar wel logistieke knooppunten), met de faciliteiten voor bezorgers om het proces te optimaliseren en een efficiënte keuken. Deliveroo experimenteede overigens eerder al met eigen ‘mobiele’ keukens bij Amsterdam RAI, het voorbeeld van Albert Heijn past ook in dit rijtje;

Dat leidt tot de vraag: welk merk wordt leidend? Het merk van de aanbieder (het restaurant of zoals in het geval van dit bericht Albert Heijn) of het merk van de bezorgdienst. Ik voorzie een model waarin beide merken zullen blijven bestaan. De Deliveroo’s en UberEats van deze wereld als logistieke en ‘entry app for food’ en de restaurants die zich als merk zowel binnen als buiten de app profileren.

Hiervoor is het wel nodig dat de restaurants zich meer gaan richten op branding en het klantcontact niet volledig aan één partij verliezen. Dat is natuurlijk wat er is gebeurt bij hotels en Booking.com. Hotels outsourcen hun online marketing en sales aan een extern platform in ruil voor een marge op transactie. Op zich geen verkeerd model, maar het wordt wel spannend wanneer het hotel zelf helemaal geen kennis van deze business in huis heeft en ook niet zelf een alternatief kan bieden. Het is dan ook de vraag of dit haalbaar is voor de kleinere spelers.

Er zou zich ook een nieuwe partij op de markt kunnen melden, een soort van aggregatie platform. Zo hebben net als de Uber chauffeur in New York ook restaurants meerdere ipads open staan. Er wordt flink gemultihomed. Daar ligt weer een kans voor een nieuwe speler. In dit stuk uit het FD wordt een partij beschreven die dit voor de restaurants al doet.

Blik in de toekomst

Hoe de markt er dan uit zou kunnen gaan zien is dat dienstverleners als Deliveroo en UberEats de logistieke platformen en de entry app voor iedereen die eten wil laten bezorgen zijn. De restaurants bieden hun maaltijden aan via de app. Zij zullen hun delivery maaltijden aanbieden vanuit verschillende ‘delivery only restaurants’ op logistiek slimme locaties. Deze restaurants zijn geoptimaliseerd voor delivery. Omdat het restaurant ook zelf zichtbaar moet zijn, zullen zij op drukke locaties ‘flagship restaurants’ openen waar mensen ook echt kunnen eten. Dit om een sterk merk neer te zetten, te kunnen groeien en niet te afhankelijk te worden van de logistieke platformen.

Voorwaarde

Belangrijkste voorwaarde is natuurlijk dat het de logistieke aanbieders lukt om het businessmodel van maaltijd bezorging rond te krijgen binnen de verwachtingen van de maatschappij (lees: de discussie over bezorgers). Jitse Groen van Thuisbezorgd heeft zijn twijfels of dit gaat lukken. De eigen Thuisbezorgd koeriers staan buiten iedere discussie, omdat alle afdrachten worden gedaan. Alleen heeft hij wel gezegd dat daardoor deze activiteit altijd verlieslatend zal zijn. Wat kunnen partijen als Deliveroo en UberEats dan doen om dit wel voor elkaar te krijgen?

Daarnaast moet het nog blijken of delivery voor restaurants als substantieel onderdeel van de business ook écht uit kan. Nu is delivery namelijk vaak nog een ‘extra’ iets. Je zou kunnen zeggen dat het een parasitair model is. Met de gasten in het restaurant zijn de vaste kosten al betaald, de mensen zijn al aan het werk, dus de enige extra kosten zijn de ingrediënten voor de maaltijden. Daarnaast verkoop je aan gasten IN het restaurant ook nog drank, waar een fijne marge op zit. Het is de vraag dat wanneer een luxe restaurant (eigenlijk alles boven de pizzabakkers) voor het grootste deel afhankelijk wordt van delivery, of dan de rekeningen kunnen worden betaald.

This new service gives domestic workers a way to get benefits and paid time off

This new service gives domestic workers a way to get benefits and paid time off

“On Alia, people who employ home cleaners can now pay into a collective fund for each worker that will enable them to miss a day and still get paid and access benefits like life insurance.”

Veel discussies over de kluseconomie gaan over markten waar minder dan 1 procent van degenen die het werk uitvoeren dit via een digitaal platform doen. Ook degenen die het werk buiten een platform om organiseren (de ruim 99% waar nog maar weinig over wordt gesproken) zijn vaak erg kwetsbaar. Thuisschoonmaak is daar een goed voorbeeld van.

Ik kwam dit artikel tegen over Alia, een platform waar klanten van thuisschoonmaaksters standaard per klus een bedrag kunnen ‘doneren’ dat de schoonmaakster kan gebruiken voor “access benefits like paid time off and sick leave, as well as benefits like life insurance, critical illness insurance, and disability or injury”.

Volgens mij een top idee: “Most employers want to do the right thing–they just haven’t had a really easy way to do it”.

Ik denk dat met een aantal eenvoudige aanpassingen dit platform van nog meer waarde kan zijn voor de schoonmaaksters. Want waarom alleen die extra 5 dollar per schoonmaakbeurt digitaal incasseren? Een van de voordelen van het werken via een platform als Helpling is dat de schoonmakers gegarandeerd betaald krijgen. Dit is natuurlijk ook prima als een losse service aan Alia toe te voegen (sorry Helpling, nothing personal). Als er vervolgens nog een vraag- en aanbod marktplaats wordt toegevoegd, dan in de cirkel rond.

Technologisch gezien is dit echt geen rocket science. De initiator achter dit initiatief is de National Domestic Workers Alliance. Ook interessant om te checken is de platform coöperatie Up&Go, welke is geïnitieerd door het Center for Family Life in Brooklyn. Zie ook dit interview op mijn YouTube kanaal.

Ik zou zeggen: als een vakbond iets wil doen voor de thuisschoonmakers, dan is het starten van een project als deze een hele goede stap. Dus niet alleen de bedreigingen, maar ook de unieke kansen van de platformeconomie benutten. Ik denk graag mee.

How Aggressive Is A $90B Uber IPO Valuation?

2019 is voor de grote ‘unicorn’ platformen als Uber, Lyft en Airbnb een spannend jaar. Het ziet er namelijk naar uit dat 2019 het jaar van de beursgangen van platformen gaat worden. Dit jaar zal dus duidelijk moeten worden of de beurs de beloften van de ondernemers en de verwachtingen van de investeerders deelt. Vorige week schreef ik al twee stukken over deze ontwikkelingen.

Er gingen eind vorig jaar geruchten over de waardering van Uber voor de beursgang: 120 miljoen dollar. Dat terwijl er ‘slechts’ 24,2 miljard in het platform is geïnvesteerd. Uit een onlangs verschenen rapport komt een voorspelling van 90 miljard naar voren. En in dit uitgebreide stuk wordt duidelijk dat ook die 90 miljard (alsnog een hoop geld) ook wat erg ambitieus lijkt. Interessant stuk wanneer je meer wilt weten over de achterliggende gedachten van deze waardering.

This is how insurance is changing for gig workers and freelancers

This is how insurance is changing for gig workers and freelancers

In de kluseconomie durven veel platformen vanwege het risico op classificatie ‘werkgever’ het niet aan om verzekeringen aan te bieden voor de ‘freelancers’ die via hun platformen werken. Dan is het natuurlijk een kwestie van tijd tot er weer wat slimme startups (of bestaande verzekeraars, maar dat duurt meestal wat langer) in dat gat springen. Dit artikel geeft een samenvatting van een rapport (welke achter een paywall zit) over deze ontwikkeling:

“A number of insurtech startups — including UK-based Dinghy, which focuses on liability insurance, and US-based Slice, which provides on-demand insurance for a range of areas — have moved to capitalize on this new segment of the labor market. These companies have been busy finding new ways to personalize insurance products by incorporating emerging technologies, including AI and chatbots, to target the gig economy.”

Ik verwacht dat een deel van dit soort verzekeringen in de basis verzekeringen of als extra optie (sms wintersportdekking aan naar 9292) vanuit de huidige pakketten zal worden aangeboden. Dit zal zijn voor verzekeringen betreffende een activiteit (en risico) dat redelijk universeel is en met een regelmatig karakter zal worden uitgevoerd. In het ‘verleden’ heb ik dit zien gebeuren met verzekeringen in de deeleconomie waarbij o.a. Centraal Beheer autodelen en vakantieverhuur als standaard in de polis heeft opgenomen.

Voor de meer specifieke, misschien ook hoger risico en onregelmatige activiteiten zal er een meer ‘on demand’ model komen waarbij per specifieke activiteit een verzekering on demand wordt ingeschakeld. Handmatig, of met een trigger vanuit het platform. Platformen hebben er alle baat bij dat dit bij de aanbieders goed is geregeld, dus op het moment dat zij iets aan kunnen bevelen (aanbieden wordt al tricky), dan zullen zij dit zeker doen.

A Judge Blocked A New Law On Airbnb In New York City From Going Into Effect Next Month

A Judge Blocked A New Law On Airbnb In New York City From Going Into Effect Next Month

“A new rule requiring Airbnb hosts in New York to disclose rental information to the city is being blocked until litigation over the ordinance is resolved.”

En weer een nieuw hoofdstuk van het kat en muis boek van platformen in New York…

Deliveroo and Uber Eats takeaway riders rent jobs to ‘illegal immigrants’ | News | The Sunday Times

“Delivery jobs for two gig economy giants are being traded to alleged illegal immigrants in a black market, a Sunday Times investigation has revealed.Workers at Deliveroo and Uber Eats who have passed vetting checks are offering up their jobs online.” Ook in dit stuk wordt hierop ingegaan.

Dit stuk is in lijn met een artikel dat ik twee weken geleden deelde over hoe sommige Uber chauffeurs in Amsterdam hun account onderverhuren aan mensen die niet aan de kwalificaties voldoen om te mogen rijden voor Uber.

De vraag die ik toen stelde was: ok, niet goed, maar in hoeverre wordt dit ook niet door niet-Uber chauffeurs gedaan?

In de case van maaltijdbezorgers is de situatie toch wel anders. Deze werden voorheen ingehuurd en aangestuurd door de restaurants zelf. Even er van uit gaande dat de meeste restaurants dit goed regelen, kun je zeggen dat het in die situatie lastig was om je werk door een ander te laten uitvoeren zonder dat het voor het restaurant opvalt.

Als maaltijdbezorger die via een app werkt heb je eigenlijk helemaal geen vaste contacten of ’thuisbasis’, dus is het makkelijker om dit ‘onder te verhuren’. Dit is dus een van de gevaren van de kluseconomie. Tenzij de apps met een meer geavanceerde verificatie methode gaan werken waarbij je op willekeurige momenten wordt gevraagd even vriendelijk in de selfie cam van je smartphone te kijken.

In de media

Verover de markt met je eigen platform: De platformeconomie in de praktijk | BusinessBoost

Verover de markt met je eigen platform: De platformeconomie in de praktijk | BusinessBoost

“In tal van sectoren lopen ondernemers het risico klanten te verliezen aan platformen. Maar wie de platformeconomie vóór zich kan laten werken, kan daar juist veel mee winnen. Hoe werkt dat in de praktijk?”

Voor het BusinessBoost platform van ING werd ik geïnterviewd over de impact van platformen op ondernemingen (focus op MKB) en hoe zij zelf de regie kunnen nemen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

De platform succes formule | 2019 stresstest business modellen van platformen | Blaast regulering de Chinese ‘ride hailing’ droom op?

Goedemorgen! En de beste wensen. Het mag nog. Nét. In de eerste nieuwsbrief van dit jaar aandacht voor een van de belangrijkste platform ontwikkelingen voor 2019: de stresstest van de businessmodellen van platformen. Zijn de business models sustainable wanneer a) het VC geld is opgedroogd en b) zij zich aan de geldende regelgeving moeten houden? In deze editie een aantal artikelen en analyses van wat komen gaat. Het gaat weer een mooi jaar worden.

Fijne week!

Why Some Platforms Thrive and Others Don’t

Why Some Platforms Thrive and Others Don’t

Een van mijn voorspellingen voor 2019 is dat dit jaar de stresstest wordt voor de businessmodellen van de platformeconomie. Oftewel: kunnen de beloftes waargemaakt worden en zijn de platform modellen duurzaam.

Het succes van een platform hangt af van veel factoren: timing, strategie, de mensen, geld en meer. Dit zijn variabelen die niet altijd even makkelijk in een voorspelling te vangen zijn. Maar er zijn ook veel andere logische mechanismen die het succes van een platform kunnen voorspellen. Mechanismen waar niet mee valt te spotten en die hooguit met veel geld kunnen worden vertraagd. Dit uitstekende artikel gaat in op deze mechanismen: “What Alibaba, Tencent, and Uber teach us about networks that flourish. The five characteristics that make the difference.”

Het begint al goed: “In 2016, Didi became the world’s largest ride-sharing company, reaching 25 million trips a day in China and surpassing the combined daily trips of all other ride-sharing companies across the globe. It had arrived at this milestone by merging in 2015 with its domestic rival, Kuaidi, and pushing Uber out of the Chinese market after a fierce, expensive battle. With its competition gutted, Didi gradually began to improve its margins by reducing subsidies to drivers and passengers.

But just as the company began to reach profitability, in early 2018, Meituan, a giant player in online-to-offline services such as food delivery, movie ticketing, and travel booking, launched its own ride-hailing business in Shanghai. Meituan didn’t charge drivers to use its platform for the first three months and afterward took only 8% of their revenues, while Didi took 20%. Drivers and passengers flocked to the new service. In April, Didi struck back by entering the food delivery market in Wuxi, a city close to Shanghai. What followed was a costly price war, with many meals being sold for next to nothing because of heavy subsidies from both companies. So much for Didi’s profitability.”

Aan de hand van deze case worden er in dit artikel 5 oorzaken gegeven waarom een platform model als Didi, maar daarmee ook een model als Uber en velen anderen, uiterst kwetsbaar is:

  1. Sterkte van netwerk effecten: platformen hebben het voordeel dat het aansluiten van een nieuwe gebruiker technisch gezien weinig tot niets kost. Hierdoor kan een platform snel schalen. Maar wat als het aansluiten van meer gebruikers niet leidt tot extra voordelen? Dan heb je daar relatief weinig aan;
  2. Netwerk clustering: “The more a network is fragmented into local clusters—and the more isolated those clusters are from one another—the more vulnerable a business is to challenges.”. Platformen in de kluseconomie met een fysieke lokale transactie, de schoonmaker, taxichauffeur, oppasser of maaltijdbezorger. Bij dit soort platformen is de transactie lokaal: vraag en aanbod wonen bij elkaar in de buurt. Hierdoor is er geen nationaal of internationaal, maar een lokaal tot hyperlokaal netwerkeffect nodig om de dienst te laten werken. Hier in Houten heb ik niets aan 1.000 Uber chauffeurs in Amsterdam. Deze ‘geïsoleerde clusters’ maken het model kwetsbaar;
  3. Gevaar dat vraag en aanbod elkaar buiten het platform treffen: veel platformen houden een marge per transactie in. Een commissie. Om dit model te laten werken is het vereist dat de transactie binnen het platform wordt afgehandeld. Treffen de gebruikers elkaar buiten het platform, dan verdien je als platform geen geld. Dit is vooral een probleem bij repeterende transacties tussen een zelfde vrager en aanbieder: schoonmaak en oppas. De eerste keer dat de transactie wordt uitgevoerd is het platform van grote toegevoegde waarde: het matchen van vraag en aanbod, achtergrondchecks, reputatiescores en meer. Maar de tweede keer…. Een de derde keer…. Het zou mij niets verbazen dat het uiteindelijk zo zal blijken dat het marge op transactie verdienmodel voor platformen in de kluseconomie met een repeterende transactie niet gaat werken. Je ziet dan ook niet voor niets dat traditionele ‘koppelaars’ veelal met een abonnementsmodel werkten of met een ‘koppelingsfee’. Dit soort platformen zullen dus op zoek moeten gaan naar een ander en creatiever businessmodel. Dit soort platformen moeten een extreme klantfocus hebben en hebben niet de luxe om te versuffen. Op het moment dat de gebruiker niet de toegevoegde waarde ziet, is ie weg;
  4. Multi homing: “Multi-homing happens when users or service providers (network “nodes”) form ties with multiple platforms (or “hubs”) at the same time. This generally occurs when the cost of adopting an additional platform is low. <..> When multi-homing is pervasive on each side of a platform, as it is in ride hailing, it becomes very difficult for a platform to generate a profit from its core business. Uber and Lyft are constantly undercutting each other as they compete for riders and drivers.”. Kort samengevat: wanneer het voor zowel vraag als aanbod makkelijk is om van meerdere apps tegelijk gebruik te maken en je als platform geen unieke propositie hebt, dan ben je kwetsbaar. En wanneer dit voor zowel vraag als aanbod geldt, dan heb je een probleem;
  5. Network Bridging: “As the most successful platforms connect across more and more markets, they’re becoming increasingly effective at tying together industries. Just as the Alibaba Group moved from commerce to financial services, Amazon has moved beyond retail to entertainment and consumer electronics. Platforms are thus becoming crucial hubs in the global economy.” Je bent sterker wanneer je in verschillende sectoren opereert en deze groepen en sectoren elkaar versterken.

De bovenstaande 5 mechanismen, veel van deze zijn al meerdere keren in deze nieuwsbrief voorbij gekomen, geven een indicatie welke platform markten en modellen kansrijk en kansloos zijn de komende jaren. En geven ook een goed beeld hoe divers en nog niet uitontwikkeld het platform model is.

Time Is Running Out for Unprofitable Chinese Startups – WSJ

Time Is Running Out for Unprofitable Chinese Startups – WSJ

Platformen verlagen transactiekosten, maar verlagen zij deze kosten genoeg om de miljarden aan investeringen die platformen ontvangen en hebben ontvangen te verantwoorden? Oftewel: kan het model uit wanneer de kraan met extern geld is dichtgedraaid?

De komende jaren zal voor verschillende sectoren duidelijk moeten worden of platformen de belofte die zij (naar investeerders) hebben gemaakt waar kunnen maken. Vraag 1 is of zij in staat zijn om zelfstandig zonder externe financiering op eigen benen te kunnen staan. Vraag 2 is of de winsten interessant genoeg zijn voor de hoge verwachtingen van de investeerders.

Voor de platformen die zelf investeren in ‘on demand free floating last mile transportation services’, oftewel: deelstepjes, -scooters en -fietsen zonder vaste stalplaats, ziet het er met de start van 2019 niet al te rooskleurig uit. Deze veelbelovende sector waar vele miljarden in zijn gepompt zit in zwaar weer. In dit stuk komt naar voren dat de grote Chinese platform scale-ups steeds meer moeite hebben om geld van investeerders los te peuteren. En dat op een moment ver voordat deze platformen op eigen benen kunnen staan. Zo gaf de oprichter van het Chinese deelfiets platform Ofo aan de eigen medewerkers toe dat de bodem van de bankrekening in zicht is. Afgelopen maart stopte Alibaba nog een kleine 900 miljoen dollar in het bedrijf. Dat is dus snel gegaan. Ik kan mij niet voorstellen waarom investeerders hier nog verder hun geld in zouden willen stoppen.

Ook interessant om te lezen is dit interview in de Financial Times met Tony Ho, vice-president of global business development bij Segway-Ninebot. Hij is er van overtuigd dat “Electric scooter sharing start-ups, including Bird and Lime, are not sustainable”. Deze business zit enerzijds met hoge opstartkosten: een electrische deelstep is prijzig, maar ook de logistiek rondom het opladen is een kostbare zaak. Tony is overigens de lachende derde. In het interview geeft hij aan dat de producenten van de stepjes de enigen zijn in het proces die wél geld verdienen. Ook is hij er van overtuigd dat de electrische step (maar dan in particulier bezit) een blijvertje is. “It’s amazing how these companies, especially Bird, managed to really educate the market in such a short period of time”. En daar maakt hij dan weer dankbaar en slim gebruik van.

Waar platformen in eerste instantie hun focus legden op het ontsluiten van (onbenutte) capaciteit (spullen en arbeid) van anderen, is het platform model waar de  deelstepjes, -scooters en -fietsen in eigen eigendom en beheer van het platform zijn een stuk ingewikkelder. Op zich was en is het enthousiasme over dit soort concepten niet zo vreemd: in steden liggen veel kansen voor ‘last mile’ oplossingen en is er simpelweg niet onbeperkt plek voor nog meer auto’s en taxi’s, maar het model is gewoon erg ingewikkeld. Maar de ervaring uit het verleden leert ook dat het ontzettend moeilijk is om een deelfiets systeem businesswise succesvol rond te krijgen. Dit is ook terug te lezen in dit willekeurige stuk over deelfietsen in Londen: “London’s 4,000 Boris bikes cost taxpayers £1,400 for each bicycle every year despite sponsorship from Barclays“.

Conclusie:

  • Van de platform modellen die we nu zien, is nog niet duidelijk of zij ook echt uit kunnen. Of zoals een econoom pas zei: met de miljarden van de VC’s kunnen niet de economische wetmatigheden worden afgekocht;
  • Platformen zijn goed in het ontsluiten van andermans capaciteit, maar zodra platformen ook zelf gaan investeren in assets en dan zeker in assets in een markt die nog onontgonnen is, zijn de risico’s groot en is de runway lang;

Ik dacht er ook nog aan of dit soort berichten negatief kan uitpakken voor de beursgang van Uber in 2019. Immers: Uber begeeft zich ook in deze markt en er zijn geruchten dat Uber met deelstep partijen in gesprek is voor mogelijke overnames. Enerzijds zou je zeggen: negatief. Omdat dit aangeeft dat er nog flinke investeringen moeten worden gedaan voordat er over een hele lange tijd mogelijk eens geld uit komt. Anderzijds heeft Uber wel interessante papieren, aangezien het bedrijf de deelmobiliteit in een totaalpakket kan meenemen. Bottom line denk ik dat het slecht nieuws is.

The end of China’s ridesharing gig – TechCrunch

The end of China’s ridesharing gig – TechCrunch

Met de opkomst van de ‘ride hailing’ diensten als Uber waar iedereen met een redelijk nieuwe auto bij kon klussen als taxichauffeur zag je verschillende reacties van overheden. In Europa werd vrij consistent tegen het UberPop model ingegaan en werden dit soort diensten verboden. Je ziet dat Uber in bijna alle landen van Europa dan ook alleen werkt met gekwalificeerde chauffeurs. Om in Nederland als Uber chauffeur aan de slag te kunnen gaan is al snel een eigen investering van 4.000euro nodig en duurt het al snel 4 maanden voordat je pas aan de slag kunt.

De Verenigde Staten en China waren een stuk makkelijker: hier waren de drempels om als ‘ride hailing’ chauffeur aan de slag te gaan erg laag. Met als gevolg dat veel chauffeurs het rijden voor ‘erbij deden’. Vorig jaar werden de regels in New York al sterk aangetrokken na een explosie van het aantal taxi’s in de stad. Ook China onderneemt nu actie met strengere regulering op chauffeur en auto, waardoor het voor parttime chauffeurs niet meer uit kan om via een platform aan de slag te gaan. En dat is een groot probleem voor een platform als Didi: “Most drivers on Didi Chuxing — the startup that captured 90 percent of China’s e-hailing trips in 2017 per consulting firm Bain & Company — were part-time. That’s according to a report Didi put out in October 2017, which said half of its drivers worked less than two hours a day.”.

Deze wet kan dus een flinke bom leggen onder de aanbod kan van het Didi platform. Wat ik vooral interessant vind om te zien is dat hoewel landen en continenten in eerste instantie wbt regulering anders reageren op nieuwe ontwikkelingen, ze op lange termijn op een zelfde punt uit zullen komen. De leer- en lobbyweg is anders, maar het resultaat zal meer op een lijn liggen dan we (en ook ik) vooraf in hadden kunnen schatten.

New York’s new wage law for Uber drivers is a lesson for cities around the world – MIT Technology Review

New York’s new wage law for Uber drivers is a lesson for cities around the world – MIT Technology Review

“Alex Rosenblat rode along with Uber drivers for 5,000 miles. We talked with her about the huge impact the law could have.” Leuk interview met de auteur van “Uberland, How Algorithms Are Rewriting the Rules of Work“.

Hij spreekt o.a. over de noodzaak voor platformen als Uber om lage drempels te hebben voor aanbieders om snel aan de slag te kunnen: het verloop is enorm: “After six months on the job, 68% of drivers are no longer there.” Weer een kwetsbaarheid in het model 😉 Een kwetsbaarheid die platformen als Uber overigens al lang door hebben: eind vorig jaar bracht Uber allemaal nieuwe features uit waarbij je meer voordelen krijgt naarmate je meer voor het platform rijdt. Ze zijn er dus ook echt wel achter dat ze op zoek moeten naar een meer stabiele supply. Misschien dan ook maar eens meer verantwoordelijkheid nemen voor die chauffeur. Ik weet zeker dat Uber met alle data uit het verleden prima vooraf de drukte kan voorspellen en op basis daarvan een vaste ploeg aan kan nemen en de pieken op kan vangen met flexibele krachten. Maar of dat ooit zover zal komen….

In de media

EenVandaag – EenVandaag

EenVandaag – EenVandaag

Nu ik in steeds meer lijstjes als expert sta, merk ik ook dat ik steeds vaker wordt gevraagd om over zaken iets te vinden die niet direct binnen mijn expertise vallen. Zo werd ik in het oude jaar door EenVandaag thuis bij de kerstboom op video gezet (je ziet mij na 1 minuut) over het toenemend aantal koeriersbusjes door de groei van e-commerce. Vaak is het dan ook niet echt rocket science: als het aantal busjes stijgt, dan lopen de straten vol, dus moeten we op zoek naar andere oplossingen. Verzamel distributie centra aan de rand van een stad, verzamelpunten in de buurt, etc. En zolang de bezorger per pakketje wordt betaald, dan is het logisch dat deze het gaspedaal eens extra intrapt. Zeker wanneer de vergoeding zo laag is dat massa noodzakelijk is voor een beetje een redelijk inkomen. Kern van het probleem is natuurlijk ook dat bezorging als gratis wordt ervaren. En gratis bestaat niet. Iemand moet de rekening betalen. En in veel gevallen is dat de meest kwetsbare en makkelijk inwisselbare schakel…

Mijn kinderen waren overigens ook weer blij om papa op televisie te zien, zie dit schattige filmpje.

Stand.nl: Iedereen zou internet moeten hebben – Spraakmakers – NPO Radio 1

Stand.nl: Iedereen zou internet moeten hebben – Spraakmakers – NPO Radio 1

Interview bij Radio 1 naar aanleiding van een rapport van het CBS dat 900.000 Nederlanders geen toegang hebben tot het internet. Is dat erg? It depends….

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.