Goedemorgen! Afgelopen week mij weer goed vermaakt met o.a. een bijdrage in een ‘Future of Work’ workshop van de UvA, een bijeenkomst over AI en businessmodels, gesprekken over onderzoeken naar veiligheid in platformwerk, een bijdrage voor een groep van The NTWK over GigCV en een interview op BNR Nieuwsradio (samen met Koen Frenken) over de staat van het debat rondom platformen en arbeid in Nederland.

Deze week staat in het teken van de kick-of van de minor ‘bouw je eigen platform’ bij de Haagse Hogeschool, een bijeenkomst over een onderzoek dat ik deed naar het platform ‘verhuizen.nl’ en een reis naar Barcelona voor verschillende interviews voor de WageIndicator podcast. Verder nog geen plannen 😉

In deze editie weer de nodige artikelen voor je verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Ook lees je over de lancering van een erg tof initiatief dat platformwerkers in o.a. Kenia, Pakistan en Indonesië moet helpen om beter geïnformeerde beslissingen te maken: Living Tariff. Fijne week!


Amsterdam als ‘platform coöperatie hub’?

Begin oktober publiceerde het FD een artikel met de volgende kop en introductie: “Amsterdam bindt de strijd aan met platformbedrijven – De gemeente Amsterdam schiet lokale ondernemers te hulp die moeten opboksen tegen internationale platformbedrijven. Wethouder Sofyan Mbarki wil aanvullende wetgeving voor bijvoorbeeld Uber of Just Eat Takeaway en tegelijk mkb’ers helpen met het opzetten van eigen platforms of huurbescherming.”

Mijn reactie op X (jaja: Twitter) was niet al te vriendelijk, maar echt veel kon ik ook niet met het stuk.

Natuurlijk staan er goede punten in het stuk. Over het belang van lokale ondernemers voor de stad: dit gaat natuurlijk verder dan alleen de economische bijdrage. En dat de gemeente keuzes moet maken in het belang van het collectief. Geen groot nieuws, maar wel goed om te benadrukken. Maar er zijn ook passages waar je je afvraagt: is dit lokale of nationale politiek: “Amsterdam gaat bovendien de lobby naar Den Haag en Brussel intensiveren voor aanvullende wetgeving. Dat is volgens Mbarki nodig om marktwerking te corrigeren, belastingontwijking tegen te gaan en arbeidsvoorwaarden in de platformeconomie te verbeteren.”. Volgens mij zit niemand te wachten op een aparte lobby en zijn dit onderwerpen die verder gaan dan de Ring A10.

Platformcoöperaties komen ook voor in het stuk. Een onderwerp waar ik veel onderzoek naar heb gedaan en waarvan bekend is dat het een erg lastige zaak is. Er wordt een voorbeeld aangehaald van een succesvolle platform coöperatie in New York, alleen heeft de gemeente hier geen rol in gespeeld.

Wanneer je verder in de plannen duikt en het stuk ‘een nieuw Amsterdams economisch peil’ leest, dan is het verhaal gelukkig een stuk genuanceerder. Hier lees je het volgende over platform coöperaties:

“Om hier tegenwicht aan te bieden, zet de gemeente in op nieuwe vormen van publiek-collectieve samenwerking. We verkennen, in samenwerking met AmsterDOEN, o.a. de ondersteuning van (een incubator voor) platform-coöperaties. Ook richting we ons op andere randvoorwaarden (o.a. arbeidsvoorwaarden) om een gelijker speelveld te creëren tussen multinationals en lokale ondernemers.”

Een mooie gedachte, maar tegelijkertijd wordt er in het stuk aangegeven dat commerciële platformbedrijven “het zich jarenlang permitteren om verlieslijdend te zijn”. En op het moment dat een platformbedrijf diensten onder de kostprijs in jouw markt aanbiedt, dan lukt het MKB-ers ook mét gemeentesubsidie niet om hier tegenop te boksen.

Ook in het stuk “Opgaveagenda Versterken Innovatie en Impact ecosystemen” komen platformcoöperaties voor:

“Ondersteuning voor het opzetten van platformcoöperaties, i.s.m. AmsterDoen. Bijvoorbeeld door opzetten van een Incubator voor Coöperaties. Digitale platforms versnellen de transitie naar een ‘gig economy’ waar tijdelijke inhuur de norm is. En waar zelfstandige ondernemers vaste werknemers vervangen. Deze ontwikkeling verkleint de baanzekerheid. Met het opzetten van lokale platform coöperaties kan een alternatief geboden worden voor de grote (veelal Amerikaanse) Tech bedrijven. Mogelijk kunnen we in eerste instantie ondersteunen bij het opzetten van een Taxi Coop (naar voorbeeld van NYC).”

In de kern zitten er goed passages in de plannen. Zoals over het belang van lokale ondernemers en publiek-private samenwerkingen en initiatieven als deze: “Ons aanbod bestaat onder andere uit trainingen, lokale coaches, inzet van de expertise van alliantiepartners, ondersteuning van coöperatieve samenwerkingen, toegankelijk maken van financieringen, ondersteuning bij digitalisering, stimuleren van lokaal inkopen en ondernemershubs, en (inter)nationaal ondernemen.”

Waar de wethouder de plank misslaat is door ‘de markt’ de schuld te geven en deze over één kam te scheren. Daarmee doe je veel initiatieven zwaar te kort. En het grootste probleem: door te denken in oplossingen, zonder na te denken of deze hout snijden binnen de context van de Gemeente Amsterdam. Je kunt makkelijk roepen dat je een Taxi coöperatie wilt zoals in New York, maar wie zit hier in Amsterdam op te wachten? En Amsterdam heeft al een platformcoöperatie: de Taxi Centrale Amsterdam. Roepen ‘dat je ook iets wilt’ is wat mij betreft garantie voor het verspillen van publiek geld.

Hoe dan wel? Door goed te kijken wat de behoefte is vanuit de ondernemers, vervolgens te kijken of een platform hier een oplossing voor is, daarna valideren bij de verschillende stakeholders of en platform ook voor hen een oplossing is, experimenteren, leren, vallen, opstaan en vanuit daar kijken wat je moet doen om écht impact te maken. Dit doe je vanuit een nieuwsgierige en collaboratieve houding. En het liefst ver buiten de politieke waan van de dag. Als je door de stukken heen leest, dan zit er genoeg potentie in, maar dan moet het wel echt uit eigen kracht komen. Alleen dan krijg je iedereen die nodig is mee in dit verhaal.


Content moderatie ‘as a service’ voor social media platformen

Twee nieuwsbrieven geleden deelde ik mijn visie over de uitdaging van desinformatie op social media platformen. Hierin ging ik in op de vraag of het bestrijden van ‘fake nieuws’ mogelijk is en of er een beperking moet komen op de algoritmische versterking (freedom of speech vs freedom of reach) van content. Waarbij ik mij er zeker bewust ben dat de oplossing niet uit één hoek zal komen.

Een van de andere oplossingen ligt in de moderatie van content. En hoewel platformen hiervoor steeds meer (lees: te veel en te makkelijk) vertrouwen op ‘slimme’ technologie, zit hier ook nog steeds een hoop mensenwerk achter. De afgelopen jaren hebben social media platformen flink gesneden in hun personeelsbestand. Met Twitter met de twijfelachtige eer van ‘voorloper’ met het ontslag 3.700 werknemers en in de ‘achterhoede’ Meta, Amazon en Alphabet. Een groot probleem, wetende dat met de nieuwe wetgeving die er is (en er nog aan komt) platformen een steeds grotere verantwoordelijkheid zullen krijgen over de content die op hun platform door anderen wordt gepubliceerd.

Nu blijkt het dat deze platformen, nu zij zelf steeds minder mensen hebben om content te modereren, dit steeds vaker uitbesteden en er allemaal bedrijfjes opkomen die dit ‘as a service’ aanbieden.

Het is interessant om dit artikel op Wired.com te lezen: “Big Tech Ditched Trust and Safety. Now Startups Are Selling It Back As a Service – The burgeoning trust and safety industry promises to help tech companies navigate scrutiny and regulation. But these services bring problems of their own.”

Over het ontslag van leden van zogenaamde ’trust and safety teams’ wordt in het artikel het volgende gezegd: ““In many ways, Twitter got away with it. That’s given the other companies the confidence to say, ‘You know what? It’s OK. You can survive and not face a terrible consequence.’”

Deze “buy rather than build” strategie heeft volgens de auteurs en geïnterviewden in dit artikel negatieve gevolgen:

  • But experts warn that outsourcing trust and safety also means outsourcing responsibilities to teams with no power to change the way platforms actually work.
  • By outsourcing key functions, platforms may be undermining their ability to improve products.
  •  Trust and safety issues can sometimes be more about product design than active moderation—should a user be able to reshare content? How much weight should different metrics be given within a recommendation algorithm?
  • By outsourcing critical functions to third parties, platforms could also make it harder for people to understand where moderation decisions are being made, or for civil society—the think tanks and nonprofits that closely watch major platforms—to know where to place accountability for failures.

Het outsourcen van trust and safety wordt in het stuk niet alleen omschreven als kostenreductie en het afschuiven van risico. Ook nieuwe regelgeving als de Digital Service Act kunnen ervoor zorgen dat het zelf inrichten van een dergelijke omgeving voor beginnende platformen te complex wordt, met als gevolg dat: “Startups may prefer to buy trust and safety as a service, rather than building their own teams and systems”. Dat deze ‘providers’ vervolgens techniek inkopen en op verschillende platformen inzetten is ook weer een risico: een fout in 1 systeem kan impact hebben op een groot aantal platformen.

Toch zien de experts in dit stuk de ’trust and safety as a service’ modellen als een mogelijk positieve ontwikkeling: “in the long term, we see that as a good thing for the companies in the space because it means that [tech companies] will have to rely more and more on services from companies that specialize in the space, and not something built in-house.”


Event: Introduction to the Living Tariff Tool

Met de WageIndicator en GIZ hebben we de afgelopen maanden hard gewerkt aan de realisatie van de ‘Living Tariff Tool’. Dit is een online tool waar platformwerkers kunnen zien wat zij moeten verdienen om een ‘Living Wage’ mee naar huis te nemen na aftrek kostenposten als wachttijd, afschrijving voertuig, brandstof, administratie, ziektekosten en meer. De tool wordt eerst gelanceerd voor  KeniaPakistan en Indonesië. Daarna volgen andere landen. Deze tool heeft als doel om platformwerkers beter geïnformeerde beslissingen te kunnen laten maken én om beleidsmakers te laten zien wat een platformwerker zou moeten verdienen om tot een ‘decent income’ te komen. We beseffen ons dat de tarieven uit deze tool bijna altijd significant hoger zullen zijn dan wat de werkenden nu verdienen, maar hopen dat deze ‘benchmarkt’ op de lange(re) termijn bij zal dragen aan een betere positie van de platformwerker overal ter wereld.

Op 30 November zal de online launch plaatsvinden van deze tool. Meer info n inschrijven kan via deze link.

En hier onder de gehele uitleg van de tool:

“With the global gig economy growing exponentially in recent years, increasing attention has been paid to the financial vulnerabilities of gig workers. These workers, such as rideshare drivers, delivery couriers, and freelance contractors, frequently face challenges related to low pay, lack of benefits, and job insecurity. The absence of minimum wage guarantees and the reliance on market forces to determine compensation can result in earnings that are insufficient to cover basic living expenses.

Since 2014, the WageIndicator Foundation has been providing Living Wage estimates for wage-earners based on its cost of living database, currently covering 164 countries. At the same time, GIZ through its gig economy initiative has been engaging workers, platforms and policy stakeholders to foster favourable framework conditions for fair work in the gig economy. Now, in partnership with GIZ, WageIndicator is launching the Living Tariff tool to help gig workers accurately assess their wage requirements. The living tariff tool is being piloted in the Pakistan, Kenya and Indonesia in close cooperation with Centre for Labour Research, and WageIndicator teams. 

The tool will provide gig workers with accurate cost of living information and also help them account for calculate hidden and indirect costs like waiting times, cancellation fees, and non-payment by clients. It will also provide them information about relevant labour laws, vacation days, standard working hours, and more.”

💡
Een paar maanden gelden publiceerde ik een artikel en een podcast met een interview met Paulien Osse, medeoprichter van de WageIndicator Foundation. In dit artikel en deze podcast is ook veel achtergrond over deze nieuwe tool te vinden.

Link artikel Nederlands en Engels. De podcast aflevering is te luisteren via o.a. Apple Podcast en Spotify.


De strijd tegen fake reviews

Fake reviews blijven een grote uitdaging voor veel platformen. Dit is onder andere te lezen in de stukken: “The internet is littered with fake reviews. Amazon, Glassdoor and others are trying to fight back” en “Techgiganten in actie tegen neprecensies“.

De samenwerking wil neprecensies tegengaan. “Door middel van samenwerkingsinitiatieven willen ze nieuwe richtlijnen opstellen voor het waarborgen van de authenticiteit van reviews, waarop consumenten wereldwijd kunnen vertrouwen.”

Erg mooi, al zit er ook een dikke lobby-saus over het initiatief. “Het initiatief is een manier om zichthouders van overheden te laten zien dat het hen serieus is, maar ook dat ze de stromen aan neprecensies niet onder controle krijgen. – Voorts komt er een lobby met academici en beleidsmakers om het belang van eerlijke reviews voor consumenten te laten zien en de inspanningen van de branche te ondersteunen, om te voorkomen dat neprecensies worden gepubliceerd.” In o.a. Nederland zijn neprecensies namelijk verboden.

Ik hoop vooral (en ik weet dan vertegenwoordigers van deelnemende platformen deze nieuwsbrief lezen) dat de afspraken die worden gemaakt tussen de deelnemende platformen ook openbaar worden gemaakt. Zodat iedereen mee kan kijken én leren. Daarnaast mag wat mij betreft ook vaker kritisch worden gekeken naar de reputatiesystemen én de vraag of deze ook echt nodig zijn. Als je het heel praktisch bekijkt zijn reviews in veel gevallen een ‘outsourcing van kwaliteitscontrole naar de consument’. Dit omdat de platformen zelf geen zicht hebben (of willen hebben) op de aangeboden goederen en diensten. En aangezien we weten dat deze systemen nooit perfect zullen zijn, mogen we wat mij betreft ook selectiever zijn met het inzetten van deze systemen. Omdat de vraag ‘waarom’ eigenlijk nooit wordt gesteld.

💡
Een mooie column over de (soms ontbrekende en discutabele) doelmatigheid van reviewsystemen lees je in het opiniestuk: “Anonieme recensies op Zorgkaart geven ons zorgverleners een gevoel van onveiligheid” in De Volkskrant. Een pakkend voorbeeld van de schijnwerkelijkheid met negatieve bijeffecten die kan worden gecreëerd door (ondoordachte) review systemen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie voor een online of offline event? Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 300 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. En lees mijn boek ‘Platformrevolutie – Van Amazon tot Zalando, de impact van platformen op hoe wij werken en leven’. Interesse in mijn foto’s? Check dan mijn foto pagina.

Recommended Posts