Maakt Tesla Uber overbodig? (spoiler alert: nee) | Platformbedrijf als marktmeester: een digitaal prikbord gaat nooit werken. Voor niemand | Algoritme als klotebaas

Goedemorgen! Afgelopen week stond de beursgang van Uber. De hoge verwachtingen die vorig jaar werden gepresenteerd waren bijgesteld. En zelfs toen viel de beursgang nog tegen. Op de eerste dag verloren investeerders 617 miljoen dollar en as we speak staat de koers zo’n 8% onder de introductieprijs. Het kan natuurlijk nog alle kanten op gaan, maar een vliegende start is het niet geworden. Is dit een voorteken voor wat er gaat komen in de platformeconomie? Ik denk het niet, het is toch echt een case voor case scenario. Maar het hyper enthousiasme heeft (gelukkig) wel plaats gemaakt voor wat broodnodige realiteit. En zolang deze niet omslaat naar (onnodig) pessimisme, is dat eigenlijk misschien wel het beste dat de platformeconomie had kunnen overkomen. Fijne week!

Platformbedrijven als marktmeesters | tpedigitaal.nl

Platformbedrijven als marktmeesters | tpedigitaal.nl

Platformen, veelal tweezijdige marktplaatsen, brengen vraag en aanbod bij elkaar en faciliteren in de transactie. Sommige platformen noemen zich een prikbord, maar dat is natuurlijk onzin. Platformen zijn marktmeesters en hebben een sturende rol in hoe de transactie tot stand komt. En daar is in essentie helemaal niets mis mee: de rol van marktmeester staat grotendeels ook dienend aan vraag en aanbod. Zonder marktmeester is een platform een vergaarbak van informatie en komt er geen transactie tot stand. De vraag is alleen: hoe zorgen we er voor dat dat marktmeesterschap in dienst staat van alle directe en indirecte stakeholders en hoe voorkomen we negatieve externaliteiten? Die vraag staat centraal in dit interessante en zeer lezenswaardige paper.

“Dit artikel analyseert de wenselijkheid van overheidsingrijpen in markten waarvan platformbedrijven marktmeesters zijn. Commerciële platformbedrijven zijn niet neutraal in het faciliteren van transacties of interacties: de instrumenten en voorwaarden van platformbedrijven kunnen invloed hebben op marktuitkomsten en op de maatschappij, en kunnen soms sterke afhankelijkheden in de economie en samenleving meebrengen. We maken inzichtelijk wanneer platformbedrijven zelf marktfalen repareren en wanneer dat niet het geval is. Vervolgens verkennen we twee beleidsvragen die volgen uit de rol van platformbedrijven als marktmeesters: wat is wenselijk overheidsbeleid voor situaties waarin platformbedrijven niet alleen ‘boven’ een markt actief zijn maar ook daarbinnen? Welke verantwoordelijkheid komt platformbedrijven toe met betrekking tot het doen en laten van platformgebruikers? Voor zover er nieuw marktfalen ontstaat, kan er nieuwe reden voor overheidsingrijpen ontstaan, via bestaande of nieuwe principes of wetgeving.”

Een belangrijke vraag in dit paper die naar mijn smaak nog niet genoeg uit de verf komt is de vraag: welke elementen van het marktmeesterschap van een platform zijn nieuw ten opzichte van traditionele marktmeesters? Zie bijvoorbeeld dit fragment: “Vanuit die centrale positie leggen ze anders dan de meeste bedrijven vaak voorwaarden op aan meerdere kanten van een markt, bijvoorbeeld zowel aan de aanbieders als ook de afnemers van de apps”. Niet platform organisaties (zeg een supermarkt) probeert ook vanuit de positie en schaalvoordeel bepaalde condities af te dwingen bij de leveranciers en probeert met reclame en prijsstrategie de vraag kant te sturen. We weten ook dat wanneer ik een reis boek met mijn dure macbook ik mogelijk meer betaal dan wanneer ik dat doe met mijn windows 95 machine. Simpelweg omdat de verkoper dan vermoed dat ik meer te besteden heb.

Het verschil zit in het gegeven dat platformen heel veel data hebben, jouw gedrag kunnen analyseren, experimenten kunnen uitvoeren om te kijken hoe je op een bepaalde verandering reageert en dit kunnen vergelijken met het gedrag van duizenden andere gebruikers. En bepaalde voorwaarden (zoals prijs) heel eenvoudig real time op persoonsniveau kunnen aanpassen. Daarnaast is het aantal aanbieders bij een platform doorgaans vele malen groter dan bij een organisatie als een supermarkt. En is niet altijd duidelijk of er een plek is waar stakeholders die het gevoel hebben te zijn benadeeld onafhankelijk en vertrouwelijk hun verhaal kunnen doen. Dat zijn een aantal nieuwe elementen. En dat brengt weer bepaalde nieuwe vraagstukken met zich mee.

Een van de vraagstukken die daar uit voortkomen is de vraag in hoeverre de besluitvorming algoritmes transparant moeten worden gemaakt. Ik merkte in de workshop die ik onlangs rondom dit onderwerp organiseerde dat het gegeven dat een algoritme controleerbaar is, dit ook bij stakeholders het verlangen oproept om dit te doen. Dat brengt ons wel bij een interessante vraag. Wanneer er een match wordt gemaakt tussen vraag en aanbod door een intercedent van een uitzendbureau dan is dit proces niet transparant. We weten dat er een kans is dat er bewust of onbewust wordt gediscrimineerd, maar dit is heel lastig te ontdekken. Zeker niet real-time. Het matching algoritme van een platform is wel te controleren. En daarmee zou een platform in theorie veel neutraler kunnen matchen dan de menselijke intercedent. Dan is de vraag: gaan we platformen regels opleggen dat zij de algoritmes inzichtelijk maken, simpelweg omdat het kan? Terwijl we de traditionele uitzendbureaus dan maar met rust laten? En creëren we dan een ongelijk speelveld, omdat de regeldruk voor algoritme intermediairs toeneemt ten opzichte van de ‘ouderwetse’ intermediairs? Ik kan hier geen antwoord op geven, maar het is wel een belangrijke vraag waar over nagedacht moet worden.

In het stuk worden ook nog twee platformtypische beleidsvraagstukken behandeld:

  • Wat is wenselijk overheidsbeleid voor situaties waarin platformbedrijven niet alleen boven een markt actief zijn maar ook daarbinnen?
  • Welke verantwoordelijkheid komt platformbedrijven toe met betrekking tot het doen en laten van platformgebruikers?

En worden 4 beleidsopties uitgewerkt voor platformbedrijven die ook zelf actief zijn in hun gecreëerde markten. Dit betreft voornamelijk verkoop platformen. Zo verkopen zowel Amazon als Bol ook zelf producten via hun platform met het gevaar van een oneerlijk concurrentievoordeel:

  1. informatieplicht
  2. uniforme voorwaarden afdwingen via het mededingingsrecht
  3. uniforme voorwaarden als algemeen principe
  4. algeheel verbod op aanbod eigen diensten in de platformmarkt

Al met al een interessant en gewogen stuk dat weer bijdraagt aan de discussie van de rol en verantwoordelijkheid van platformen in de meest brede zin van het woord.

Elon Musk’s Big Announcement: Tesla Will Make Uber Obsolete (Summary)

Elon Musk’s Big Announcement: Tesla Will Make Uber Obsolete (Summary)

In deze video doet Elon Musk een ‘big announcement’ dat Tesla Uber overbodig zal maken. Met een vloot zelfrijdende auto’s verwacht Musk een eigen ‘ride sharing’ service te kunnen ontwikkelen die tegen een zeer concurrerend tarief (geen 2-3 dollar per mile als bij Uber, maar 0,18 dollar per mile) de markt zal overnemen. Mooie ambitie en grote woorden, iets waar Musk doorgaans ook niet voor terugschrikt. Maar hoe realistisch is zijn ambitie? Hier onder een korte analyse.

De belofte

Musk verwacht in 2020 (ja, dat is al volgend jaar) de eerste volledig autonome robot taxi (lees: zelfrijdende auto) in een stad in Amerika rond te hebben rijden. Eerst nog met stuur en pedalen, twee jaar later zonder. Dit kan volgens Musk zo snel gebeuren doordat de ontwikkeling van de technologie dankzij de data uit de auto’s die nu rondrijden exponentieel kan evolueren. De eigenaren van deze auto’s kunnen hun zelfrijdende auto op het moment dat zij hem niet gebruiken beschikbaar stellen aan het Tesla netwerk (platform), zodat de auto vervolgens zelf op pad kan gaan om als taxi aan het werk te gaan. Op het moment dat er in een omgeving te weinig aanbod is van ‘shared’ Tesla’s zal Tesla eigen auto’s inzetten. Door het verhuren van de eigen auto zou een Tesla eigenaar zo’n 30.000 dollar per jaar kunnen bijverdienen en daarmee in principe in ruim een jaar de aanschaf van de auto terugverdienen. Aangezien de volgende generatie Tesla accu’s zullen worden gebouwd voor een levensduur van 1,6 miljoen kilometers en de elektrische auto nagenoeg geen onderhoud nodig heeft, hoef je je als eigenaar ook geen zorgen te maken dat de auto snel minder waard wordt.

De realiteit

Technologie zal zich misschien wel exponentieel ontwikkelen. Alleen regelgeving, gedrag van mensen, politiek en beleid doen dit niet. De timeline van Musk lijkt mij zeer onwaarschijnlijk.  Op zich geen probleem, een paar jaar meer of minder wachten is in mijn beleving op een revolutionaire ontwikkeling geen groot probleem. Maar toch.

Dan is het interessant om naar de ontwikkeling van autodelen te kijken. Daar kan iemand als Musk een hoop van leren. Wat Musk hier voorstelt kennen we nu als peer2peer autodelen. Platformen als SnappCar en MyWheels zijn hier in Nederland al de nodige jaren mee bezig. Wat ik hier zie gebeuren is dat het aanbod steeds meer verschuift van het peer2peer autodelen (de privé auto beschikbaar stellen) naar meer professionele modellen van private lease aanbod op platformen en wat Koen Frenken in zijn Deeleconomie model ‘product dienst economie’ noemt. Dit zijn aanbieders als Greenwheels, ConnectCar en Car2Go. Professionele bedrijven die auto’s in de stad zetten die je via een app tijdelijk kunt huren. De professionele aanbieders die bieden namelijk een veel stabieler aanbod. Zowel wat beschikbaarheid als kwaliteit betreft. En op het moment dat je afhankelijk bent van een aanbieder, dan wil je die stabiliteit hebben.

Het is dan ook de vraag wat een betere strategie is: eigen auto’s en dit aanvullen met aanbod van particuliere eigenaren of andersom. Hoewel dit een interessante vraag is, verwacht ik met de cijfers die Musk presenteert dat niemand zijn auto zal delen, maar dat iedereen (als de cijfers kloppen, iets wat ik ten zeerste betwijfel) auto’s aan gaat schaffen als investering. Als een auto 38.000 kost om aan te schaffen, 11 jaar mee gaat en je 30.000 euro winst per auto per jaar kunt maken dan ga je mij niet wijsmaken dat mensen hun eigen auto gaan delen: die kopen 5 auto’s om te verhuren (en maken daar ook zelf een beetje gebruik van). Maar zoals eerder gezegd: die cijfers lijken mij onwaarschijnlijk.

Belangrijke vragen

Belangrijkste vraag is natuurlijk: gaat Tesla Uber overbodig maken. Ook al komt de ambitie van Musk uit, dan nog betwijfel ik dat. Tesla heeft de auto’s, de software en de data van de auto’s. Dat is waanzinnig, maar Tesla heeft geen (robot) taxi platform. En geen klanten voor (robot) taxi’s. En geen (robot) taxi merk. Dat is iets waar Uber juist erg sterk in is. Ik verwacht dan ook dat de stakeholders die de auto’s en software hebben andere stakeholders zijn dan degenen die de platformen gaan beheren voor de transacties voor (robot) taxi’s.  Ieder zijn expertise. Daarnaast wil je op een platform natuurlijk alle merken aansluiten en je niet beperken tot één merk auto. En zal een auto fabrikant niet snel zelf zijn auto’s aansluiten op het platform van een concurrent.

Natuurlijk kun je je zwaar afvragen of zijn verhaal met deze timeline, ambitie en cijfers ooit waar zal worden. Maar mocht het waar worden, dan zijn er wel een aantal vragen die wij ons zelf als maatschappij zullen moeten stellen. Wanneer de robot taxi werkelijkheid wordt en deze als Musk verwacht een tiende van een Uber ritje gaat kosten, dan is het de vraag waar het aanbod zich eerst in verplaatste. Bij Uber hebben we al gezien dat in sommige steden meer van de helft van de gebruikers eerst liep, fietste of van het OV gebruik maakte. Ook de robot taxi kan er voor zorgen dat er meer auto’s op de weg komen, zeker wanneer de prijs nog meer omlaag gaat. En dat is iets wat we niet zomaar moeten willen.

Daarnaast kan Tesla snel ontwikkelen door de data die zij uit de auto’s die rondrijden terugkrijgt. Ik begrijp echt niet dat er niet meer discussie is over hoe wenselijk het is dat fabrikanten alle data uit jouw auto zomaar voor wat zij willen kunnen gebruiken (zelfs data van je telefoon wordt opgeslagen). Je zou zeggen dat eigenaren van auto’s meer controle en inzicht zouden moeten krijgen in de data die hun auto genereert. Ik verwacht (en hoop) dat in de nabije toekomst hier nog flink wat discussies over zullen worden gevoerd.

Conclusie

Er zitten nog flink wat variabelen in het verhaal van Musk die zijn claims doen wankelen. Daarnaast is het de vraag in hoeverre Tesla de unieke papieren heeft om een robot taxi platform succesvol te maken. En áls het dan lukt, dan liggen er nog een aantal heel interessante en urgente maatschappelijke vraagstukken.

The Digitalization of Day Labor as Gig Work | On Labor

The Digitalization of Day Labor as Gig Work | On Labor

Hoewel er veel kansen zijn voor platformwerk, zijn er ook serieuze gevaren. En dat is dat een kwetsbare categorie nog kwetsbaarder zal worden. In dit artikel wordt gesproken over de ervaring van de auteur met het platform Wonolo: “an on-demand staffing platform for businesses to fill their immediate labor needs.

In het kader van het marktmeesterschap zoals hier boven beschreven, omschrijft de auteur de voorwaarden waarop hij als aanbieder van arbeid van de app kon worden verwijderd: “I could get kicked off the app if I withdrew from 3 jobs within 30 days (which I might have to do if my child gets sick, or if my just-in-time retail employer calls me in for work during a conflicting time). I could also be fired if I received a 1, 2, or 3-star rating from a contracting company or if I withdrew from my job within less than 12-hours before starting time.” Pittige voorwaarden. Wel duidelijk, maar pittig.

Voor dit soort platform die, naar eigen zeggen, staffing opnieuw uitvinden, is het belangrijk niet te veel te worden verblind door convenience voor de klant kant (natuurlijk werkt het waanzinnig), maar ook goed de voorwaa
rden en condities voor de aanbiederskant goed te borgen. Uiteindelijk moet een platform voor beide zijden een voordeel opleveren en niet tot een race to the bottom leiden voor arbeidsvoorwaarden.

De startupscene beleeft met WePark zijn eigen Occupy-moment | Sprout

De startupscene beleeft met WePark zijn eigen Occupy-moment | Sprout

“Hoe onlogisch het echter ook klinkt: de mondiale startupscene beleeft momenteel zijn eigen Occupy-moment. Onder de naam WePark (met #WePark als hashtag) zetten startupondernemers over de hele wereld hun bureau neer op parkeerplaatsen in stadscentra. De hotspot op hun smartphone of de publieke wifi voorzien hen van internettoegang.

Met WePark agenderen startup-ondernemers en zzp’ers tegen de talloze innovatie-arme parkeerplaatsen in steden, waar auto’s middagen lang nutteloos geparkeerd staan, terwijl de huurprijzen voor particulier en commercieel vastgoed de pan uit rijzen.”

Grappig initiatief. Niet meer. Niet minder.

Eigen publicaties

How Uber’s wild ride may end up as Silicon Valley’s greatest start-up deception

How Uber’s wild ride may end up as Silicon Valley’s greatest start-up deception

Het artikel dat ik eerder schreef over de zwakke plekken van het businessmodel van Uber verscheen afgelopen week ook in het Engels.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Werkplatforms bieden verzekeringen aan, what’s next? | Fairbnb start crowdfunding | Hoe de vakbond zichzelf opnieuw moet uitvinden | Hoe ‘dark kitchens’ bestaande horeca kan versterken

Goedemorgen! Afgelopen week rustig aan gedaan ivm de meivakantie. Komende week weer een volle agenda, zo ben ik onder andere te vinden bij het event ‘A-typische arbeidsvormen in de werknemersverzekering: hoe zelfstandigen en platformarbeid sociaal verzekerd krijgen?’. Hopelijk daar weer nieuwe inzichten opdoen die ik hier zeker zal delen. Voor nu: fijne week!

Werkplatforms bieden zzp’ers schadeverzekering aan | RTLZ

Werkplatforms bieden zzp’ers schadeverzekering aan | RTLZ

“Werkplatforms YoungOnes en Temper, waar zelfstandigen tijdelijke klussen kunnen scoren, beginnen met het aanbieden van schadeverzekering aan voor de zzp’ers die werken via de platforms. Vaak worden de klussen nu nog uitgevoerd zonder dat de uitvoerders daarvan zich hebben ingedekt tegen eventuele schade die ze aanrichten.”

Een mooie stap waar platformen, Uber en Deliveroo deden dit overigens al eerder, verantwoordelijkheid nemen voor hun aanbieders. De een via een kleine fee per uur, de ander via een jaarvergoeding. Bij beiden is de verzekering alleen geldig voor klussen die via het platform worden gedaan. Verschil met Uber en Deliveroo is dat de verzekeringen van YoungOnes en Temper optioneel zijn en de overeenkomst waarschijnlijk direct tussen de verzekeraar en de worker wordt afgesloten.

In de berichtgeving ligt de focus op het voordeel voor de freelancer: deze kan nu eenvoudig en goedkoop een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten en wordt daarmee interessanter voor klanten om ingehuurd te worden en loopt dus ook geen risico. Ik ben benieuwd of het voor opdrachtgevers straks ook mogelijk wordt om bij de vereisten voor een klus ‘verzekering’ aan te klikken. Daarmee kan de verzekering een soort ‘default’ voorwaarde worden om een klus te krijgen. Temper en YoungOnes werken in tegenstelling tot Deliveroo en Uber met bedrijven als opdrachtgever. Ik kan mij voorstellen dat deze categorie sowieso kritischer is en bewuster van de mogelijke risico’s.

Ik verwacht dat in de toekomst platformen meer zullen bemiddelen in extra dienstverlening naar zowel vraag als aanbod. Op zich is dat natuurlijk een logische stap: platformen centraliseren een gefragmenteerde markt van freelancers en zijn daardoor een interessante partij voor aanbieders van verzekering, pensioen, opleiding en ga zo nog maar even door. Daarnaast doen platformen voor deze dienstverleners al het nodige voorwerk door de screening, ID check, soms VOG check en zekerheden via reputatie systemen. Daardoor kunnen verzekeraars uiteindelijk vermoed ik ook verzekeringen goedkoper aanbieden omdat aan de kostenkant de kosten simpelweg lager zijn.

Platformen hoeven in principe hier geen extra marge op te draaien: het laten meeprofiteren van de schaalvoordelen is ook gelijk een lock-in voor zowel freelancer als opdrachtgever. Dit is extra interessant bij herhalingsboekingen. De tweede keer iemand inhuren kan prima zonder platform, vraag en aanbod hebben elkaar immers toch al gezien en vertrouwen elkaar. Juist in die vervolgtransacties zijn dit soort extra dienstverleningen belangrijk voor de toegevoegde waarde van het platform. En win-win-win situatie dus.

Kanttekening bij deze win-win-win is natuurlijk dat er een kans is dat het platform in een bepaalde sector te dominant wordt en met de uitstekende dienstverlening een lock-in voor zowel vraag als aanbod creëert en daarmee een ongewenste machtspositie. Ik denk dat dit voor offline klussen wel meevalt, zeker ook omdat de aanbieders van de diensten, zoals verzekeraars, echt niet stil zullen zitten. Mooi voorbeeld hiervan is de verzekering rondom peer2peer autodelen. Centraal Beheer werkte samen met SnappCar aan een deelauto verzekering. Bij peer2peer auto verhuren is een verzekering een must en daarmee had het platform een mooie unieke lock-in voor gebruikers. Totdat verzekeraars ontdekten dat peer2peer autodelen verzekeren ook zonder platform een interessante business kan zijn en ontwikkelden zij  verschillende producten waar zowel vraag als aanbod geen platform voor nodig had.

Facing the future of work: How to make the most of collective bargaining

Vorige week kwam ik onderstaande  tweet tegen: TradeUnion membership has declined & non-standard workers are 50% less likely than standard workers to be unionised. The Employment Outlook recommends extending access to Collective Bargaining to previously excluded workers.”

Hoewel ik het een goed idee vindt om als vakbond voorbij de ‘standard workers’ te kijken, denk ik niet dat hiermee het verschil gemaakt gaat worden. Ik denk dat de essentie van het model van vertegenwoordiging op de schop moet. Toen FNV onlangs aankondigde als gevolgd van dalende inkomsten door een dalend aantal leden van enkele honderden werknemers afscheid te moeten nemen zocht ik in de berichtgeving iets van ‘en deze wake-up call gebruiken we om ons model te herzien’. Helaas, nergens was iets van  zelfinzicht te bekennen.

Laat ik duidelijk zijn: ik zie absoluut het belang in van belangen behartigen van werkenden, maar ik denk dat de manier waarop dit nu door vakbonden is georganiseerd niet lang meer zal werken. Zelfs toen ik onlangs in Zweden, het land waar bijna 70 procent van de werkenden lid is van een vakbond en 90 procent van het werk dat wordt gedaan onder een CAO valt, bij een vakbond op bezoek was hoorde ik dat bedrijven als Spotify niet deelnamen aan de traditionele manier van vertegenwoordiging.

Wat doen vakbonden? Zij centraliseren een gefragmenteerde en onzichtbare ‘workforce’ en behartigen vervolgens hun belangen. Eigenlijk is dat, als je het met een business bril op zet, een vreemd iets. Je hebt een hele groep ambassadeurs die een relatief hoog bedrag per maand betalen. En het enige dat je voor ze doet is…. belangen behartigen? Dat is eigenlijk doodzone. Dan ben je alleen relevant en zichtbaar wanneer er gedoe is. Waarom maken vakbonden niet gebruik van het schaalvoordeel dat zij hebben gecreëerd en bieden zij hun leden verzekeringen, pensioen, opleiding en meer aan? Waarom is een vakbond, het instituut dat #vastebanen hoog in het vaandel heeft staan, niet zelf de grootste werkgever van Nederland? Als groot payroll bedrijf of uitzendbureau zouden zij immers prima in staat moeten zijn om mensen aan het werk te houden, tegenvallers op te vangen en zo 24/7 relevant zijn voor de doelgroep die hen aan het hart gaat.

Ik vergelijk bovenstaand verhaal met wat er met Funda is gebeurt. Funda, opgezet vanuit de makelaars, is een advertentie platform voor mensen die hun huis willen verkopen of verhuren. Maar op het moment dat ik mijn huis te koop aanbiedt, dan weet de makelaar en ook Funda dat ik een nieuwe woning zoek en financiering, verzekering, notaris, bouwbedrijf, verhuizer, schilder, interieur advies en eenschoonmaker nodig heb. Dat is dan ook de stap die Funda nu gaat zetten. En dat is ook de stap die vakbonden zouden moeten gaan zetten. Ik ben benieuwd wie de eerste stap zet. En of dat een vakbond zal zijn, of dat een platform, verzekeraar of een coöperatie de vakbonden een stap voor zullen zijn.


European cooperative Fairbnb wants to make the short-term rental market more just

European cooperative Fairbnb wants to make the short-term rental market more just

Een initiatief dat aandacht verdient. Het ‘fair’ home sharing platform Fairbnb is een crowdfunding gestart.

“Fairbnb believes it can be a better partner because it has residents’ interests at heart. The idea is that a co-op could work with locals and municipalities to create a marketplace that benefits people who actually live in high-traffic cities. Fairbnb would exclude owners of multiple properties who run their homes as illegal hotels through a one-host, one-home policy: For now, each home and host is verified in person, though that may change as Fairbnb gets bigger. Homeowners who list with Fairbnb will have to be registered and licensed according to local regulations. The co-op will also remit taxes on behalf of hosts. Finally, as members of the co-operative, hosts are owners of the company, which allows them to make decisions about company financials.”

De macht van Airbnb breken is lastig, aangezien je echt internationale netwerkeffecten nodig hebt. Kort gezegd: mensen die een vakantie woning zoeken komen veelal uit een ander land of zelfs een ander continent. De aanpak van Fairbnb is interessant: ze werken met een select aantal (pilot) steden. Wanneer steden het platform omarmen, Fairbnb zit vooral in steden waar de Airbnb problemen groot zijn, dan kun je meeliften op de marketing machine van deze steden en zou een stad zelfs een voorkeursbeleid kunnen voeren. Het zou kunnen dat Fairbnb in het begin een niche aanspreekt, die vanuit daar steeds verder kan groeien.

Hoewel ik twijfels heb of Fairbnb dé oplossing is, vindt ik het wel erg belangrijk dat dit soort concepten worden uitgewerkt en gevalideerd. Omdat zij zeker zullen bijdragen aan een meer inclusieve en gebalanceerde platformeconomie en mensen (ondernemers, overheid en gebruikers) bewust maken dat het ook anders kan.

Uiteraard zal ik de campagne ook financieel steunen en daag jou uit om dit ook te doen. Ik ben benieuwd hoeveel ze op gaan halen: Indiegogo is geen ideaal (maar wel internationaal) platform en het is een lastige campagne en boodschap om te verkopen. Ik vind het dan ook vooral zonde dat dit soort initiatieven niet op andere manieren kunnen worden gefinancierd. Er hebben zoveel partijen belang bij dit soort experimenten, dat het ook hoog tijd is dat zij ‘put their money where their mouth is’.  Want wees eerlijk: met een schamele 30K kun je natuurlijk helemaal niets. (maar laat je daardoor niet door mij ontmoedigen om de campagne alsnog te steunen).

Voedselverspilling tegengaan verovert de provincie: het loopt storm bij een bakker in Friesland | De Volkskrant

Voedselverspilling tegengaan verovert de provincie: het loopt storm bij een bakker in Friesland | De Volkskrant

“Met de smartphone in de hand langs restaurants en winkels om overgebleven etenswaren op te halen: de app TooGoodToGo”.

Ik had ze al vaker voorbij zien komen, maar er was nog geen aanleiding om de ook in deze nieuwsbrief mee te nemen. Dit leuke stuk in de Volkskrant was een mooie aanleiding.

TooGoodToGo is een mooi en tastbaar voorbeeld hoe technologie en platformen transactiekosten verlagen om zo onbenut potentieel (dat normaal zou worden weggegooid) alsnog te kunnen benutten.

Ik ben wel overigens benieuwd hoe het ‘sociale model’ is geborgd. Ook al willen de investeerders hun investering niet terugzien, toch moet het platform uiteindelijk op eigen benen staan.

Deze Duitse horeca-disruptor wil Europa (en Nederland) volzetten met dark kitchens | Sprout

Deze Duitse horeca-disruptor wil Europa (en Nederland) volzetten met dark kitchens  | Sprout

Interessante ontwikkeling: ‘dark kitchens’ (wat een vreselijke naam trouwens). Productiekeukens die zijn ingericht speciaal voor food delivery. Met de (mogelijke) groei van food delivery is dit natuurlijk een heel logische stap. De meeste restaurants zijn niet ingericht op productie en delivery. En kunnen daardoor een grote groei van bezorgers aan de deur en een constante kwaliteit voor delivery food niet aan.

Dit soort keukens zal weer een heel ander type restaurant ondernemer trekken. Vanuit één keuken kunnen meerdere brands worden bediend. Daarnaast kunnen bestaande restaurants ook mogelijk hun delivery food uit gaan besteden aan deze ‘dark kitchens’ en hiermee nieuwe doelgroepen aanboren. Dan is zo’n keuken geen ‘horeca disruptor’, maar heeft het bestaande restaurants als klant. Klinkt minder sexy, maar wel zo effectief 😉

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Een baas als algoritme is niet ideaal. Maar hoe zit het met die offline baas? | Sony lanceert taxi app in Tokyo | Hoe de discussie over platformwerk zeer beperkt is

Goedemorgen! Een van mijn jeugdhelden zei het al: ‘I love it when a plan comes together’. De laatste maanden ben ik bezig geweest met de voorbereiding van 3 workshops rondom de in mijn ogen 3 meest prangende vraagstukken in de kluseconomie: transparantie algoritmes, hoe flexibiliteit en zekerheid te organiseren voor de worker en portabiliteit en continuïteit van reputatie data in de kluseconomie. Per workshop 3 sprekers, een panel met 4 platform vertegenwoordigers en 20 stakeholders uit alle hoeken (platformen, overheid, vakbonden, wetenschap, etc.) in de zaal.

Doel: van elkaar leren, elkaar leren begrijpen, zaadjes planten voor vervolgstappen, het kennisniveau bij alle stakeholders verhogen en inzicht krijgen welke vraagstukken moeten worden opgelost. Invite only, alleen kritische en constructieve denkers zijn welkom.

Vorige week was de eerste sessie over de Algoritme Accountant. Met KPMG, EZK en UvA, een panel met Deliveroo, Roamler, Randstad Go en Sjauf en 20 stakeholders in het publiek. Er waren mooie discussies, er kwam veel kennis en bijdragen uit het publiek, er werd met respect gesproken en er was de wil om te denken in oplossingen. Ik zie uit naar de volgende sessies. En overweeg ook om in 2020 deze serie door te zetten. Deze eerste en de volgende twee sessies worden mogelijk gemaakt dankzij de Universiteit Utrecht en Seats2Meet. Fijne week!

How Amazon automatically tracks and fires warehouse workers for ‘productivity’ – The Verge

How Amazon automatically tracks and fires warehouse workers for ‘productivity’ – The Verge

Een algoritme als baas werd voorheen gezien als ideaal.  Eerlijk, transparant, consequent, geen politiek en persoonlijk gedoe. Toch worden er steeds meer vraagtekens geplaatst of een algoritme als baas nu wel een wenselijk scenario is. Zo ook in dit stuk. “Workers are monitored and supervised by robots”. Interessant om te zien is dat we van een scenario van angst voor ‘robots taking our jobs’ naar ‘robots control our jobs’ gaan. Risico’s optie 1 waren zwaar overschat. Optie 2, zeker voor precaire workers, naar mijn mening zwaar onderschat.

De vraag is alleen: hoe oneerlijk is een algoritme als baas. Wat mij in veel tech discussies opvalt is dat de vergelijking gaat tussen de open, eerlijke en transparante wereld versus de wereld van tech. In dit geval van het algoritme. Probleem is dan ook: de wereld is niet eerlijk. Niet gelijk. En zeker niet transparant. De vraag die dan eigenlijk moet worden gesteld is: is een algoritme eerlijker of oneerlijker dan de huidige manier waarop op dit moment wordt gemanaged. En hoe kan dit worden geoptimaliseerd. En als blijkt dat het niet te optimaliseren valt: moeten we dan wel een algoritme willen?

Lees ook dit Twitter draadje van Bas van de Harterd, die helder en terecht vraagtekens zet bij de aanname dat het algoritmisch management van Amazon per definitie oneerlijk is. Een wetenschapper zou hebben gezegd: it depends….


When Workers Control the Code | WIRED

When Workers Control the Code | WIRED

Mooi artikel over platform cooperative voor thuisschoonmakers Up&Go.  Ik interviewde een van de initiatiefnemers vorige zomer in Londen. Een aantal wetenswaardigheden die bijdragen aan het succes van dit initiatief:

  1. Het is een markt die al was georganiseerd via coöperaties. De schoonmaaksters kenden elkaar, vertrouwden elkaar en waren dus al georganiseerd;
  2. Een app voor thuisschoonmakers is technisch relatief eenvoudig. Het is meer een uitgebreide planning, betaling en communicatie tool. Geen ingewikkelden (on demand) algoritmes;
  3. Up&Go is niet opgezet en gefinancierd vanuit de schoonmaak coöperaties, maar vanuit andere instituties die o.a. opkomen voor de belangen van de doelgroep van Up&Go. Ik ben er van overtuigd dat een platform coöperatie alleen succesvol kan zijn met hulp van anderen, zoals vakbonden;
  4. Er wordt door o.a. het Platform Coop Consortium gebouwd aan open source software, zodat technologisch gezien een stap om een eigen app te lanceren steeds kleiner wordt;

Het stuk eindigt als volgt: “The lesson here? If we want better gig labor, the hard part isn’t the code. It’s the social stuff—getting workers together to form a co-op and setting up rules for selling their labor and resolving disagreements. An app can help things along, but it’s humans who really change the world.”

De ‘hard part’ zal uiteindelijk bij dit soort meer eenvoudige marketplaces niet meer de app zijn. Ik ben het er alleen niet mee eens dat het moeilijkste het ‘social stuff’ is. Zeker niet bij bestaande coöperaties die doorgroeien naar een platform coöperatie. Het moeilijkste is ook, afhankelijk van de markt, om klanten mee te krijgen. Marketing en strategie. En dat is niet iets dat je eenvoudig kunt repliceren. En daar ligt de grootste uitdaging voor platform coops.

Sony launches a taxi-hailing app to rival Uber in Tokyo – TechCrunch

Sony launches a taxi-hailing app to rival Uber in Tokyo – TechCrunch

In deze nieuwsbrief heb ik al vaker het in mijn ogen businessmodel van Uber onder de loep genomen. Zie ook deze blog die ik publiceerde op Sprout.nl. Afgelopen week maakte Sony bekend een eigen app te lanceren in Tokyo. Sony werkt onder andere samen met 5 bestaande taxibedrijven en kan hiermee in één klap 10.000 taxi’s op de app aansluiten. Een mooi begin.

De markt in Japan is overigens best druk: “Its largest competition is JapanTaxi, a venture from the taxi industry that’s backed by Toyota among others, which claims 50,000 vehicles across Japan as a whole. Other rivals include chat app Line, which has offered taxi-hailing for years; Uber, which has been working on striking deals with taxi operators; and China’s Didi Chuxing, which operates a joint-venture with Uber investor SoftBank. Lyft has expressed an interest in Japan, where its investor Rakuten is a major name, but it has not expanded there yet.”

Dit voorbeeld laat zien dat het model met de hyperlokale netwerk effecten erg kwetsbaar is: de drempel voor nieuwe spelers is relatief laag. Zeker wanneer zij samenwerken met partijen die al aanbod op de markt hebben. Slimme zet.

What if Workers Owned Their Workplaces? | The Nation

What if Workers Owned Their Workplaces? | The Nation

Interessante blog voor wanneer je meer wilt weten over de kracht van coöperaties. “More and more, people who are developing coops to solve social problems are thinking at a bigger scale, and with more ambition,” Hoover says. “They’re thinking about…how do we leverage all the things that traditional businesses do, but for good?”

Platformeconomie – Houd rechten werknemer overeind – Me Judice

Platformeconomie – Houd rechten werknemer overeind – Me Judice

Lezenswaardig stuk over hoe platformen effect kunnen hebben op de verworven rechten van werkenden. Ik zeg expliciet kúnnen, aangezien het stuk slechts een klein deel van het platformwerk landschap meeneemt. En dat is een gemiste kans.

Ik ben voor mijn boek aan het nadenken over de verschillende categorieën platformwerk. De teller staat momenteel op 4:

  1. Gig economy: kleine klussen van 1 seconde tot een paar minuten. Dit soort klussen zijn alleen via een platform te vermarkten en op afstand uit te voeren;
  2. C2C (consumer to consumer) platformen voor persoonlijke dienstverlening;
  3. Marktplaatsen waar professionals hun online sales en marketing outsourcen, zowel voor werk op afstand (online) als werk op locatie (offline);
  4. Digitaal uitzendbureau;
  5. Platformen die (bestaande) flexibele schil van organisaties organiseren.

Dit artikel gaat voornamelijk over categorie 2: c2c. Het probleem met deze categorie is, ik meldde al eerder dat de wereld niet eerlijk en transparant is, dit een categorie is waar de eindklant (een consument) niet de prijs wil betalen waarvoor de aanbieder (ook een individu) een normaal loon, verzekering, pensioen, etc. kan betalen. Dit werk bevindt dit dan ook altijd al in de zwarte markt of is op manieren georganiseerd waar de zekerheden niet of onvoldoende zijn geborgd.

Een platform maakt hier geen groot verschil in. Een platform centraliseert deze veelal gefragmenteerde en (nagenoeg) onzichtbare markt (zie ook deze blog), waardoor er enkele voordelen vallen te behalen. Maar het feit blijft dat de klant geen normaal tarief wil betalen. Zie bijvoorbeeld thuisschoonmaak: geen enkele particulier wil 22 euro per uur betalen, maximaal 15. De enige manier om dit op te lossen is 1) het accepteren dat een
kwetsbare groep zich op de arbeidsmarkt begeeft of 2) de situatie erkennen en als overheid deze werkzaamheden subsidiëren. Zo heeft België het systeem van de dienstencheques en krijgen huishoudens in Scandinavië belastingvoordeel op thuis schoonmaak.

Uitdaging is natuurlijk wel dat platformen drempels verlagen waardoor zaken in de arbeidsmarkt die we liever niet hebben opeens kunnen groeien. Maar de kern van het probleem is vaak al langer bekend…

Eigen publicaties

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten. | ZiPconomy

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten. | ZiPconomy

Mijn blog uit de nieuwsbrief van vorige week: “In het Financieel Dagblad kondigden platformen Temper en Roamler de lancering van de stichting FreeFlex United aan. Een initiatief dat aan moet tonen dat platformen wél zorg dragen voor hun freelancers met verzekering en scholing. FreeFlex United wil ook een gesprekspartner worden richting externe stakeholders en als keurmerk voor het zelfreinigende vermogen van de branche staan. Wat is de exacte belofte? En wat zou de stichting allemaal kunnen doen? Platformexpert Martijn Arets maakt een analyse.”

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten.

In het Financieel Dagblad kondigden platformen Temper en Roamler de lancering van de stichting FreeFlex United aan. Een initiatief dat aan moet tonen dat platformen wél zorg dragen voor hun freelancers met verzekering en scholing. FreeFlex United wil ook een gesprekspartner worden richting externe stakeholders en als keurmerk voor het zelfreinigende vermogen van de branche staan. Wat is de exacte belofte? En wat zou de stichting allemaal kunnen doen? Ik maakte een analyse.

De lancering van Freeflex United bevat meerdere boodschappen: belangenvertegenwoordiging, een keurmerk, ambities rondom verzekering, pensioen en scholing en een nieuwe vorm van werken: Freeflex. In diezelfde volgorde zal ik deze stapdan ook duiden.

Belangenvertegenwoordiging en keurmerk

Met de groei van platformwerk en het aantal platformen was het hoog tijd dat de branche zich op de een of andere manier zou gaan organiseren. Met het aantal (willekeurige) rechtszaken van vakbond FNV en de voortdurende discussies over de verantwoordelijkheid van het platform vonden ondernemers het afbreukrisico simpelweg te groot om publiekelijk de handen ineen te slaan. Ook zagen zij voornamelijk verschillen met andere platformen. Zonde: hoewel platformwerk vele smaken kent (iets dat nog niet tot de politiek en vakbonden is doorgedrongen), zijn er genoeg overkoepelende mechanismes waar samenwerking voor alle partijen positief is. In essentie is het dus een goede zaak dat platformen nu het voortouw nemen. Ook een slimme zaak: je kunt als ondernemer beter de leiding nemen dan afhankelijk zijn van wat anderen voor je beslissen.

De vraag is wel hoe onafhankelijk de stichting (in oprichting) is. Onafhankelijk in het aannamebeleid van nieuwe leden (zijn concurrenten ook welkom?), maar ook onafhankelijk in het bestuur en controle van de stichting. Kort gezegd: gaat de slager zijn eigen vlees keuren? De eerder deze maand gelanceerde ‘Stichting MKB Financiering’ koos er bijvoorbeeld voor om vanaf de start geen marktpartijen in het bestuur op te nemen. En om deeltijd hoogleraar Corporate Finance Jaap Koelewijn aan te trekken voor de controle op naleving van de gedragscode. Een initiatief als FreeFlex United is (op de langere termijn) alleen serieus te nemen wanneer deze onafhankelijkheid is geborgd. Navraag leerde mij dat de stichting wel de ambitie heeft om externe experts in het bestuur aan te trekken, maar dat dit op dit moment nog niet het geval is.

Ook is onduidelijk wat voor soort platformen FreeFlex United wil vertegenwoordigen. Het FD artikel leert ons dat Uber en Deliveroo vooralsnog niet welkom zijn. Met de focus op freelance zou het ook zo kunnen zijn dat alleen platformen die alleen freelancers faciliteren, en dus niet uitzendplatformen, welkom zijn. Dit is een van de eerste zaken waar duidelijkheid nodig is.

De vraag die bij mij speelt is: zijn ze niet te vroeg gelanceerd. Met slechts twee platformen aan boord kun je van een vertegenwoordiging van de branche nog niet spreken. Ook is nog onduidelijk wat de ambities exact zijn: bij het verschijnen van het interview in het FD was de stichting (en de statuten) nog niet ingeschreven bij de KvK en 3 dagen voor publicatie was de domeinnaam nog even snel vastgelegd. Hoewel het FD een mooie plek is om te lanceren, is het voor niemand duidelijk waar FreeFlex United nu echt voor staat. En met onduidelijkheid gaan mensen zelf iets verzinnen, dat is een risico. Een gemiste kans. Maar geen reden om het initiatief op voorhand te veroordelen.

Een nieuwe vorm van werken: FreeFlex

Los van de rol als belangenbehartiger lanceerden de platformen ook tussen neus en lippen een compleet nieuwe werkvorm: FreeFlex. In het persbericht staat hier over het volgende: “….om van FreeFlex net zo’n gewaardeerde werkvorm te maken als vast werk. Zodat verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid, aansprakelijkheid en het opbouwen van een spaarpot voor later haalbaar is voor alle flexibele werkvormen.”

Platformen zijn altijd al goed geweest in het coinen van nieuwe categorieën, waarbij steevast de motivatie is dat de activiteit die het platform faciliteert voorheen nog niet bestond en daardoor niet binnen de bestaande hokjes past. Dat is dan ook exact wat Temper en Roamler hebben gedaan. Kijkend naar de website van Temper is het woord ‘Freelancer’ overal vervangen voor ‘FreeFlexer’ en is er een tv-commercial live gegaan die het leven van de FreeFlexer in beeld brengt. Op het altijd transparante Wikipedia is ook terug te vinden dat de content manager van Temper heeft geprobeerd deze nieuwe categorie in de online encyclopedie te krijgen. Leuke actie, maar een beetje doorzichtig.

Het is vanuit de platformen gezien slim om een nieuwe categorie te coinen. Ik had persoonlijk voor iets van FlexSecure gekozen. FleeFlex is een herhaling van twee woorden, terwijl de discussie toch echt gaat over hoe flexibiliteit en zekerheid (voor het individu en maatschappij) kan worden geborgd.

Met het coinen van een nieuwe categorie creëer je een blanco blad dat opnieuw beschreven kan worden. Het is de vraag in hoeverre andere stakeholders hier in meegaan in een tijd dat de discussie over vast versus flex nog in volle gang is. Ik ben zelf niet voor een nieuwe categorie. Een nieuwe categorie voor bijvoorbeeld platformwerkers betekent in de praktijk dat sommige platformwerkers er misschien wel iets op vooruit gaan, maar met het risico dat platformwerkers die al meer rechten hebben in deze nieuwe categorie worden gedumpt. Geen goed idee dus.

Het introduceren van een nieuwe term is verder wel een sympathieke manier om de manier waarop de werkenden, zij die in geen enkele discussie iets wordt gevraagd, hun leven indelen neer te zetten. Uiteraard gebaseerd op aannames: het is hoog tijd dat er (meer) onderzoek komt naar de motivaties van de zogenaamde ‘nieuwe generatie’ flexibele workers. Bizar dat die wens niet bij ieder debat over platformwerk bovenaan de agenda staat.

Ambities om meer voor de werkenden te doen

Laatste belofte is die om meer voor de werkenden te doen. Als branche in gesprek gaan met verzekeraars, opleiders en pensioen aanbieders om meer te kunnen doen voor de freelancer. Dit is natuurlijk een heikel punt in de platform discussie: platformen zeggen meer te willen doen voor de freelancer, maar zijn bang dat als zij dit doen als werkgever te worden weggezet. Temper profileert zich in het FD artikel dan ook als ‘digitale ruimte’. Eerder spraken zij over een ‘digitaal prikbord’. Vanuit juridisch perspectief begrijpelijk, maar in de praktijk is een platform natuurlijk veel meer dan een digitale versie van het prikbord in de supermarkt. Een platform is de marktmeester en bepaalt de regels. Iets dat ook zeker nodig is om zowel vraag als aanbod te kunnen bedienen, zonder interventie van het platform zal het platform ook nooit succesvol zijn voor haar gebruikers. Het platform is dus ook vanuit noodzaak marktmeester. Maar zeker geen digitale ruimte.

Als FreeFlex United zich écht in wil zetten voor de werkenden, dan wil ik ze uitdagen om de volgende projecten op te pakken:

  1. Maak een duidelijke, concrete en ook controleerbare code of conduct. Wat zijn de ambities, waar conformeren platformen zich aan die aansluiten, waar kunnen mensen terecht wanneer zij een vraag hebben, etc. Duidelijkheid in combinatie met een onafhankelijke audit maakt het verhaal geloofwaardig;
  2. Zet een onafhankelijk klachtenloket op waar freelancers en klanten met klachten terecht kunnen;
  3. Freelancers die op platformen werken bouwen een reputatie profiel op. Klanten waarderen hun werkzaamheden. Dit reputatie profiel is in sommige gevallen waardevoller dan een diploma. Zorg als stichting ervoor dat er standaarden in reputatie data komen, zodat freelancers hun reputatie score eenvoudig mee kunnen nemen naar andere platformen. En daarmee pas echt ‘free’ zijn om te werken waar zij willen;
  4. Stel voorwaarden aan de algoritmes die aangesloten platformen gebruiken om bijvoorbeeld discriminatie en uitbuiting (op basis van personal pricing) terug te dringen. Deze algoritmes moeten door een onafhankelijke ‘trusted 3rd party’ worden gecontroleerd. De algoritme accountant;
  5. Dwing alle platformen om een ‘exit by design’ scenario klaar te hebben liggen. Dat als het platform om welke reden dan ook stopt, de zekerheden voor stakeholders zijn geborgd. Een voorbeeld is een data coöperatie waar de data, ook de reputatie data, van gebruikers wordt geborgd. Dit zorgt voor een stuk continuïteit, onafhankelijk van het al dan niet succesvol zijn van het platform. Gebruikers zijn en blijven eigenaar van deze data. Bij lening crowdfunding is een soortgelijke exit strategie al verplicht, daar kan de platformwerk branche iets van leren;

Conclusie

Natuurlijk is het makkelijk om het initiatief bij de start te veroordelen voor de onduidelijkheid in ambities, de twijfelachtige manier waarop een nieuwe categorie wordt gecoind en de vraag hoe belangen van platformen én van freelancers in één stichting geborgd kunnen worden. CNV gaf bijvoorbeeld al aan dat het borgen van belangen van de werkenden niet te combineren is met het borgen van de belangen en intenties van platformen. En dat belangen behartigen van werkenden juist hun expertise is. Ik begrijp die reactie, maar ik zie dat niet zo zwart wit. En geloof al helemaal niet in een exclusief recht van vakbonden om belangen te behartigen.

Ik zie dit initiatief als een interessante eerste stap van een jonge branche om te verkennen hoe zij gezamenlijk de betrouwbaarheid en kwaliteit van een diverse sector kunnen verbeteren. Gaat ze dat lukken? Daar kunnen we nu over speculeren, maar pas over een jaar écht iets zinnigs over zeggen. En tot die tijd krijgen ze van mij het voordeel van de twijfel. Ik zal de ontwikkeling goed in de gaten houden en waar mogelijk het debat helpen op gang te brengen.

Hoe FreeFlex United de standaard voor platformwerk zou kúnnen zetten | EU wet flexwerkers niet van toepassing op platformwerkers | Moet de overheid een gedragscode maken voor algoritmes?

Goedemorgen! Vorige week, voor het paasreces, lanceerde twee klusplatformen het initiatief FreeFlex United. In het FD en op BNR mocht ik duiding geven over deze stap en vandaag publiceer ik een uitgebreide analyse in deze nieuwsbrief. Komende week staat de eerste (van drie) workshops gepland over de algoritme accountant. Het valt mij op dat dit onderwerp de laatste tijd steeds meer in de media voorbij komt. Maar dat kan ook aan mijn bias liggen 😉 Komende weken zal ik de uitkomsten van de sessie hier delen. Voor nu: fijne week!

Platforms komen met keurmerk voor ‘goed opdrachtgeverschap’ | Het Financieele Dagblad

In het Financieel Dagblad kondigden platformen Temper en Roamler de lancering van de stichting FreeFlex United aan. Een initiatief dat aan moet tonen dat platformen wél zorg dragen voor hun freelancers met verzekering en scholing, dat ook een gesprekspartner moet zijn richting externe stakeholders en als keurmerk voor het zelfreinigende vermogen van de branche moet staan. Wat is de exacte belofte? En wat zou de stichting allemaal kunnen doen? In dit artikel maak ik een analyse.

De lancering van Freeflex United bevat meerdere boodschappen: belangenvertegenwoordiging en een keurmerk, een nieuwe vorm van werken: Freeflex en ambities rondom verzekering, pensioen en scholing. In diezelfde volgorde zal ik deze stap dan ook duiden.

Belangenvertegenwoordiging en keurmerk

Met de groei van platformwerk en het aantal platformen was het hoog tijd dat de branche zich op de een of andere manier zou gaan organiseren. Met het aantal (willekeurige) rechtszaken van vakbond FNV en de voortdurende discussies over de verantwoordelijkheid van het platform vonden ondernemers het afbreukrisico simpelweg te groot om publiekelijk de handen ineen te slaan. Ook zagen zij voornamelijk verschillen met andere platformen. Zonde: hoewel platformwerk vele smaken kent (iets dat nog niet tot politiek en vakbonden is doorgedrongen), zijn er genoeg overkoepelende mechanismes waar samenwerking voor alle partijen positief is. In essentie is het dus een goede zaak dat platformen nu het voortouw nemen. Ook een slimme zaak: je kunt als ondernemer beter de leiding nemen dan afhankelijk zijn van wat anderen voor je beslissen.

De vraag is wel hoe onafhankelijk de stichting (in oprichting) is. Onafhankelijk in het aannamebeleid van nieuwe leden (zijn concurrenten ook welkom?), maar ook onafhankelijk in het bestuur en controle van de stichting. Kort gezegd: gaat de slager zijn eigen vlees keuren? De eerder deze maand gelanceerde ‘Stichting MKB Financiering’ koos er bijvoorbeeld voor om vanaf de start geen marktpartijen in het bestuur op te nemen. En om deeltijd hoogleraar Corporate Finance Jaap Koelewijn aan te trekken voor de controle op naleving van de gedragscode. Een initiatief als FreeFlex United is (op de langere termijn) alleen serieus te nemen wanneer deze onafhankelijkheid is geborgd. Navraag leerde mij dat de stichting wel de ambitie heeft om externe experts in het bestuur aan te trekken, maar dat dit op dit moment nog niet het geval is.

Ook is onduidelijk wat voor soort platformen FreeFlex United wil vertegenwoordigen. Het FD artikel leert ons dat Uber en Deliveroo vooralsnog niet welkom zijn. Met de focus op freelance zou het ook zo kunnen zijn dat alleen platformen die alleen freelancers faciliteren, en dus niet uitzendplatformen, welkom zijn. Dit is een van de eerste zaken waar duidelijkheid nodig is.

De vraag die bij mij speelt is: zijn ze niet te vroeg gelanceerd. Met slechts twee platformen aan boord kun je van een vertegenwoordiging van de branche nog niet spreken. Ook is nog onduidelijk wat de ambities exact zijn: bij het verschijnen van het interview in het FD was de stichting (en de statuten) nog niet ingeschreven bij de KvK en 3 dagen voor publicatie was de domeinnaam pas vastgelegd. Hoewel het FD een mooie plek is om te lanceren, is het voor niemand nu duidelijk waar FreeFlex United nu echt voor staat. En met onduidelijkheid gaan mensen zelf iets verzinnen, dat is een risico. Een gemiste kans.

Een nieuwe vorm van werken: FreeFlex

Los van de rol als belangenbehartiger lanceerden de platformen ook tussen neus en lippen een compleet nieuwe werkvorm: FreeFlex. In het persbericht staat hier over het volgende: “….om van FreeFlex net zo’n gewaardeerde werkvorm te maken als vast werk. Zodat verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid, aansprakelijkheid en het opbouwen van een spaarpot voor later haalbaar is voor alle flexibele werkvormen.”

Platformen zijn altijd al goed geweest in het coinen van nieuwe categorieën, waarbij steevast de motivatie is dat de activiteit die het platform faciliteert voorheen nog niet bestond en daardoor niet binnen de bestaande hokjes past. Dat is dan ook exact wat Temper en Roamler hebben gedaan. Kijkend naar de website van Temper is het woord ‘Freelancer’ overal vervangen voor ‘FreeFlexer’ en is er een tv-commercial live gegaan die het leven van de FreeFlexer in beeld brengt. Op het altijd transparante Wikipedia is ook terug te vinden dat de content manager van Temper heeft geprobeerd deze nieuwe categorie in de online encyclopedie te krijgen. Leuke actie, maar een beetje doorzichtig.

Het is vanuit de platformen gezien slim om een nieuwe categorie te coinen. Ik had persoonlijk voor iets van FlexSecure gekozen. FleeFlex is een herhaling van twee woorden, terwijl de discussie toch echt gaat over hoe flexibiliteit en zekerheid (voor het individu en maatschappij) kan worden geborgd.

Met het coinen van een nieuwe categorie creëer je een blanco blad dat opnieuw beschreven kan worden. Het is de vraag in hoeverre andere stakeholders hier in meegaan in een tijd dat de discussie over vast versus flex nog in volle gang is. Ik ben zelf niet voor een nieuwe juridische categorie. Een nieuwe categorie voor bijvoorbeeld platformwerkers betekent in de praktijk dat de platformwerkers er misschien wel iets op vooruit gaan, maar dan ook een categorie met meer rechten dan platformwerkers in deze nieuwe categorie worden gedumpt. Geen goed idee dus.

Het introduceren van een nieuwe term is verder wel een sympathieke manier om de manier waarop de werkenden, zij die in geen enkele discussie iets wordt gevraagd, hun leven indelen neer te zetten. Uiteraard gebaseerd op aannames: het is hoog tijd dat er (meer) onderzoek komt naar de motivaties van de zogenaamde ‘nieuwe generatie’ flexibele workers. Bizar dat die wens niet bij ieder debat over platformwerk bovenaan de agenda staat.

Ambities om meer voor de werkenden te doen

Laatste belofte is die om meer voor de werkenden te doen. Als branche in gesprek gaan met verzekeraars, opleiders en pensioen aanbieders om meer te kunnen doen voor de freelancer. Dit is natuurlijk een heikel punt in de platform discussie: platformen zeggen meer te willen doen voor de freelancer, maar zijn bang dat als zij dit doen als werkgever te worden weggezet. Ik vermoed dat platformen via deze stichting hun ervaringen en best practises zullen delen. Een variant kan zijn om deze zekerheden via de stichting te organiseren, waardoor het platform niet zelf de verantwoordelijkheid pakt. Ik zie dit als een onwaarschijnlijk scenario. Tweede variant kan zijn dat de stichting een ecosysteem op gaat zetten die voor freelancers het aantrekkelijker maakt om individuele verzekeringen, pensioenen en opleiding te organiseren. Gebruik maakt van de schaalvoordelen van het bundelen van massa van verschillende platformen. Een goede en slimme oplossing, al heeft het de voorkeur om de essentie van ons arbeidssysteem nu eens goed te organiseren. Maar tot die tijd moet je wat…

Temper profileert zich in het FD artikel dan ook als ‘digitale ruimte’. Eerder spraken zij over een ‘digitaal prikbord’. Vanuit juridisch perspectief begrijpelijk, maar in de praktijk is een platform natuurlijk veel meer dan een digitale versie van het prikbord in de supermarkt. Een platform is de marktmeester en bepaalt de regels. Iets dat ook zeker nodig is om zowel vraag als aanbod te kunnen bedienen, zonder interventie van het platform zal het platform ook nooit succesvol zijn voor haar gebruikers. Het platform is dus ook vanuit noodzaak marktmeester. Maar zeker geen onafhankelijke digitale ruimte.

Als FreeFlex United zich écht in wil zetten voor de werkenden, dan wil ik ze uitdagen om de volgende projecten op te pakken:

  1. Maak een duidelijke, concrete en ook controleerbare code of conduct. Wat zijn de ambities, waar conformeren platformen zich aan die aansluiten, waar kunnen mensen terecht wanneer zij een vraag hebben, etc. Duidelijkheid in combinatie met een onafhankelijke audit maakt het verhaal geloofwaardig;
  2. Zet een onafhankelijk klachtenloket op waar freelancers en klanten met klachten terecht kunnen;
  3. Freelancers die op platformen werken bouwen een reputatie profiel op. Klanten waarderen hun werkzaamheden. Dit reputatie profiel is in sommige gevallen waardevoller dan een diploma. Zorg als stichting ervoor dat er standaarden in reputatie data komen, zodat freelancers hun reputatie score eenvoudig mee kunnen nemen naar andere platformen. En daarmee pas echt ‘free’ zijn om te werken waar zij willen;
  4. Stel voorwaarden aan de algoritmes die aangesloten platformen gebruiken om bijvoorbeeld discriminatie en uitbuiting (op basis van personal pricing) terug te dringen. Deze algoritmes moeten door een onafhankelijke ‘trusted 3rd party’ worden gecontroleerd. De algoritme accountant;
  5. Dwing alle platformen om een ‘exit by design’ scenario klaar te hebben liggen. Dat als het platform om welke reden dan ook stopt, de zekerheden voor stakeholders zijn geborgd. Een voorbeeld is een data coöperatie waar de data, ook de reputatie data, van gebruikers wordt geborgd. Dit zorgt voor een stuk continuïteit, onafhankelijk van het al dan niet succesvol zijn van het platform. Gebruikers zijn en blijven eigenaar van deze data. Bij lening crowdfunding is een soortgelijke exit strategie al verplicht, daar kan de platformwerk branche iets van leren;

Conclusie

Natuurlijk is het makkelijk om het initiatief bij de start te veroordelen voor de onduidelijkheid in ambities, de twijfelachtige manier waarop een nieuwe categorie wordt gecoind en de vraag hoe belangen van platformen én van freelancers in één stichting geborgd kunnen worden. CNV gaf bijvoorbeeld al aan dat het borgen van belangen van de werkenden niet te combineren is met het borgen van de belangen en intenties van platformen. En dat belangen behartigen van werkenden juist hun expertise is. Ik begrijp die reactie, maar ik zie dat niet zo zwart wit. En geloof al helemaal niet in een exclusief recht van vakbonden om belangen te behartigen.

Ik zie dit initiatief als een interessante eerste stap van een jonge branche om te verkennen hoe zij gezamenlijk de betrouwbaarheid en kwaliteit van een diverse sector kunnen verbeteren. Gaat ze dat lukken? Daar kunnen we nu over speculeren, maar pas over een jaar écht iets zinnigs over zeggen. En tot die tijd krijgen ze van mij het voordeel van de twijfel en zal ik de ontwikkeling goed in de gaten houden en waar het debat helpen op gang te brengen.

EU law fixes minimum rights for ‘gig economy’ workers – BBC News

EU law fixes minimum rights for ‘gig economy’ workers – BBC News

De media was vorige week enthousiast over een nieuwe Europese wet die meer bescherming zou moeten geven aan platformwerkers. Het FD kopte: “Bedrijven zoals Uber en Deliveroo moeten flexwerkers meer garanties geven” Nu.nl volgde snel en ook in dit BBC artikel werd het volgende gemeld: “Casual and “on-demand” workers will now have better protections under EU law.”

Mooie stap zou je zeggen. Er is alleen één maar. En dat is dat deze wet niet op freelancers van toepassing is. En het merendeel van de kluswerkers, en al helemaal die voor Uber en Deliveroo werken, zijn freelancers. Deze wet heeft dus geen enkele invloed op platformwerkers. Sterker nog: je zou kunnen zeggen dat deze wet een slechte zaak is, aangezien precaire flexwerkers die wél onder deze wet vallen nu misschien wel ongewenst freelancer moeten worden.

Ik had hier nog een discussie over op Twitter met een van de onderzoekers van het Oxford Internet Institute die ook lid is van de ‘High-Level Expert Group on the Impact of the Digital Transformation on EU Labour Markets’. Zie zijn reactie hier onder. Ik heb het hele rapport nog niet gelezen, maar wat er op de pagina van de expert group staat is in ieder geval al erg interessant.


Overheid, maak een gedragscode voor algoritmes Het Financieele Dagblad

Interessant interview met Hannah Fry waarin ze pleit ” voor een toezichthouder die de intellectuele eigendom van algoritmes beschermt, maar er ook op toeziet dat de maatschappelijke voordelen opwegen tegen de nadelen.”

“Je kunt van de gemiddelde burger niet verwachten dat die zich in bayesiaanse kansberekening of datamodellering verdiept, of genoeg van computers weet om de achterliggende code op te zoeken en te analyseren of die netjes te werk gaat. Net zoals je niet kunt verwachten dat datawetenschappers zelf een gedragscode opstellen en zich daar dan ook allemaal aan houden. Dat moet echt van de overheid komen.”

De vraag over ‘accountability’ van algoritmes staat overigens ook centraal in de multi stakeholder workshop die ik aanstaande woensdag organiseer: de algoritme accountant. Komende weken zal in deze nieuwsbrief een verslag voorbij komen.

Curator verkoopt privacygevoelige gegevens – Investico

Curator verkoopt privacygevoelige gegevens – Investico

Dan kun je alles goed hebben geregeld met de data binnen jouw organisatie en dan….. ga je failliet en lapt de curator de regels aan zijn of haar laars. Natuurlijk kun je eenvoudig nu curator bashen, maar ik zie ook een verantwoordelijkheid in het ‘design’ van de organisatie die de data gebruikt. Uiteindelijk zou je jouw klanten ook moeten beschermen voor een dergelijk scenario. Ik heb al eerder gemeld dat ik over een concept aan het nadenken ben waar (digitale) bedrijven de klantdata in een losstaande entiteit, zoals een coöperatie, stallen en ook eigenaar van deze data blijven. Bij een faillissement staat deze los van de boedel en heeft de curator niets over deze data te zeggen. Dit moet uiteraard wel zo worden ingericht dan een incapabele curator dan niet alsnog een kopie van de database kan verkopen.

Uber IPO prospectus shows ride-hailing revenues stalled | Financial Times

Uber IPO prospectus shows ride-hailing revenues stalled | Financial Times

Interessante opsomming in de Financial Times aan de hand van de prospectus van Uber waaruit duidelijk wordt dat het model van Uber (en anderen) niet heel hoopvol is.

In de media

Platforms komen met keurmerk voor ‘goed opdrachtgeverschap’ | Het Financieele Dagblad

Artikel in het FD over de lancering van FreeFlex United waar ik wat duiding mocht geven en input leverde voor wat cases in het buitenland.

Item op BNR Nieuwsradio

Kort radio interview op BNR Nieuwsradio over het hier boven gedeelde FD artikel.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Waarom overheid zelf verantwoordelijkheid en dus de lead moet pakken in de platformeconomie | Uber bijna naar de beurs, maar gaan ze ooit winst maken?

Goedemorgen! Afgelopen week weer veel gesprekken gehad met verschillende stakeholders in de platformeconomie. Mooi om te zien hoe steeds meer mensen meer constructief in het debat lijken te gaan staan. Erkennen dat platformen ‘here to stay’ zijn, om vervolgens te gaan ontdekken hoe platformen voor hun belangen (publiek of business) een bijdrage kunnen leveren. Mooi is dat. En de eerste verkennende gesprekken gehad voor mijn agenda voor 2020. In November dit jaar loopt mijn parttime aanstelling bij de Universiteit Utrecht af, waardoor ik mij in het nieuwe jaar weer op nieuwe platform avonturen kan storten. Heb je suggesties? Reply dan op deze mail.

Komende week de laatste voorbereiding voor de workshop over ‘de algoritme accountant’ die ik op 24 april vanuit de Universiteit Utrecht bij Seats2Meet organiseer. Ik zie nu al uit naar de gesprekken. Voor nu: fijne week!

Uber plans global domination, but depends on just five cities for a quarter of its bookings.

Uber plans global domination, but depends on just five cities for a quarter of its bookings.

Binnenkort is het dan eindelijk zo ver: Uber gaat naar de beurs. Met de beursgang hoopt het bedrijf zo’n 10 miljard vers geld op te halen. Geld dat hard nodig is: het bedrijf maakte vorige jaar een paar miljard verlies en in de documenten rondom de beursgang is te lezen dat een winst er voorlopig (en misschien wel nooit) in zit.

Niet dat die onzekerheid voor investeerders een probleem is: Lyft heeft vergelijkbare papieren en die beursgang verliep aardig. Niet boven verwachting, maar aardig.

Ik ben eerder al ingegaan op waarom ik denk dat het Uber model kwetsbaar is. In dit artikel staan nog een aantal interessante wetenswaardigheden die de kwetsbaarheid van het model onderstrepen:

  • “About 24 percent of Uber’s bookings—all the money that customers pay through the app and in cash, including driver earnings—occur in just five cities: New York, Los Angeles, San Francisco, London, and São Paulo” (Uber is actief in 700 steden);
  • Dit maakt het bedrijf kwetsbaar, zeker omdat er geen zekerheid is dat regulering het aantal Uber’s in een stad of een minimum loon voor drivers de markt minder interessant zal maken voor Uber. Zo heeft de stad New York al een stop op de groei van het aantal ‘ride hailing’ taxi’s gezet;
  • “15 percent of the bookings pot comes from trips that begin or end at an airport. <> Airports are an easy place where public authorities can implement a fee on Uber rides to make up for the lost revenue.”

In de tussentijd scoort Uber wel punten bij trouwe chauffeurs. Bij de beursgang verdeeld het bedrijf zo’n 300 miljoen dollar (0,5% van de waarde van het bedrijf) onder 1,1 miljoen chauffeurs. Hoe meer ritjes je hebt gedaan, hoe hoger de bonus, die varieert van 100 tot 10.000 dollar. Een mooie stap, al is er ook kritiek: “The long-term model of driving for less than minimum wage after you pay the expenses for your car is not a model that a company can mask with a onetime bonus.”

Steden hebben geen idee over aantal rondrijdende Uber-taxi’s | Het Financieele Dagblad

Steden hebben geen idee over aantal rondrijdende Uber-taxi’s. En dat is een probleem wanneer je iets met beleid wilt doen. Kern van het probleem is dat een normale taxi onder het beleid en toezicht van de gemeente valt, maar diensten als Uber onder de ‘bel en bestel markt’. En dit valt weer onder Den Haag. Een probleem dat overigens in meerdere landen speelt: in de VS vallen apps als Uber en Lyft in de categorie ‘Transportation Network Company’ met een vergelijkbaar probleem als in Nederland.

Interessant is dat er veel wordt gekeken naar hoe dit juridisch te regelen. Dat is meestal een lange weg. De overheid zou ook op een andere manier te werk kunnen gaan. Men zou bijvoorbeeld die zwaar verouderde taxi meter (ik noem iets zwaar verouderd wanneer de auto fysiek naar een garage moet voor een update en data niet goed op afstand kan worden uitgelezen) kunnen vervangen voor een taxi meter app. Dit zou voor steden perfect inzicht geven in het aantal taxi’s in hun stad, maar ook hoe zij zich gedragen, wat de patronen in ritjes zijn, wanneer zij een aanvulling zijn op gebrekkig Openbaar Vervoer en meer. Daarnaast zou de data, uiteraard geanonimiseerd, als common terug kunnen worden gegeven aan de samenleving. Zo kan iedereen die een eigen taxi app wil starten gebruik maken van deze data.

Deze taxi meter app zou dan ook veel beter dan nu de registratie van bijvoorbeeld gewerkte uren kunnen weergeven. Iets dat nu relatief eenvoudig is te omzeilen door voor meerdere aanbieders te rijden. Uiteindelijk moet de overheid een meer leidende rol in deze ontwikkeling nemen. Door onder andere te gaan voor een platform onafhankelijke handhaving strategie. Samenwerken met platformen is belangrijk en fijn, maar uiteindelijk moet je daar niet afhankelijk van zijn.

‘Start-up die online bezorgplatformen connect, krijgt 3 miljoen funding’

‘Start-up die online bezorgplatformen connect, krijgt 3 miljoen funding’

Leuk al die nieuwe bezorgdiensten, maar voor restaurants wordt het onwerkbaar wanneer zij met 3 verschillende iPads op de balie hun bestellingen moeten zien binnenkomen. Ik las eerder al van restaurants die gewoon 1 iemand in dienst hadden die alle bestellingen van bestel platforms managede. Gekkenhuis natuurlijk. De startup uit dit artikel heeft een oplossing gemaakt waardoor alle online bestellingen via 1 portal lopen. Slim.

Hoe is dit voor de platforms zelf? Ik denk alleen maar goed: zij hebben er ook belang bij dat de bestellingen goed worden opgevolgd en een landschap met meerdere aanbieders is voor nu zoals het is. Wel maakt dit de markt toegankelijker voor nieuwe spelers: als nieuwe speler hoef je immers alleen je toegang tot deze partij te regelen en daarmee kun je heel eenvoudig nieuwe restaurants aan je netwerk toevoegen. Ook zal het voor restaurants makkelijker moeten worden om de bestel flow van bestellingen via de eigen website te organiseren.

Minder happig zullen dit maaltijd bezorg platformen zijn op een dergelijke service aan de klant kant. Want dan gaat het klant contact naar de overkoepelende app en je klantcontact uit handen geven, dat wil natuurlijk geen enkel bedrijf. Dat is ook de reden dat ik niet verwacht dat er op korte termijn een app komt die voor de klant toegang ontsluit naar verschillende apps.

Platforms moeten evolueren langs de as van menselijke waarden

Platforms moeten evolueren langs de as van menselijke waarden

In dit opiniestuk wordt gepleit voor een eerlijkere platformeconomie. “De toekomst is niet aan het internet der dingen, maar aan een extranet van mensen: een mensgericht platform met werkgeluk als bottomline. Als ook de Ubers en Deliveroos dat gaan inzien en hun platforms verbeteren naar een 4.0-versie, krijgen we een socialere en betere wereld, waarin geluk bovendien evenwichtiger is verdeeld.”

Natuurlijk ben ik ook voor een eerlijke(re) wereld, maar in dit stuk wordt de kern van het probleem achterwege gelaten. Om te beginnen is het wel wat vroeg om een definitief oordeel te vellen over de impact van de huidige generatie platformen op ons werkgeluk. SEO Economisch Onderzoek berekende vorig jaar dat 0,4% van het werk via platformen loopt. Niet bepaald een percentage waar je veel impact mee kunt maken.

Het probleem met platformen ligt niet bepaald in de categorie die een schaarse ‘unique skilled’ worker faciliteert. De fotograven van platform coöperatie Stocksy hebben unieke skills en kunnen een veel hoger tarief vragen dan hun collega stock fotograven. Stocksy is daarmee een uniek, maar niet heel makkelijk repliceerbaar model. De aandacht zou juist moeten gaan naar platformen die de meer ‘commodity’ labour faciliteren. Dit is van oudsher een kwetsbare groep. En platformen kunnen dit versterken.

En de laatste aanvulling: in het stuk wordt gezegd: “Als ook de Ubers en Deliveroos dat gaan inzien <> krijgen we een socialere en betere wereld” Ik denk dat de wens dat bedrijven zelf die shift gaan maken naar een utopisch scenario redelijk naïef is. Door deze wens bij bedrijven neer te leggen, loop je als samenleving voor die verantwoordelijkheid weg. En dat is een gemiste kans. Om het politiek correct uit te drukken…

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe GDPR ‘reversed engineering’ van algoritmes mogelijk maakt | De opkomst van (personal) dynamic pricing | Waarom een ‘exit by design’ scenario een platform een betrouwbare partner maakt

Goedemorgen! Afgelopen week vanwege griep (of iets in die richting) een versnelling lager gedraaid, maar desondanks in een paar erg interessante sessies mogen participeren. Mooi om te zien hoe platformeconomie zich beter gaat verhouden t.o.v. bestaande structuren. En dat stakeholders steeds constructiever in het debat komen te staan. Dat geeft de burger moed 😉 Deze week weer een aantal interessante artikelen verzameld en ook de Engelse versie van mijn vorige week gedeelde betoog over de toekomst van werk online gezet. Fijne week!

Why Uber must give its drivers the right to all their data

Why Uber must give its drivers the right to all their data

Data is macht. Vooral wanneer je data van vele kunt combineren. Want al hebben veel platformen een lokaal netwerk effect hebben, met de verzameling data van alle individuele gebruikers heb je een flinke voorsprong op de rest. Je kunt chauffeurs efficiënter inzetten, je kunt je prijs mechanismen veel beter op de markt toepassen dan een ander en ga zo nog maar even door.

Twee edities geleden deelde ik al een artikel over een groep Uber chauffeurs in de UK die op basis van AVG/GDPR meer data van Uber terug wilde dan dat het bedrijf nu geeft. Waar het stuk op neerkwam is dat je met alle data van chauffeurs algoritmes via ‘reverse engineering’ uit kunt pluizen. In dit geval ging het om meer data te hebben om bewijslast rondom de werkgever rol van het platform te kunnen claimen.

In dit stuk is de auteur zelf in zijn Uber data gedoken. “We did at least get some data, however, including trip details such as pick-up and drop off locations as well as fares paid. With this, I was able to use Uber’s own open source analytics tools to visualise my data. I could map my journeys through the city and colour code by speed and identify locations of the starting points of the most valuable trips.”

Het is niet verrassend dat platformen liever niet te veel data weggeven, het zal de komende maanden en jaren moeten uitwijzen hoeveel data zij verplicht zijn af te geven.

Om de chauffeurs meer te empoweren zullen zij zich moeten verenigen om die individuele data ook tot waardevolle analyses te laten leiden. Het is de vraag of chauffeurs dit zelf gaan doen, of dat er nieuwe initiatieven in dit ‘gat’ springen om hen hier bij te helpen. In dit artikel wordt bijvoorbeeld de ‘Worker Info Exchange‘ aangehaald. “Worker Info Exchange is a non profit organisation dedicated to helping workers access and gain insight from data collected from them at work usually by smartphone.” Waanzinnig interessante ontwikkeling. Het zou mooi zijn als in dit soort initiatieven ook de waarden en belangen van degenen die hun data leveren worden geborgd, door bijvoorbeeld het opzetten van een data coöperatie.

Kort gezegd: er zullen steeds meer manieren komen voor gebruikers van platformen om hun data te krijgen en om via een of andere constructie deze van vele gebruikers te verzamelen, om vervolgens het collectief te empoweren.

Hier ligt ook een rol en belang voor overheid. Ten eerste heeft de overheid data nodig om beleid te kunnen voeren en evalueren. In New York moeten platformen als Uber verplicht hun data afstaan. Met resultaat:  “New York authorities crunched the data this year to figure out that 85 per cent of app drivers were earning below the minimum wage while the city became more congested with underutilised vehicles. This prompted the city’s mayor, Bill De Blasio, to mandate an earnings floor of $17.25 for every driver, which has had the dual effect of halting exploitation and easing congestion.”

Maar wat nu als je dit niet per wet geregeld krijgt? Dan zou het samenwerken met, participeren in of initiëren van zo’n data initiatief natuurlijk geen verkeerde stap zijn. Daarnaast kan ook overheid creatief nadenken. Men zou bijvoorbeeld de inefficiënte taxi meter kunnen vervangen voor een taxi meter app die iedere 5 seconden checkt of de chauffeur van de vergunning ook wel echt achter het stuur zit. Deze app kan parallel lopen aan die van bijvoorbeeld Uber en alle data opslaan en geanonimiseerd delen. Vervolgens kan overheid deze data als een common aan de chauffeurs teruggeven, zodat er weer een meer gelijk speelveld ontstaat.

Genoeg mogelijkheden dus. Nu tijd voor ambitie en actie.

Microsoft announces it will shut down ebook program and confiscate its customers’ libraries / Boing Boing

Microsoft announces it will shut down ebook program and confiscate its customers’ libraries / Boing Boing

“Microsoft has a DRM-locked ebook store that isn’t making enough money, so they’re shutting it down and taking away every book that every one of its customers acquired effective July 1.”

Heel mooi die digitale diensten en boeken, maar wie zegt dat het e-boek dat je vandaag koopt over 25 nog beschikbaar en leesbaar is? Of 50? Of 100? Tegenlicht maakte er in 2014 al een mooie aflevering over: “digitaal geheugenverlies“. Hoe zorg je er voor dat toegang tot digitale bestanden geborgd blijft.

In dit artikel wordt gesproken over het sluiten van een e-boek programma van Microsoft. Gebruikers krijgen netjes hun geld terug, maar daar houdt het dan ook wel bij op. Het is een probleem dat we de komende jaren nog veelvuldig zullen zien. Er wordt een hoop geëxperimenteerd, start-ups komen en gaan, maar als jij als gebruiker jouw data in het platform zet, hier waarde opbouwt en het platform stopt vervolgens. Dan ben je dit kwijt.

Voordat ik over oplossingen begin, wil ik het eerst nog hebben over het probleem. Voor gebruikers is het probleem duidelijk. Platform workers bouwen reputatie data op en klantcontacten via een platform. Het platform stopt en al hetgeen de worker heeft opgebouwd is weg. Maar ook voor start-ups is dit een probleem. Want wat als je dit als gebruiker nu al drie keer hebt meegemaakt? Dan denk je nog wel eens goed na voordat je weer in zee gaat met een nieuw initiatief. Het risico is te groot. Zeker wanneer je voor je dagelijkse zaken van de dienst afhankelijk bent. Zeker ook als je een bedrijf bent.

Daarom lijkt mij het goed om het de komende tijd verder na te denken over ‘exit by design’ constructies. Dat je bij de lancering van je dienstverlening al hebt nagedacht wat er gebeurt met klant data en gegevens mocht je er, om welke reden ook, mee stoppen. De gedachte heb ik uit de crowdfunding hoek. Als een lening crowdfunding platform vandaag stopt, dan ligt er nog een verplichting om 4 jaar lang de afhandeling van leningen door te zetten. Maar wat als het platform nu failliet is? Dan is er ook geen geld om dit proces te faciliteren. Bij lening crowdfunding was het al een vereiste dat het geld van de crowd op een aparte (derdengelden) rekening staat, zodat deze niet onder de boedel valt bij een faillissement. Nu wordt er vereist (of binnenkort) dat er in die aparte entiteit ook geld of een gegarandeerd inkomstenmodel zit die los van het platform voor deze afhandeling zorgt.

Het zou goed zijn om dit door te trekken naar andere platformen. Dat als een platform stopt de belangen en data van gebruikers voor zeg 10 jaar zijn geborgd in een aparte entiteit met aparte funding. Misschien zou het goed zijn voor platformen om dit gezamenlijk op te zetten. Je hoeft immers het wiel niet allemaal uit te vinden en zo kun je ook wat risico spreiding doen.

Iets om de komende tijd wat verder over door te denken…

Uber Charges More If They Think You’re Willing To Pay More

Uber Charges More If They Think You’re Willing To Pay More

“Ever try and get an Uber at rush hour and find that prices have surged? Or see the price of an Uber change within minutes? Well, thanks to AI and data it’s because the app assumes you’ll pay the surged price. And you know what? We usually do.”

Als ik met economen over de platform economie praat dan is er één onderwerp waar zij heel enthousiast over worden: de mogelijkheid om op basis van data de beprijzingen van diensten dynamischer te maken. Natuurlijk is dit niet nieuws. Ik weet dat ik bij sommige webshops wanneer ik vanaf mijn MacBook bestel meer betaal dan wanneer ik dit zou doen vanaf een Windows machine. En de locatie van mijn IP adres ook invloed kan hebben op de prijs. En hoe vaak ik de website al heb bezocht. En…..

En toch wordt ‘dynamic pricing’ nog redelijk basaal ingezet. In de platformeconomie zie ik een verschuiving komen. Hoe werkt het bijvoorbeeld bij Uber? “It works through Algorithmic Pricing, which determines what price to deliver based on different variables like your location, time of day, traffic patterns and even your user history with Uber. This data is collected, and the algorithm predicts the top price that you are most likely willing to pay. This “willingness to pay” algorithm can determine how likely you are to agree to the price of the ride at the current time. The results of the determining get incorporated into demand predictions by micro-segments and ultimately determines what price to set the ride at each time.”

Nieuw is dus dat er heel veel historische data van jou is, zodat het platform weet onder welke omstandigheden jij bepaalde prijzen wel of niet hebt geaccepteerd. Niels van Doorn deelde ook eerder zijn ervaringen in Berlijn en New York over Deliveroo die ook experimenteert met dynamische prijzen, of beter gezegd: personal pricing, voor maaltijd koeriers.

Is dit een slecht iets? In principe gaat het natuurlijk om een soort van perfectionalisering van marktwerking en de balans tussen vraag en aanbod. Maar omdat het zo op de persoon gaat, denk ik wel dat het goed is om bepaalde gedragscodes op te zetten en een grens te zetten tot hoe ver je hier mee kan en mag gaan. Omdat zeker wanneer je als vrager of aanbieder een afhankelijkheidspositie hebt ten opzichte van het platform er een gevaar ligt dat er een race to the bottom ontstaat. En dat is op de lange termijn voor niemand goed.

Self-driving car technology could radically change how we interact in public spaces

Self-driving car technology could radically change how we interact in public spaces

Mooi en lezenswaardig stuk een goed beeld geeft bij de vragen die we ons als samenleving nog moeten stellen in een (mogelijke) transitie naar autonoom vervoer. Veel voorspellingen worden doorgaans vanuit een redelijk tech optimistisch perspectief gebracht, maar stukken als deze laten zien dat er meer is dan alleen efficiency en technologie en dat zijn al die lastig te vangen maar oh zo belangrijke sociale bij effecten van die technisch gezien inefficiënte chauffeur of conducteur.

Eigen publicaties

What will our working life look like in 2040?

What will our working life look like in 2040?

Mijn betoog dat ik twee weken geleden op het ‘Festival voor Modern Werkenden’ gaf over hoe ik de toekomst van werk (en dan vooral de weg daarheen) zie is nu ook in het Engels beschikbaar.

Call for Papers Reshaping Work

Call for Papers 2019 — Reshaping Work Conference 2019

Call for Papers 2019 — Reshaping Work Conference 2019

Op 24 en 25 oktober 2019 vindt de derde editie van het ‘Reshaping Work’ congres plaats. Het enige congres waar alle disciplines bij elkaar komen om elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren. Onderdeel van het congres is een serie paper presentations. De call for papers wil ik hier graag onder de aandacht brengen. Een mooie manier om als onderzoeker jouw onderzoek onder de aandacht te brengen bij een interessante doelgroep en een goed excuus om naar een zeer interessant congres te gaan.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Nieuw rating systeem voor platformen gelanceerd | Waarom het Uber model verre van af is | Waarom je cijfers niet blind moet geloven | Podcast tip: Technopolis

Goedemorgen! Vorige week mocht ik voor een sessie bij TNO over ‘geo-political challenges to the digital economy’ een introductie over platformeconomie geven. Daar mooie discussies gehad, mijn slides vind je hier. Ook bij een bijeenkomst van de Werkvereniging een betoog mogen houden rondom de vraag hoe het leven van de werkenden er in 2040 uit ziet. Hoewel niemand in de toekomst kan kijken deed ik een voorzet, maar lag bij mij de focus vooral op de weg daarnaartoe. Mijn betoog lees je hier terug. Vorige week was ook de week van de eerste beursgang van een platformbedrijf in 2019: Lyft. Hoewel je tussen de regels door kunt lezen dat er een flinke kans is dat het bedrijf nooit winst zal maken, steeg de koers van het voor 21,6 miljard euro gewaardeerde bedrijf in korte tijd met 21 procent. Iedereen die nu nog zegt dat er te weinig risico kapitaal in de markt is, die is gek 😉 Fijne week!

Listen to Technopolis, the New Podcast from CityLab

Listen to Technopolis, the New Podcast from CityLab

“The podcast on how technology is disrupting, remaking, and sometimes overrunning our cities. Hosted by Molly Turner and Jim Kapsis.”

Platformen die een impact hebben op een stad. Het aantal voorbeelden is er intussen in overvloed: Airbnb, Uber, Mobike, Felyxz, Bird en ga zo nog maar even door. Waar veel van dit soort platformen vroeger liever om vergeving dan om toestemming vroegen, zie je dat de aanpak van vandaag een stuk anders is. Ik zeg ook wel eens: misschien moeten we Uber dankbaar zijn op de manier waarop zij oorspronkelijk in Europa aan de slag zijn gegaan. Door zich als een olifant in een porseleinkast te hebben gedragen, zijn beleidsmakers (iets) beter voorbereid op dit soort acties én hebben startup ondernemers geleerd dat het in gesprek gaan met (lokale) overheden soms toch een betere strategie is. Uiteindelijk ben je van hen afhankelijk en een jarenlang getouwtrek kost niet alleen veel energie en geld, maar schrikt ook investeerders af. Ook zij vinden duidelijkheid, ook al is het niet het antwoord dat je wilde hebben, belangrijk. Onduidelijkheid is een risico en bij afhankelijkheid van beleidsmakers kan onduidelijkheid resulteren in het plotsklaps sluiten van jouw business.

Er is een trend gaande dat we vooral naar Europa kijken wanneer we het hebben over technologie en publieke waarden. Gelukkig is het niet zo zwart wit. Via via kwam ik de podcast serie Technopolis op het spoor. Gemaakt door o.a. Molly Turner, de eerste public policy medewerker van Airbnb destijds. Intussen geeft ze les op Berkeley. Met pakkende onderwerpen als ‘Disruptor City’, ‘Backlash City’ en ‘Venture-Backed City’ word je iedere keer in een half uurtje meegenomen in interessante vraagstukken en cases. Een aanrader.

New rating system highlights best and worst digital platforms for workers’ conditions | University of Oxford

New rating system highlights best and worst digital platforms for workers’ conditions | University of Oxford

“University of Oxford academics have published the world’s first-ever rating system for working conditions in the digital economy.”

Hoe kun je platformen bewegen om goed te doen voor hun aanbieders? Dat moeten de onderzoekers van het Oxford Internet Institute hebben gedacht toen ze dit project bedachten. Volgens een uitgebreide methode worden klusplatformen beoordeeld, zodat voor iedereen duidelijk is wat de condities voor de aanbieders is.

De principes:

  1. Fair Play
  2. Fair Conditions
  3. Fair Contracts
  4. Fair Management
  5. Fair Representation

Hier lees je meer over de principles en de gebruikte methodologie.

De vraag is natuurlijk: heeft dit zin? Dat moet de tijd gaan uitwijzen, maar hier onder alvast wat gedachten:

  • Op het moment dat er meerdere platformen in een markt actief zijn en zeker wanneer het aanbod schaars is, moet je je als platform onderscheiden. Een keurmerk of goed cijfer van Fairwork kan hier bij helpen om workers aan te trekken;
  • Voor platformen met een consument als klant zal dit vermoed ik niet zoveel uitmaken. Consumenten gaan veelal toch voor het beste aanbod en als een eerlijk alternatief beschikbaar is, maar met een hogere prijs, dan zal slechts een kleine groep de afweging maken;
  • Voor platformen met een business als klant zie ik meer kans. Zij zijn gevoelig voor dit soort keurmerken en het is fijn, zeer in landen waar vakbonden en CAO’s de standaard zijn, om te weten dat ook voor de workers die je inhuurt via het platform alles goed is geregeld. Natuurlijk zijn er altijd bedrijven die het geen bal uitmaakt (laten we eerlijk zijn), maar zeker in landen waar ‘fair work’ als default geldt, kan dit een positieve impact hebben;
  • Overheden kunnen ook het Fairwork label meenemen in de voorwaarden voor een platform om in het land of de stad waar zij de controle over hebben te mogen opereren. Wanneer het lukt om dit label tot een standaard te krijgen, dan zie ik hier zeker mogelijkheden in.

Wat ook interessant is, is dat de Fairwork Foundation zich ook als een soort vakbond heeft opgeworpen:

“In discussion with Fairwork, the NoSweat platform has introduced significant changes in all five areas of fairness. It now has a formal policy to pay over the South African minimum wage after workers’ costs are taken into account, and it has a clear process to ensure clients on the platform agree to protect workers’ health and safety and for workers to lodge grievance about conditions.”

Lees ook dit stuk over de situatie in India.

Ben benieuwd hoe dit zich verder gaat ontwikkelen. Uiteindelijk zullen ze in ieder land ambassadeurs moeten zoeken die een aantal platformen mee krijgen om het label te voeren, zodat dit de standaard van het land wordt. En daarmee andere platformen en beleidsmakers meekrijgen. Ik ga het volgen.

The new commute – JWT Intelligence

The new commute – JWT Intelligence

In deze nieuwsbrief spreek ik al sinds tijden over de beperking van het ‘ride hailing’ (taxi via een app) model. Twee weken geleden nog in dit artikel op Sprout.nl. En de voorspelling dat dit soort aanbieders de transformatie tot een totaaloplossing voor mobiliteit zullen inzetten of hun businessmodel willen diversificeren. In dit artikel komen een aantal aardige voorbeelden voorbij.

Over de wens om dé entry app te worden voor mobiliteit: “Apps dedicated to a single avenue of ridesharing are becoming a thing of the past as consumers look for a more seamless and diversified travel experience across public and private services.” In dit stuk komen ook een aantal varianten van andere business modellen voorbij: van betalen per trip naar een ‘all you can travel’ totaalpakket.

Over het diversificeren lees je dit: “Some platforms are taking it a step further, expanding beyond transportation altogether into daily services. In Southeast Asia, the taxi-hailing platform Grab has risen to an “everyday super app” by partnering with other businesses to offer lifestyle services including package delivery, grocery shopping and food delivery. They’ve even added GrabPet beta service in Singapore, an on-demand pet-friendly transportation option that offers pet-trained drivers and pet insurance. Grab’s Indonesian competitor Go-Jek branches wider still, offering an online ticket platform for local events, medical prescription services and even an at-home personal stylist.”

Wat kun je van dit artikel leren? Dat het model van bijvoorbeeld een Uber nog lang niet is uitontwikkeld, dat we de komende jaren nog veel experimenten en varianten voorbij zullen zien komen en dat het echt nog wel even duurt voordat we weten of dit soort modellen levensvatbaar zijn, zeker met de enorme bedragen die er mee zijn gemoeid.

Marco Derksen on Twitter: “mijn statistieken voor Airbnb maar weer eens geupdate”

Marco Derksen on Twitter: “mijn statistieken voor Airbnb maar weer eens geupdate”

Marco Derksen (check zijn blog!) deelde onderstaande tabel afgelopen week waarin Airbnb wordt weggezet tegen de traditionele spelers. Een indrukwekkend verhaal: een bedrijf van 10 jaar oud heeft meer dan 6x zoveel kamers dan de nummer 2 op de lijst, is actief in 191 landen, een waardering van 53 miljard en doet dit ook nog eens met een stuk minder mensen dan de concurrentie. Indrukwekkend, maar het is wel altijd goed om kritisch naar cijfers te kijken. Want als je dat doet, dan kun je een flinke kanttekening bij dit verhaal plaatsen. Ik pik er twee uit:

Aantal kamers

Airbnb biedt volgens deze tabel 6 miljoen kamers aan. Er is wel een grote ‘maar’: deze kamers zijn niet 365 dagen per jaar beschikbaar. Iets dan bij de andere aanbieders in het rijtje wel het geval is. Wanneer je een eerlijke vergelijking wilt maken, zul je dit dus gelijk moeten trekken naar het aantal fulltime beschikbare kamers. Zeg dat van die 6 miljoen kamers die worden aangeboden de helft ook echt actief beschikbaar is. Er is in een bestand van een platform namelijk ook altijd erg veel vervuiling. En zegt dat die helft gemiddeld 2 maanden per jaar beschikbaar is. Dan kom je uit op 500.000. Alsnog indrukwekkend, maar niet genoeg voor een plek in de top 5.

Aantal medewerkers

Airbnb heeft heel veel minder medewerkers dan een gemiddeld hotel. Dat is ook logisch: waar een hotel mensen in moet huren voor communicatie, receptie, onderhoud, schoonmaak en meer, verlegt Airbnb deze kosten naar de aanbieders. Die dit vervolgens of zelf regelen, of uitbesteden aan een tussenpartij. Ook dit vergelijk is dus onvolledig. Dit zie je ook bij autodeel platformen als SnappCar: een verhuurbedrijf heeft mensen in dienst voor de communicatie, overdracht en schoonmaak, maar bij SnappCar wordt dit door de aanbieders gedaan. Dan is het logisch dat een platform een fractie van het aantal medewerkers heeft dan een traditioneel georganiseerde concurrent.

Conclusie

Natuurlijk zijn de metrics van platform bedrijven indrukwekkend, maar het is en blijft belangrijk om kritisch te zijn bij dit soort rijtjes, aangezien zij niet het hele verhaal vertellen.

Eigen publicatie

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Seats2meet

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Seats2meet

Voor een sessie op het ‘Festival voor Modern Werkenden’ op 29 maart 2019 mocht ik, net als Pierre Spanninks en Saskia Nijs, in een pitch van 5 minuten de gasten een kijkje in de toekomst van werk geven. Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? Wat zijn de grootste uitdagingen en kansen? En wat moet de belangrijkste taak van de Werkvereniging zijn om modern werken, leven en leren te ondersteunen.

Erg leuk om hier over te filosoferen. Filosoferen, want iedereen die zegt te weten hoe 2040 er uit ziet, die liegt dat ie barst 😉 Ik heb dan ook geen voorspelling, maar een wens voor de 2040 uitgesproken, maar vooral ook een boodschap hoe we hier terecht moeten komen. Want ook al klinkt 2040 comfortabel ver weg, het vrijwaart jou niet om nog langer je kop in het zand te steken.

Ik besloot om mijn verhaal over de toekomst als betoog op te schrijven. Hier het resultaat.

Boek

Door auteur Patrick Petersen werd ik even geleden gevraagd om een bijdrage te doen over platformeconomie in de nieuwe editie van het ‘Handboek E-commerce‘. Afgelopen week viel het eindresultaat op de deurmat. Het is een mooi en compleet boek geworden.


Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit?

Voor een sessie op het ‘Festival voor Modern Werkenden’ op 29 maart 2019 bij Meeting Plaza Utrecht mocht ik, net als Pierre Spanninks en Saskia Nijs, in een pitch van 5 minuten de gasten een kijkje in de toekomst van werk geven. Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? Wat zijn de grootste uitdagingen en kansen? En wat moet de belangrijkste taak van de Werkvereniging zijn om modern werken, leven en leren te ondersteunen. Ik besloot om mijn verhaal over de toekomst als betoog op te schrijven. Hier onder het resultaat.

Interessant dat we over 2040 praten, terwijl we niet eens door hebben hoe het heden in elkaar zit. 2040 is ver weg. In 2040 dan ben ik misschien wel al bijna opa en zijn mijn kinderen Joep, Sophie en Anna klaar met hun studie. Maar nog lang niet klaar met leren, net als ik.

Als je een tech optimist zou vragen hoe het leven van werkenden er in 2040 volgens hem uit zou zien (ik zeg hem, want er is een grote kans dat het een man is), dan zal hij je vertellen dat technologie tegen die tijd alles wel heeft opgelost. Fijn, want dan hoef je daar in het nu tenminste geen verantwoordelijkheid voor te nemen. Het probleem is alleen dat tech optimisten vergeten dat ratio het niet wint van emotie en dat succes van technologie ligt in faciliteren van mensen, niet in leiden. Iets waar ook veel zogenaamde leiders iets van kunnen leren, maar dat terzijde;

Als je een flex optimist diezelfde vraag zal stellen, dan zou de werkende een empowerde blije individu zijn, die in zwermen van project naar project hopt. Die een leven lang leert, werkt om te leven en weinig bemoeienis van de overheid nodig heeft. Hij of zij dopt de eigen boontjes immers wel. Een mooie utopie, maar wel bedacht vanuit een bepaalde bias dat de wereld eerlijk en gelijk is, alle mensen een keuze hebben om te doen wat ze willen en overstromen van ambitie.

Als je een sociale zekerheden optimist, zeg iemand van een vakbond, dezelfde vraag zou stellen, dan zou iedereen een vaste baan hebben, volgens een goede CAO werken en iedere maand trouw zijn lidmaatschapsgeld betalen. Je hoeft niet in 2040 te leven om te beseffen dat die tijd en dat model intussen ook voorbij is;

Als je een platform optimist, de categorie waar ik toe behoor, de vraag stelt hoe het leven van de werkende er in 2040 uit ziet, dan zou ik zeggen dat platformen transactiekosten verlagen, informatie asymmetrie oplossen, het individu in staat stellen zijn of haar skills optimaal te vermarkten, tijdelijke grens en bubbel overschrijdende samenwerkingen faciliteert en dat data en review scores in 2040, maar liever al eerder, diploma’s hebben vervangen. Dat de kapitalistische platformen waar workers nu afhankelijk van zijn, zijn vervangen door coöperatieve en decentrale varianten en de intussen flink afgeslankte overheid ervoor zorgt dat zekerheden ‘by design’ zijn geborgd en het speelveld voor iedereen gelijk is.

Iedereen die zegt te weten hoe 2040 er uit ziet, die liegt dat ie barst. Wat we uitspreken hoe 2040 er uit zou kunnen zien is dan ook eerder een wens. Uitgesproken vanuit de bubbel waar je je nu op dit moment in bevindt.

Prima natuurlijk, maar laten we dat helder hebben. Wat ik wel kan delen is hoe ik hoop dat het leven voor de werkende er in 2040 uit ziet. En wat de ingrediënten zouden kunnen zijn om hier mogelijk te belanden.

Hoe ik hoop dat het leven van werkenden er in 2040 uit ziet is als volgt. In 2040 hebben we de balans gevonden hoe technologie op een faciliterende manier het individu empowered. Via platformen organiseren werkenden zich op de manier die bij hen past. Niet gebonden aan grenzen en afkomst, het al dan niet tijdelijk zijn van een formatie en iedereen een gelijke kans. Continue door ontwikkelend en gewaardeerd en afgerekend op de daadwerkelijke toegevoegde waarde. Niet op privilege tot welke bubbel je hoort en welke bubbel je in stand houdt. Met de juiste, steeds wisselende, balans tussen aan en uit, gas geven en op de rem trappen.

Wanneer we een wereld willen hebben waar gelijkheid en gelijke kansen centraal staan, dan betekent dat ook dat we een stapje terug moeten hebben gedaan. Wat ook betekent dat de definitie van succes moet worden herschreven. Want hoeveel we met z’n alleen ook lopen te zeiken, wij hier in deze ruimte behoren in het nu toch echt tot de lucky 1% van de wereldbevolking. Voel je daarvoor niet schuldig, maar wees er wel van bewust.

Bij een meer fluïde rol van werkenden, hoort ook een meer fluïde stelsel. Alle verticale zuilen, sectoren en CAO’s zijn doorbroken door horizontaal denken en sociale zekerheden losgekoppeld van de arbeidsrelatie. En misschien, laat ik het B woord toch maar droppen, een Basisinkomen. Of beter: basisvoorzieningen en zekerheden voor iedereen. We hebben ontdekt dat het gelul over generatie X, Y of Z te kort door de bocht was. Ieder individu heeft in iedere fase van zijn of haar leven weer andere behoeften. Generaties verschillen, maar we blijven mensen. Met alle clichés die daarbij horen. Een fluïde stelsel is hiervoor essentieel. Ik hoop dat we in 2040 zo ver zijn.

Een goede vriend, die ik bij Seats2Meet heb ontmoet, zegt altijd: “Martijn, hopen doe je op het toilet”. Tijd dus om het te hebben over daden. Wat zijn de stappen die we in het nú kunnen zetten om bij het utopische 2040 scenario te komen?

Wat ik nu zie is een wereld waar verschillende partijen zich met de belangen uit het verleden hebben ingegraven. En vanuit die positie waar het daglicht niet komt proberen te overleven. 24/7 levend in een continu ontkenningsfase. Ook zie ik dat weinig partijen hun verantwoordelijkheid durven te pakken en dat nieuwe initiatieven vol enthousiasme worden ontvangen, maar de urgentie, ballen en ambitie bij alle stakeholders zwaar ontbreekt om echt serieus door te zetten.  

Om tot het scenario van 2040 te komen is een systeemverandering nodig. Om daar te komen is het essentieel dat verleden, belang, angst en ego hun dominante rol in het debat verliezen en men toe gaat geven wat men eigenlijk al lang wist: we hebben geen idee wat we nu moeten. Goed nieuws: je bent niet de enige. Om vanuit die kwetsbaarheid, zonder gevangen te zitten in sectoren en verticals, samen te gaan bouwen. Erkennend dat ieder die vanuit een bepaalde hoek komt ook maar een welwillend goed mens is. Met uiteindelijk dezelfde doelstelling als de partij die hij of zij nu misschien wel veracht en als grootste tegenstander ziet.  

Van moeten naar willen, van kan niet naar maar naar hoe dan wel, van ik (single stakeholder) naar wij (multi stakeholder) en van weglopen van verantwoordelijkheid naar erkennen en pakken van verantwoordelijkheid. Uiteindelijk is het een verantwoordelijkheid van ALLE stakeholders tezamen. Niemand uitgesloten. Dus ook van jou. Want ook al klinkt 2040 comfortabel ver weg, het vrijwaart jou niet om nog langer je kop in het zand te steken.

En de rol van de werkvereniging hierin? Ik zie een rol van initiator, verbinder, aanjager, bruggenbouwer, incubator en practise what you preach. Ook de Werkvereniging moet daarvoor uit zijn eigen bubbel komen en gas op het ambitie pedaal geven. Want om in het scenario van 2040 uit te komen moeten we met zijn allen op expeditie. Ik ben voor.

Waarom ‘values by design’ belangrijk zijn in de kluseconomie | Hoe via GDPR de platform formule kan worden ontmanteld | Onder welke voorwaarden platformwerkers zich kunnen organiseren

Goedemorgen! Afgelopen week weer mooie discussies gehad bij het ESB Economen café en een besloten ronde tafel met werknemers en werkgevers organisaties over de toekomst van de kluseconomie. Altijd goed om dit soort ontwikkelingen vanuit verschillende perspectieven te bekijken. En weer meters met mijn boek gemaakt. Ik ben op stoom. Mocht ook wel eens 😉 Deze week weer wat interessante stukken verzameld en voorzien van mijn duiding en commentaar. Veel leesplezier en mooie week!

‘I’m really struggling’: Facing pay cuts, some ride-hailing drivers prepare to strike – Los Angeles Times

‘I’m really struggling’: Facing pay cuts, some ride-hailing drivers prepare to strike – Los Angeles Times

Hoewel Uber voor de klant nog steeds een waanzinnige oplossing en verbetering is ten opzichte van wat er was, lukt het het bedrijf maar niet om de organisatie aan de aanbod (riders) kant goed te organiseren. Het lijkt dat chauffeurs steeds vaker in staat zijn om zich te organiseren, het is de vraag hoe sterk Uber zich houdt. Waarschijnlijk nog wel even, in ieder geval tot na de beursgang.

Wat is hier nu de kern van het probleem? Een aantal zaken. Hier kunnen we van leren wanneer we nadenken hoe een inclusieve platformeconomie er idealiter uit zou moeten komen te zien. Niet alleen vanuit een maatschappelijk, maar ook vanuit een business perspectief. Een platform kan namelijk alleen goed functioneren wanneer het waarde toevoegt voor alle gebruikers. Of een groep gebruikers zo klem heeft dat ze geen kant op kunnen, maar dat is in de kluseconomie bij nagenoeg geen enkel platform het geval.

Ten eerste: platformen zijn erg goed om gebruikers tegen met voorwaarden (zoals lage commissies en hoge verdiensten) binnen te halen. Wat er daarna gebeurt: dat weet niemand. Er zijn platformen die bijvoorbeeld hun commissie altijd op een zelfde niveau houden (ik begreep dat Booking.com dit doet), maar het komt vaker voor dat platformen in de loop van de tijd dit percentage verhogen. Natuurlijk is het niet een gegeven dat dit onterecht is: het kan zijn dat blijkt dat de operatie van het platform meer kost dan verwacht, maar het is wel een variabele waar je als aanbieder geen controle over hebt. Ik zou liever zien dat platformen meer transparant zijn over hun voorwaarden en bijvoorbeeld ‘by design’ inbouwen dat een percentage en verdiensten per kilometer bijvoorbeeld maximaal één keer per jaar een x-aantal procent mag veranderen. Dan geeft je gebruikers beter de kans op zelf de keuze te maken om wel of niet met het werken voor (of beter gezegd: via) de app door te gaan.

Ten tweede leek het altijd dat het voor platformwerkers lastig was om zich te verenigen. In dit artikel wordt duidelijk dat dit wel meevalt. Hoewel Uber chauffeurs veel rondrijden, wachten ze ook veel in de rij bij luchthavens. Daarnaast kan de technologie die apps als Uber en Lyft mogelijk maakt ook tegen het platform worden ingezet: “One method is through an app they’ve built that matches organizers with drivers who have expressed interest in their campaign. Organizers discuss drivers’ concerns, promote the strike and identify potential leaders.” Ook van andere platformwerkers zoals maaltijdkoeriers weet ik dat zij zich prima via messenger groepen weten te organiseren. Dit wordt indirect door de platformen zelf veroorzaakt: aangezien zij weinig investeren in het trainen van platformwerkers (deels ook om niet als werkgever te worden gezien) faciliteren zij hun workers met communicatie groepen om elkaar te helpen.

Ten derde moet er ook een bepaalde urgentie zijn. Er moet pijn zijn. Ik verwacht dat vooral platformwerkers die (grotendeels) voor een langere periode afhankelijk zijn van een platform zich zullen organiseren. Maaltijdkoeriers is daarbij lastig: de meeste koeriers werken een paar maanden een paar uur per week voor het platform. Hoewel Deliveroo riders zich in de Riders Union hadden georganiseerd in de tijd dat Deliveroo overstapte van het werknemer naar het freelance model, hoor je nu echt niets meer van die groep. Logisch: er is weinig urgentie om te organiseren.

Bij taxi chauffeurs via platformen is dat natuurlijk een ander geval. Vaak investeer je veel geld om te mogen rijden (zeker wanneer je in Europa wilt rijden) en om een auto onder je kont te hebben, waardoor je relatief hoge vaste kosten hebt. Wanneer dan het tarief omlaag gaat, dan is de pijn groot: de vaste kosten lopen immers door. Zoals in dit voorbeeld van chauffeurs die ruim 3 dollar per uur overhielden.  In het FD stond ook een stuk over de Uber chauffeurs in Nederland die ook willen gaan demonstreren. In Nederland is de drempel om voor Uber te gaan rijden een stuk hoger: je moet een vergunning hebben waar je in moet investeren. Hoewel die drempel ook deels weg schijnt te worden genomen door tussenpartijen die chauffeurs zonder auto voorzien van een auto, de opbrengsten van Uber worden op het account van de tussenpartij gestort en de chauffeur krijgt een veel lager bedrag zwart uitgekeerd. Via slimme BV constructies wordt dit georganiseerd, wist een accountant mij te vertellen die voor een aantal van dit soort bedrijven de administratie verzorgd.

Als laats is het natuurlijk belangrijk om de vraag te stellen: hoe ver kan een platform gaan? Er is bekend dat bij platformen als Uber en Deliveroo de switching costs voor zowel vraag als aanbod om naar een ander platform over te stappen laag zijn. Op het moment dat de chauffeurs schaars zijn, kunnen zij zich makkelijk organiseren en overstappen. Dan moeten platformen concurreren op arbeidsvoorwaarden. In de race naar de beurs zie ik dit nu nog niet gebeuren, maar dit zou natuurlijk een uitgelezen kans zijn voor een lokale of nationale speler. Het is in dit geval dus deels een race to the bottom, tot het moment dat de chauffeurs niet meer willen rijden of naar een concurrent overstappen die wel betere voorwaarden biedt. Maar zolang deze betere voorwaarden niet ‘by design’ zijn vastgelegd is er een kans dat dan het spel weer van voor af aan begint…..

Uber drivers demand their data – Management algorithms

Uber drivers demand their data – Management algorithms

Vanuit AVG/GDPR zijn bedrijven verplicht de data die zij over jou bezitten vrij te geven. In dit zeer interessante stuk een beschrijving hoe dit, zeker wanneer datasets worden gecombineerd, grote gevolgen kan hebben voor platformen. Door de data te combineren kan de strategie van de formule worden ontrafeld en bewijslast worden opgebouwd voor rechtszaken. En dit is dan vermoed ik ook de reden dat Uber niet alle data vrij wil geven. Het is alleen de vraag wie gelijk heeft.

“The full dataset would include the precise times at which the drivers log on and off Uber’s app, all the location data gathered about them and all of the individual ratings and reviews they had received. The first two datasets would help the drivers calculate holiday pay and claims for minimum-wage back pay when their earnings dip below that, such as during fallow periods when they have no rides but are logged in to the app and prepared to accept passengers. The ratings and reviews would let drivers appeal unfair dismissal from the app. (They can be booted off if their aggregate rating dips below 4.4 out of five.) Currently, drivers can appeal to Uber and go through an “education process” to get back on the app, but they have no way of knowing why they were kicked out in the first place.”

“The drivers also want access to what is known as the logic of processing—the datasets underpinning the dispatch system that assigns specific jobs to drivers—and the profiles that Uber builds on its drivers, through which drivers are managed and rewarded. The drivers say they want to understand what impact Uber’s profiling system has on the quality, quantity and value of work they get through the app—data that are not about the drivers exactly, but which pertain to them.”

“The case will test whether the data rights that European privacy laws afford to individuals also apply to gig workers. It is hard to see why they should not. The drivers have a legal right to gain access to any data that Uber holds about them as individuals, even if it is information the platform uses to run its business. Where their luck may run out is at the boundary of where their rights conflict with those of other individuals. Uber cannot, for instance, provide drivers with all their reviews in raw form, as that would infringe upon the privacy of riders. And Uber also has rights of its own, for instance to withhold information that pertains to its intellectual property. The precise borders of those limits will now be for regulators, and potentially European courts, to demarcate.”

Amazon Private Label Brands – Marketplace Pulse

Amazon Private Label Brands – Marketplace Pulse

“According to Marketplace Pulse research, Amazon-owned private label brands are not nearly as successful as many paint them to be. Amazon has been successful in creating generic items at low prices, but only when using the Amazon brand name (i.e., AmazonBasics and Amazon Essentials). Otherwise, the hundreds of brands and tens of thousands of products launched are not resonating with customers.”

Interessant en uitgebreid artikel naar aanleiding van een onderzoek naar 23.000 producten die door Amazon onder 400 eigen merken werden gelanceerd.

Labor shortage: The US doesn’t have enough workers to fill open jobs – Vox

Labor shortage: The US doesn’t have enough workers to fill open jobs – Vox

Ik werd nogal eens vreemd aangekeken toen ik uitsprak dat bij een grote vraag aan kluswerkers er een schaarste zou ontstaan en platformen (en daarmee dus ook de opdrachtgevers) moeten gaan concurreren op arbeidsvoorwaarden. Lees dan dit stuk:

“The hardest-to-find workers are no longer computer engineers. They are home health care aides, restaurant workers, and hotel staff. The shift is happening because more and more Americans are going to college and taking professional jobs, while working-class baby boomers are retiring en masse. This means that — for once — low-skilled workers have the most leverage in the current labor market.”

De combinatie van a) mensen steeds hoger opgeleid zijn b) de baby boomers met pensioen gaan en c) platformen voor een grotere vraag aan ‘low skilled’ (wat een rot woord) workers zorgen kan er dus prima voor zorgen dat er een schaarste ontstaat en opdrachtgevers (of werkgevers) zullen moeten gaan concurreren op arbeidsvoorwaarden.

‘Facebook en Twitter hebben geen nutsfunctie’ | iBestuur

‘Facebook en Twitter hebben geen nutsfunctie’ | iBestuur

“Verhoeven (D66): overheid moet eigen social mediakanalen ontwikkelen” Hoewel ik er niet al te veel vertrouwen in heb dat de overheid dit zelf moet en kan ontwikkelen, is het wel goed dat er meer bewustwording én daadkracht komt bij overheid om hier een visie op te ontwikkelen. Want de overheid kan natuurlijk wel, met het oog op publieke waarden, veel invloed uitoefenen door:

  1. de overheid is natuurlijk zelf grootgebruiker en kan initiatieven met een meer maatschappelijk karakter als klant een flinke boost geven;
  2. de overheid kan middels verschillende financieringsmodellen in het kader van ‘put your money where your mouth is’ platformen met oog voor publieke waarden kunnen financieren. En dan geen lullige subsidies van een paar ton, maar een fonds van enkele honderden miljoenen. Want zeggen dat je publieke waarden in platformen belangrijk vindt en er vervolgens niet aan mee willen betalen zet natuurlijk ook geen zoden aan de dijk.

Ironie…


Marco Derksen on Twitter: “mijn statistieken voor Airbnb maar weer eens geupdate”

Marco Derksen on Twitter: “mijn statistieken voor Airbnb maar weer eens geupdate”

Marco Derksen (check ook zijn blog) deelde afgelopen week onderstaand staatje met cijfers van Airbnb via Twitter. Een mooie discussie volgde. Wanneer je onderstaande tabel kijkt, dan is Airbnb op alle vlakken dé winnaar in de hotelmarkt. Zonder eigen kamers in 10 jaar tijd met een waardering van 53 miljard dollar 6 miljoen kamers in 191 landen, met een fractie van het aantal medewerkers die hotels doorgaans hebben. Een succesverhaal. Toch is het ook altijd goed om kritisch op cijfers te blijven, want voor je het weet ben je appels met peren aan het vergelijken.

Door filosoferend (of gewoon logisch nadenkend) over onderstaande tabel kun je jezelf de vraag stellen of Airbnb nu echt de terechte nummer 1 is. Een gedachte experiment:

Aantal kamers

Airbnb staat op nummer 1 wat betreft het aantal kamers. Als je niet kijkt naar het aantal kamers, maar het aantal beschikbare nachten per jaar dan kom je waarschijnlijk op een heel ander cijfer uit. Een kamer in een hotel is 365 dagen per jaar beschikbaar.  Die 6 miljoen kamers die worden aangeboden, zeg dat de helft daarvan actieve profielen zijn. En die 3 miljoen kamers gemiddeld 2 maanden per jaar beschikbaar zijn. Dan kom je uit op 500.000 wanneer je die met een hotelkamer vergelijkt. Veel, maar niet voor een plekje in de top 5.

Marktwaarde

Er is natuurlijk een verschil tussen marktwaarde en waardering 😉 En wanneer een Hilton failliet gaat, dan is het nog veel waarde in de boedel. Bij Airbnb zijn er geen stenen te verkopen. Het is de vraag hoeveel er bij een faillissement van de waarde overblijft.

Aantal medewerkers

In een ander staatje zie je dat Airbnb maar een fractie van het aantal medewerkers in dienst heeft in verhouding met een traditioneel hotel. Indrukwekkend dat ze het met zo ‘weinig’ mensen af kunnen. Er is alleen een grote ‘maar’. Platformen verlagen, maar verleggen ook transactiekosten. Waar een hotel iemand in moet huren voor de receptie, schoonmaak, communicatie, planning en meer, wordt dit bij Airbnb door de verhuurder (of een tussenpartij ingehuurd door de verhuurder) gedaan. Die mensen staan niet op de payroll van Airbnb. Net als bij autodelen: een verhuurbedrijf heeft mensen in dienst voor de communicatie, sleuteloverdracht, schoonmaak en meer. Bij een platform als SnappCar wordt dit door de aanbieder gedaan. Al die arbeid zit verwerkt in de verhuur prijs, maar wordt bij een niet platform bedrijf gewoon uitgevoerd door medewerkers. En dan is het logisch dat die verhouding zo scheef is.

Conclusie

Het platform model is indrukwekkend, maar het is wel goed om altijd cijfers die worden gepresenteerd kritisch in de juiste context te plaatsen.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail (martijn@collaborative-economy.com) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Martijn Arets

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Martijn Arets

Voor een sessie op het ‘Festival voor Modern Werkenden’ op 29 maart 2019 mocht ik, net als Pierre Spanninks en Saskia Nijs, in een pitch van 5 minuten de gasten een kijkje in de toekomst van werk geven. Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? Wat zijn de grootste uitdagingen en kansen? En wat moet de belangrijkste taak van de Werkvereniging zijn om modern werken, leven en leren te ondersteunen.

Erg leuk om hier over te filosoferen. Filosoferen, want iedereen die zegt te weten hoe 2040 er uit ziet, die liegt dat ie barst 😉 Ik heb dan ook geen voorspelling, maar een wens voor de 2040 uitgesproken, maar vooral ook een boodschap hoe we hier terecht moeten komen. Want ook al klinkt 2040 comfortabel ver weg, het vrijwaart jou niet om nog langer je kop in het zand te steken.

Ik besloot om mijn verhaal over de toekomst als betoog op te schrijven. Hier het resultaat.

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Seats2meet

Hoe ziet het leven van werkenden er in 2040 uit? – Seats2meet