Studie: hoe platformen cash flow problemen van gezinnen opvangen | Thuisbezorgd rommelt met reviews, maar hoe erg is dat? | Longread platform coöperaties | Data, data, data and the rest is….

Goedemorgen! Op het moment dat deze nieuwsbrief op jouw digitale deurmat ploft zit ik bijna op de boot naar Vlieland. Komende week sluit ik mij op in huisje Anna om aan mijn boek te werken welke medio April 2020 moet verschijnen. Omdat deze week de focus op mijn boek ligt zal er volgende week geen nieuwsbrief verschijnen. Mocht je je vervelen, dan is het interessant om nog eens te bladeren door de 181 voorgaande edities van mijn nieuwsbrief. Ik doe dat zelf regelmatig wanneer ik deze nieuwsbrief schrijf en het is altijd interessant om te zien hoe berichtgeving en inzichten zich ontwikkelen. Deze nieuwsbrief bevat weer 5 mooie stukken, voorzien van mijn duiding en commentaar. Fijne week!

Bridging the Gap: How Families Use the Online Platform Economy to Manage their Cash Flow

Bridging the Gap: How Families Use the Online Platform Economy to Manage their Cash Flow

Een jaar geleden deelde ik een onderzoek van JPMorgan Chase waarin ze enkele analyses deelden uit een waanzinnige dataset met transactiedata. De set: “Out of a sample of 39 million Chase checking accounts, we tracked payments directed through 128 online platforms to 2.3 million families participating in the Online Platform Economy between October 2012 and March 2018. The 128 online platforms meet the following criteria: 1. Connect independent suppliers to customers 2. Mediate the flow of payment from customer to supplier 3. Empower participants to enter and leave the market whenever they want.”

Een aantal onderzoekers hebben met deze dataset onderzoek gedaan in hoeverre gezinnen platformen gebruiken om extra inkomsten te verwerven wanneer bijvoorbeeld een van de familieleden een baan kwijt raakt.

“When a family experiences a cash flow interruption, they can adjust by borrowing, cutting expenditures, or generating supplementary income. With the rise of the Online Platform Economy, this last option has likely become more available.”

Online platformen hebben, zoals vaker gezegd, een lage drempel om als aanbieder aan het werk te gaan. Zeker in de Verenigde Staten, waar je ook eenvoudig als ’taxi’ chauffeur aan de slag kunt gaan. Hiermee bieden platformen een ‘ideale’ (naar omstandigheden) oplossing voor wanneer een gezin ‘cash flow’ problemen heeft. Immers: je kunt zo beginnen, er zijn geen specifieke skills of diploma’s vereist en je wordt veelal wekelijks uitbetaald.

Lees het hele rapport of de management summary voor meer inzichten: beiden zijn de moeite van het lezen waard. Tot slot een opmerking die mij bijbleef:

“Finally, high rates of labor churn in the Online Platform Economy have been taken in some policy discussions as an indication that joining may have proved to be a bad financial decision for many drivers. However, our findings imply that one function driving through the Online Platform Economy may play is to bridge a gap between jobs. In that case, the fact that many drivers find another job and become inactive shortly after joining should not necessarily be interpreted as “voting with their feet” against the viability of the Online Platform Economy as an option for generating income.”

Interessant dus hoe deze data weer context geeft aan beslissingen die aanbieders maken. En gezien de voorwaarden en ontwikkelingen van de gig economy is deze een prima oplossing als opstapje of tussendoortje, maar is en blijft het de vraag hoe ‘duurzaam’ deze is wanneer een aanbieder hier in blijft ‘hangen’.

Kleine maar niet onbelangrijke disclaimer: het ziet er naar uit dat dit onderzoek zich richt op consumer to consumer platformwerk en niet tot platformen die freelancers bemiddelen en de flexibele schil van organisaties organiseren. En het is al vaker gebleken dat c2c platformwerk doorgaans voor niemand goed is om fulltime en voor lange termijn in te blijven hangen. Wat het overigens ook al was voordat platformen de rol van bemiddelaar op zich namen. Niet dat dat een excuus is voor platformen om zich dan maar niets aan te trekken van de condities van de workers….

Gerommel met recensies op Thuisbezorgd: slechte regelmatig verwijderd | RTLZ

“Restauranteigenaren die niet zo blij zijn met je negatieve recensie, kunnen deze met behulp van Thuisbezorgd laten verwijderen. En dat gebeurt dan ook regelmatig, blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws na reacties op een bericht over een verwijderde recensie. Waar het bezorgplatform eerder ontkende dat het op grote schaal gebeurde gaat het nu toch onderzoeken hoe ze dit kunnen tegengaan.”

Dat er gerommeld wordt met recensies, dat is niet nieuw. Gebruikers die het systeem proberen te beïnvloeden en eigenaren van de platformen waar de recensies staan die niet transparant zijn over de strategie, regels en uitzonderingen. En in sommige gevallen de ene klant helpen (de aanbieder -het restaurant- die geld in het laatje brengt) en daarmee de andere klant (de eindklant) benadeeld.

Uit het onderzoek van RTLZ blijkt dat restauranthouders een klant kunnen bellen naar aanleiding van een lage recensie en een compensatie kunnen bieden om deze recensie in te trekken. De vraag waar in de artikelen rondom dit onderzoek niet bij wordt stilgestaan is: in hoeverre is het een probleem dat recensies achteraf kunnen worden aangepast?

Veel reputatie systemen zijn redelijk basic vormgegeven: een klant kan redelijk ongecontroleerd een reactie achter laten. Hoewel een recensie volgende klanten een signaal afgeeft over eerdere ervaringen van klanten is het natuurlijk wel goed om de kwaliteit en echtheid van recensies te borgen en de gerecenseerde een kans te geven om een reactie te geven en eventueel een gemaakte fout te herstellen. En dan zit je in een lastige tweestrijd: enerzijds wil je transparantie en anderzijds wil je ook iemand die een recensie heeft ontvangen de mogelijkheid bieden om iets recht te zetten.

Om verder in te zoomen op deze casus van Thuisbezorgd. Wat Thuisbezorgd in dit geval in mijn ogen beter had kunnen doen is:

  1. Thuisbezorgd kiest ervoor om het restaurant toegang te geven tot de contactgegevens van de klant die een recensie heeft achtergelaten. Even los van wat AVG/GDPR vraagstukken is het de vraag of dit een goede keuze is. En of Thuisbezorgd niet zelf als ‘mediator’ zou moeten optreden. Dat vraagt flink wat capaciteit van de organisatie met 15.000 recensies per dag, maar vertrouwen in het platform is key en dus echt wel wat waard. De restauranthouder is gebrand om een goede rating te hebben en het is dus niet vreemd wanneer klanten het gevoel hebben te worden geïntimideerd;
  2. Thuisbezorgd komt niet heel betrouwbaar over door eerst te ontkennen en na bewijs aan te geven een onderzoek in te stellen. Recensie systemen zijn nooit 100% waterdicht en dit soort praktijken moeten intern bekend zijn. In de reactie van Thuisbezorgd had dus best wat zelfreflectie en inzicht in de keuzes die worden gemaakt gepast. Thuisbezorgd heeft sowieso wat problemen met transparantie. Zo werd een woordvoerder onlangs bij Radar geconfronteerd met het gegeven dat je als restaurant flink moet betalen om bovenaan de zoekresultaten te staan, terwijl de klant geen onderscheid tussen organische en betaalde resultaten ziet. Dit draagt niet bij aan het vertrouwen. Al ben ik overigens wel heel benieuwd hoe de gemiddelde gebruiker hier tegenaan kijkt. Ik denk echt dat het gemak van de app hier wint, maar er is natuurlijk wel een omslagpunt. 1.   En daarnaast: veel keuzes zijn naar buiten prima uit te leggen. Zo ook de keuze om wel of niet restaurants toe te laten die als ‘ghost kitchen’ fungeren en waar je dus niet kunt eten. Voor beide kanten valt iets te zeggen, zolang je er maar transparant over bent.

Hoe zou een ideaal recensie systeem er dan uitzien? Even wat losse ideeën die volgens mij een prima basis vormen:

  1. Een recensie kan alleen geplaats worden door een klant die ook daadwerkelijk een transactie met de gerecenseerde heeft gedaan;
  2. Het platform neemt de lead bij geschillen en treedt als mediator op. Contactgegevens van vraag en aanbod worden in basis niet onderling gedeeld;
  3. Wanneer een geschil achteraf wordt opgelost, dan komt dit ook bij de recensie te staan. Iets van ‘het geschil is naar tevredenheid van beide zijden bijgelegd’. Zo is publiekelijk nog wel te zien dat er een geschil is geweest, maar voor mij als klant is het ook fijn om te zien dat als er iets is, het blijkbaar naar tevredenheid wordt opgelost;
  4. Het platform houdt een benchmark bij van het aantal slechte recensies of geschillen. Op het moment dat een aanbieder naar ratio bovengemiddeld veel slechte recensies ontvangt, dan is een gesprek gewenst. Hiervoor moet het platform wel transparant zijn in de voorwaarden;
  5. Het platform heeft een bijsluiter op de website staan waarin het systeem wordt uitgelegd. Iedereen heeft begrip dat er spelregels zijn, zolang deze maar transparant zijn.

Een van de beste partijen die ik ben tegengekomen met betrekking tot recensies is het Nederlandse platform ‘Meeting Review’. Zie hier een interview dat ik in 2016 met een van de oprichters had.

Worker-Owned Apps Are Trying to Fix the Gig Economy’s Exploitation – VICE

Worker-Owned Apps Are Trying to Fix the Gig Economy’s Exploitation – VICE

Eerder deze maand was ik in New York voor een congres over platform coöperaties: een ontwikkeling die ik nu al een jaar of 5 volg en waar ik eerder een paper en verschillende video’s over deelde.

Dit artikel in Vice geeft een mooi overzicht van een aantal succesvolle platform coöperaties en hun beweegredenen. Ik zie veel aandacht voor worker coöperaties die op de een of andere manier zelf gaan investeren in technologie. De volgende quote van Danny Spitzberg (a user experience researcher who helped develop Up & Go) is belangrijk in de ontwikkeling van deze platformen:

“To get a project like this off the ground, it helps to see platforms as digital equipment rather than things with a life of their own. In the case of Up & Go, the platform built on an existing cooperative organizing model and many years of building relationships.”

Oftewel: een platform zien als een digitale tool die intapt op (bestaande) communities. Want dat is natuurlijk in de kern wat een platform is: een stuk software om de inzet van arbeid beter te organiseren. En door in te tappen op bestaande communities / coöperaties benut je juist een unieke asset die startup platformen niet hebben: een bestaande, dedicated groep aanbieders en vragers waar ook onderling een gevoel van verantwoordelijkheid heerst. En dat is een van de elementen van de succesformule van een platform coöperatie.

Big Tech’s Toughest Opponent Says She’s Just Getting Started – The New York Times

Big Tech’s Toughest Opponent Says She’s Just Getting Started – The New York Times

Het is interessant om te volgen welke rol Europa heeft in het debat rondom technologie. Hoewel het merendeel van de platformen niet uit Europa komt, is het wel Europa die als eerst kwam met discussies rondom technologie en publieke waarden. AVG/GDPR heeft een standaard gezet in de wereld rondom (bewustwording rondom) privacy. En hoewel de discussies rondom technologie en publieke waarden eerst alleen in Europa plaatsvonden, zie ik de laatste maanden steeds meer berichten uit de VS rondom dit onderwerp.

Een ander onderwerp waar Europa een debat heeft aangezwengeld is deze rondom marktmacht en dus mededingingsrecht. De Deense Margrethe Vestager heeft hier een belangrijke rol in gespeeld. Dit artikel geeft een mooi overzicht van haar werk en plannen voor de toekomst. Want plannen voor de toekomst, die heeft ze zeker.

Een van de zaken waar de mee bezig is: “Some of these platforms, they have the role both as player and referee, and how can that be fair?” she asked. “You would never accept a football match where the one team was also being the referee.” Hier gaat het om de voorbeelden waar het platform zowel aanbieder als marktmeester is.

Een ander fragment: “Ms. Vestager said Europe had a different view of technology than the wide-open policies of the United States and government control of China. Europe, she said, must forge its own approach.” Of zoals ze eerder een keer zei: buitenlandse platformen zijn meer dan welkom in Europa, zolang ze het spel maar spelen volgens onze voorwaarden. Ook in dit artikel doet ze een soortgelijke uitspraak: “Market forces are more than welcome, but we do not leave it to market forces to have the final say,” she said. “Markets are not perfect.” En zo is het maar net. Voor veel oplossingen wordt naar mijn mening nog te veel naar de markt gekeken. Alleen is het zelfregulerende vermogen van een markt over het algemeen beperkt. En ligt er dus een grote verantwoordelijkheid bij beleidsmakers om de regels van het spel te bepalen. En te handhaven. Laten we die laatste niet vergeten….

Our personal data needs protecting from Big Tech | Financial Times

Our personal data needs protecting from Big Tech | Financial Times

Ik zit de laatste tijd steeds vaker in discussies over data. En dan vooral in discussies over hoe gebruikers meer controle kunnen krijgen over hun data. Zo zat ik pas in een sessie over ‘Fair Health Data’ met een aantal afgevaardigden van het Finse Sitra (check die club!) en had ik in New York gesprekken over data coöperaties. Een goede zaak: de bewustwording over verantwoorder data gebruik en eigenaarschap groeit. Langzaam, te langzaam, maar oké. In dit stuk:

“There is one elegant way to deal with the problem — a public databank, which would be regulated by democratically elected governments. They should decide who is allowed access to citizens’ digital data, and for what purpose it can be collected. Individuals should also be able to see what companies do with their data, and transfer it as and when they like. All key existing civil rights and fairness legislation should automatically apply to such information.

Such a public data cache could be accessed by properly regulated private sector companies of all sizes. That’s an approach being considered in parts of Europe, and in Canada, where the government of Toronto has decided that data gathered by Google for its Sidewalk “smart city” should be in a public bank.”

In de media

Platformeconomie: dit is het en zo doe je mee

Platformeconomie: dit is het en zo doe je mee

Op 9 December sta ik op het podium bij het ‘Regio Zwolle Congres‘. Het thema van dit jaar: ‘hyperflexibel ondernemen in de platformeconomie’. In de aanloop naar het congres werkte ik mee aan een nog te verschijnen regio Zwolle monitor over platformeconomie en werd ik geïnterviewd voor het Zon magazine.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Hoe platformen niet alleen kosten verlagen, maar ook verleggen | Hoe een Zweedse vakbond wél met platformen door een deur kan | Exit to community: niet eens een gek idee | Hoe de reputatie van Softbank langzaam afbrokkelt

Goedemorgen! Afgelopen week deelde ik een longread die ik schreef bij een podcast die ik maakte over de Zweedse vakbond Unionen. Over hoe een vakbond en platformen prima door één deur kunnen. Vorige week ook een mooie sessie over platformwerk bij de SER gehad, waar nogmaals uit bleek dat dé platformwerker niet bestaat. En dat het debat er niet eenvoudiger op maakt. Ook op het congres van ICTRecht een presentatie gegeven over platformwerk en een aantal juridische vraagstukken belicht. De slides vind je hier. Intussen gaan de voorbereidingen voor mijn nieuwe onderzoek voor 2020 ook verder, binnenkort kan ik de eerste partners bekend maken en meer info delen over wat ik nu precies ga doen. Voor nu: fijne week!

One collective agreement after the other, Swedish Unionen is leading the way in how to approach platforms. – Martijn Arets

One collective agreement after the other, Swedish Unionen is leading the way in how to approach platforms. – Martijn Arets

Platformen en vakbonden vormen over het algemeen nog geen fantastisch huwelijk. Maar het tij lijkt te keren. De eerste vakbonden hebben collective agreements met platformen afgesproken, vakbonden en platformen experimenteren samen hoe goed te doen voor de worker en er wordt gekeken hoe platform specifieke technologieën kunnen worden ingezet for the benefit of the worker. Een van de vakbonden die hierin voorop loopt is het Zweedse Unionen: de grootste vakbond van Zweden. Unionen heeft al enkele CAO’s met platformen afgesproken en onderzoekt onder andere hoe collectieve afspraken kunnen worden hardcoded in de algoritmes van de platformen. In Stockholm sprak ik Victor Berhnardz, Ombudman for Digital Labour Markets bij Unionen over de Zweedse context van vakbonden en hun platform strategie. In dit artikel de meest interessante highlights en schets ik ook de unieke context van het Zweedse vakbond systeem. Het gehele gesprek is terug te beluisteren als podcast.

The SoftBank Effect: How $100 Billion Left Workers in a Hole – The New York Times

The SoftBank Effect: How $100 Billion Left Workers in a Hole – The New York Times

Je zult het al vaak hebben gehoord: platformen verlagen transactiekosten. Hierdoor worden bestaande transacties goedkoper en kunnen markten groeien. En kunnen transacties waar het voorheen economisch niet uit kon om deze te laten plaatsvinden toch plaatsvinden.

Wat je minder hoort is dat platformen naast verlagen ook transactiekosten verleggen. En dat is opmerkelijk. Zo is de deelauto op SnappCar goedkoper dan een huurauto, maar dit komt ook voor een groot deel doordat de arbeid die bij de transactie gepaard gaat (communicatie, schoonmaken, uitgifte, inname, aftanken, etc.) bij een verhuurbedrijf nu door de verhuurder wordt opgevangen en niet direct in de prijs wordt doorgerekend. Ook de huurder heeft meer ‘verborgen kosten’ binnen de transactie.

Bij transactiekosten gaat het niet alleen om de harde euro’s, maar ook om andere ‘kosten’ als risico. Deze wordt misschien door data en technologie verlaagd, maar ook verlegd naar de gebruikers. Waar een autoverhuurbedrijf de afweging wat betreft risico, maar ook de berekening mbt afschrijving, laat uitvoeren door professionals binnen de organisatie, is het bij veel platformen aan de gebruikers om de afweging te maken of een transactie uit kan en of het risico acceptabel is.

Al sinds het begin zet ik dan ook een fikse kanttekening bij het exponentiële model dat we eerder bij platformontwikkelingen zagen. Zo kon Uber het grootste taxibedrijf ter wereld worden, zonder te hoeven investeren in auto’s en zonder de risico’s van de chauffeurs te hoeven dragen. Maar die auto’s die rijden wel rond. En toen het gebruik groeide, was het afwachten tot de eerste ongelukken, moorden en andere nare gebeurtenissen. Alleen is het nu niet de organisatie, maar het individu die het risico draagt en moet bedenken of de activiteit economisch verstandig is.

Ook zaken als wachttijd, risico op geen werk, onzekerheid in tarieven en meer wordt naar de gebruiker (en in veel gevallen de aanbieder) verlegd. Het platform kan 24/7 experimenteren en het model finetunen, maar wel op rekening van de gebruiker. Leuk een A/B test met tarieven, maar er is altijd een half van de test die de rekening betaald.

Een partij die meester is in het verleggen van de risico’s en de rekening is Softbank. Een Japans investeringsfonds met meer dan 100 miljard dollar dat in deze nieuwsbrief al vaker voorbij is gekomen. Softbank investeerde in veel grote platformen met een strategie door een platform te overladen met geld om snel te kunnen groeien en snel een leidende positie in deze markt te kunnen verwerven. Mocht je meer over de achtergrond en strategie van Softbank willen weten, dan is de podcast aflevering ‘Unicorn Cowboy’ van ‘Planet Money’ echt een aanrader.

In dit artikel lees je een analyse van de strategie van Softbank en de manier waarop het investeerde in vele concepten die grote risico’s verlegden naar de gebruikers. En daar veel problemen mee hebben veroorzaakt. “SoftBank poured money into start-ups that use armies of contractors. That has upended the lives of drivers, hotel operators and real estate agents around the world.”

Ik denk dat de berichten rondom Softbank en de tegenvallende resultaten van enkele platformen na beursgang duidelijk maken dat sommige platform modellen uiteindelijk de transactiekosten minder verlagen dan verwacht om het een echt lucratief businessmodel te maken en in veel gevallen vooral transactiekosten verleggen naar een kwetsbare doelgroep en in sommige gevallen meer kwaad dan goed doen.

Ik denk dat we nu (heel langzaam maar zeker) op het moment zijn aangekomen waar we ons niet meer te hoeven laten sturen door de hype, maar met een nuchtere no-nonsense blik naar de ontwikkelingen kijken.

Dat vraagt ook een meer no-nonsense aanpak door platformen. Ik denk dat het goed is dat platformen daar meer volwassen in worden. Net als andere stakeholders die zullen moeten worden. En dat het tijd wordt dat verschillende stakeholders afspraken gaan maken om de belangen van gebruikers te beschermen.

Een paar willekeurige suggesties:

  1. Bewustwording van de impact van experimenten met gebruikers op de impact die dit kan hebben op deze gebruikers. Lessen leren (en waardering opstuwen) op rekening van de gebruikers is niet altijd een goed verantwoord idee;
  2. Platformen hebben de keuze om het aanbod op het platform te beperken. Op het moment dat er beperkte vraag is maar veel aanbod wordt iedereen daar slechter van. Platformen moeten intussen wel de ervaring hebben om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, waardoor een stuk inkomens onzekerheid voor aanbieders ook kan worden teruggedrongen;
  3. Transparantie is (opbouw van de) prijs en kosten;
  4. Afspraken over kosten (commissie) en vergoedingen en dat deze bijvoorbeeld maar x-procent per x-periode mogen veranderen;
  5. Een bijsluiter waarin staat wat de variabelen zijn op basis waarvan een algoritme keuzes maakt.

Dit omdat ik er van overtuigd ben dat we alleen de maximale potentie uit de platformeconomie kunnen halen op het moment dat het voor alle stakeholders werkt. En laat dat net nu juist de hoofdvraag zijn waar mijn verkenningen van de platformeconomie in 2012 mee is begonnen.

How California’s new gig economy law could put freelancers out of business

How California’s new gig economy law could put freelancers out of business

Ik hoor best vaak de vraag of er geen aparte categorie ‘platformwerker’ in het arbeidsrecht moet komen. Dat lijkt mij een redelijk slecht en onmogelijk idee. Alsof een werkende op eens andere rechten moet hebben omdat de match tussen vraag en aanbod opeens door een digitaal platform wordt gedaan? Ik zie dit dan ook meer als een poging om een bestaand systeem dat blijkbaar niet meer werkt op te lappen. Met als grootste risico (en meest waarschijnlijke scenario) dat je het voor een paar mensen goed probeert te doen en intussen op een andere plek nog meer mensen in de problemen brengt.

Dat oplappen met onbedoelde gevolgen, daar gaat dit artikel rondom de AB5 regulering in California over. Waar de nieuwe wet platformwerkers moet beschermen, is er een hele andere categorie die door de nieuwe wet zijn werk niet meer uit kan voeren. Dit artikel is dan ook een interessante casus om door te lezen en van te leren voor iedereen die wel eens nadenkt over of we een oud iets op moeten lappen. Of echt fundamenteel terug moeten naar de tekentafel. Wat dat betreft kijk ik uit naar het rapport van de Commissie Borstlap begin volgend jaar.

Startups Need a New Option: Exit to Community – The Internet of Ownership

Startups Need a New Option: Exit to Community – The Internet of Ownership

Interessante food4thought. Voor veel startups is de exit een doel op zich. Een exit naar een beursgang of worden overgenomen door een bestaande onderneming. Nathan Schneider schetst in dit stuk een interessant alternatief: exit to community. Oftewel: het bedrijf/platform verkopen aan de gebruikers.

Natuurlijk zijn er veel plussen en minnen aan een model als deze en zal het per case verschillen of dit een geweldig of vreselijk idee is. Wat ik belangrijk vind is dat er breder wordt gekeken naar dit soort modellen dan nu het geval is. En dat begint bij educatie. Waar nu voornamelijk de ’traditionele’ modellen worden onderwezen denk ik dat het belangrijk is om ook de alternatieve modellen in de lesstof mee te nemen. Want hoe wil je anders verwachten dat een ondernemer constructies als een coöperatie of een Steward Ownership Model overweegt? Wat niet weet…. wat niet doet 😉

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Er is ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

One collective agreement after the other, Swedish Unionen is leading the way in how to approach platforms.

Platforms and labor unions don’t usually form a great marriage, but the tides are turning slowly. The first labor unions have formed collective agreements with platforms. Parties from both sides are starting to cooperatively experiment how to improve the wellbeing of workers, for example, in how platform specific technologies can be used. A labor union that leads the way is the Swedish Unionen, Sweden’s largest labor union. Unionen has already reached some collective agreements with platforms and has ongoing research in eventually hardcoding collective agreements in platform algorithms. I met Victor Bernhardtz, Ombudsman for Digital Labour Markets at Unionen, in Stockholm to talk about the Swedish context of labor unions and their platform strategy. This article contains the most interesting highlights, whereas the full interview has been made available as a podcast.

Platform work: a new phenomenon?

A common conception in discussions about platforms is that we’re talking about a new phenomenon. Although platforms do add new and unique elements to the matchmaking process, they are essentially no more than just a digital layer on top of existing processes, including their pros and cons. Victor can’t be fooled too easily, “No one in Sweden is crying out like, ‘oh, look at this new phenomena, we probably need new legislation.’ Our main question was: how does this fit into our general Swedish model of organizing the labor market and unions? We quite quickly came to the realization that we should probably sign collective bargaining agreements with these platform firms. These firms could bring productivity gains through their business models. And we as representatives of the white-collar private sector, we should engage with those actors. We don’t need new legislation. We don’t need new definitions of work. We don’t need to create new collective bargaining agreements, because this isn’t a new sector. This is just a new business model within existing sectors. 

The Swedish context

Within the context of Unionen it is important to realize that 67% of the Swedish workers is a member of a labor union and 90% of all the work is covered under some collective agreement. These high figures can be explained by the fact that welfare benefits are paid by labor unions according to the ‘Ghent System’ which is in power in Sweden. Wikipedia states the following regarding this model:  

“The Ghent system is the name given to an arrangement in some countries whereby the main responsibility for welfare payments, especially unemployment benefits, is held by trade/labor unions, rather than a government agency.

The system is named after the city of Ghent, Belgium, where it was first implemented. It is the predominant form of unemployment benefit in Denmark, Finland, Iceland and Sweden. Belgium has a hybrid or “quasi-Ghent” system, in which the government also plays a significant role in distributing benefits. In all of the above countries, unemployment funds held by unions or labour federations are regulated and/or partly subsidised by the national government concerned.

Because workers in many cases need to belong to a union to receive benefits, union membership is higher in countries with the Ghent system. Furthermore, the state benefit is a fixed sum, but the benefits from unemployment funds depend on previous earnings.”

Moreover, the relative soft regulations on labor give labor unions great freedom to make quick and versatile agreements. Victor, “there are very few legislations that restrict the organized labor market. The labor market is regulated by employers organizations and the unions. The legislation that exists, is also dispositive in some sense. As actors on the labor market, we can choose to negotiate and circumvent the legislation. This the purpose of the legislation: if we find a better deal between ourselves, it will be better than a Parliament restricting or stipulating how we should function. And this of course creates a basis on which we approach the platform economy, which is unlike the situation in many other countries.” An interesting approach explaining a different attitude towards the government. As Victor profoundly sums up, “Legislation takes away bargaining power from unions”.

Timing of regulation is key, but a union isn’t obligated to wait for regulation

Much is being said about specific platform regulation. I am, for several reasons, on the conservative side:

  1. Many issues at hand could perfectly be solved under existing regulations. This requires unclear regulations to be clarified and to be maintained;
  2. Platform specific regulation could set digital mediators back against traditional ones. Digital mediators could become susceptible to higher regulatory pressure, worsening their competitive position;
  3. Platform specific regulations could as well disturb innovation and competition within the world of digital mediators. The threshold to enter could become higher, and would reinforce the ‘power’ of current players on the market;
  4. The knowledge level among almost all stakeholders still falls short to reach the core of what is new and what are platform specific challenges and opportunities to form sound regulations. Here is a lot of work to do. Moreover, there is still relatively little research done on the impact of digital mediators, and I consider it wise to first direct our focus towards this issue.

Hence, I would rather experiment more to discover how the positive elements of platforms can be enhanced and undesired side-effects can be minimized.

Based on the Swedish context, it is no wonder that Sweden has a different stance on regulation than countries not working with the Ghent system. Victor states, “If you regulate too early, you might create a regulation that doesn’t really solve any problems, but creates loopholes instead. If you regulate too late, you risk ending up in a bad situation. We would basically have to legislate a de facto situation. Collective bargaining on the other side is completely flexible. You could just say, okay, let’s sign a new deal and if nessesairy you can negotiate again. Let’s go over this component, that didn’t really work. Let’s hit the negotiating table again and see how we can do better solving this. We’ve always advocated for that towards our friends, because we see it as legislation. Also, legislation takes the bargaining power away from unions. I mean, it lessens our importance. And I think, when dealing with the platform economy strategically, we should really consider what might be the wisest way.”

Ways labor unions and platforms could strengthen each other

A growing number of labor unions close deals on collective agreements with platforms. The Danish labor union 3G has a (somewhat dubious, but more on that in another blog post) collective agreement with Hilffr, a platform for domestic services. And the Austrian labor union Vida recently came to a collective agreement specially targeted on bicycle deliverers.

Meanwhile Unionen has sealed 3 collective agreements with different platforms. Victor elaborates, “None of the 3 collective agreements with platform companies in the private sector came together via conflict or strikes. All via dialogue, none via court. Wage costs for example, which is a hot topic in gig economy, is not on the table as something that’s a problem. The problems are mainly technical. How do we make sure that we comply with the collective bargaining agreement through our automated process of intermediating work.

This is also where I see us and platforms operating together futurewise: in automating more parts of collective bargaining agreements when you look at work safety. What if you could implement in the app that whenever you end up somewhere as a platform worker, that you will get a notification saying, ‘This workplace has been properly safety checked, with a date sign by this and this person, who is a union representative.’ I mean, there are many of these things related to compliance, making it easier to do the right things.

By digitalization, we can make this process probably more efficient. And since we have such a long-standing tradition in Sweden, employers and unions are readily collaborating on solving issues on the labor market. I think that we will probably reach the point where we will see ourselves developing compliance with collective agreements, through business models that are semi- or fully automated on how to go about. We also need to get the technical knowledge within our organization, to have a level playing field in the discussion with the platforms. 

One way of thinking could be in us setting up some kind of joint venture with employer organizations on how to solve this. That will then become a company or an NGO, an entity which task it is to solve this, funded by employers and employees unions collectively. This would be one way of doing that. And again, since we have such a long-standing cooperation, dialogue through these things is made easy. Of course, it is to the benefit of the platform firms. They don’t have to worry about strikes and conflict, and we see that our members work in productive companies, which means that they can keep their job, with an increasing expansion in the availability of jobs. It’s really a win-win situation.”

Not the consumer, but business as client. That makes the difference.

Much of the turmoil around platforms is about the transaction platforms facilitate between the individual supplier and a consumer as client, where the consumer constitutes one of the worst possible employers. The working conditions in this kind of service sectors (i.e. domestic services, food delivery, taxi, etc.) were already poor before the platforms became intermediary actors. Which surely isn’t an excuse to continue in the same manner with platforms.

What makes the case of Unionen interesting as well, but different from most regular cases, is that white collar platforms usually have businesses as client. They have very different conditions than when the consumer is client. Victor, “If you want to be a serious actor in the Swedish labor market, you have to be on the inside of the partner model. You have to have a collective bargaining agreement and you have to have a collaboration with the union. This is the standard in Sweden. Many medium-sized to large companies require you to be part of a collective agreement. If not, they won’t do business with you.”

Trade Unions: wake up!

If I had to select one message that stood out in the chat with Victor, and earlier conversations with his colleagues, it is that trade unions have to move along with the times. Victor puts it like this, “We can’t just pretend that what was working 10 years ago, is going to be efficient in 10 years from now. That can’t be our mission. I think we must make sure that our members can find secure well-paid work, also in the coming 10 years. That might mean that it needs a shift in jobs because of the industry.” This approaches the fundamental value of labor unions. A very different sound than the traditional defensive message where people try to push a square peg in a round hole.

Conclusion

It is wonderful to see how open Unionen approaches the debate. Although it is of value to emphasize the context in which Unionen operates from a relative fortunate position. The labor union represents the ‘white collar’ workers. Workers with a free choice for whom they would or would not like to work, especially during an economic upturn. It is still questionable if relations will remain as relaxed during a depression.

The real friction between labor unions and platforms usually takes place in the blue-collar sector; a target group outside the scope of Unionen. Moreover, the collective agreements made so far are only with national platforms, but there still is no grip on non-Swedish platforms. There also isn’t yet any urgency to do so for this white-collar trade union, but I’m curious to see in which measure those actors will conform themselves with a national standard. A standard that is under high pressure with companies by the likes of Spotify, making their own internal agreements with their employees irrespective of labor unions. And although the Ghent system sounds as an ideal scenario for labor unions, real life shows that the system offers no reason to lean back. For a more in-depth read on this, I suggest the paper: “The end of the Ghent system as trade union recruitment machinery?”

All of this doesn’t diminish the fact that the approach of Unionen has something unique. Even in an exceptional context, Unionen’s approach is a unique example of how one could do well with a dialogue and social pressure. Hence, a great example for other trade unions considering the development of a realistic and constructive strategy towards platforms and work.

Hoe de Fairwork score laat zien hoe ‘fair’ platformen hun workers behandelen | Welkom in de ‘rental revolution’? | Airbnb haalt bakzeil in Jersey City | Wat zeggen de cijfers van Uber en Lyft over de toekomstkansen?

Goedemorgen! Afgelopen week was ik in New York voor een mooi congres over platformcoöperaties. Een tijd geleden schreef ik er al een blog en een paper over. Op het moment dat je deze nieuwsbrief ontvangt zit ik (als het goed is) nog in de lucht op weg naar Nederland. Het was weer een mooie ervaring. Dit soort expedities brengen mij weer buiten mijn eigen bubbel (ok, weer in een andere bubbel) en is een mooie manier om veel te leren, nieuwe mensen te leren kennen en even het e.e.a. in mijn hoofd op een rijtje te zetten. Hoewel: er is ook weer een hoop onrust bijgekomen 😉 Ik ben in New York ook een aantal mensen tegengekomen die mijn Nederlandse nieuwsbrief met behulp van Google Translate al een aantal jaren blijken te volgen. Zij waren erg blij met de Engelse editie, waarvan deze week de tweede editie verschijnt. Volgende week is een longread en een podcast n.a.v. een interview bij de Zweedse vakbond Unionen klaar welke ik hier zal delen. Voor nu: fijne week!

Crowdfunding Xs4all haalt 2,5 miljoen euro op | Het Parool

Crowdfunding Xs4all haalt 2,5 miljoen euro op | Het Parool

Wie in Nederland woont heeft het niet kunnen missen: de succesvolle crowdfundingcampagne van ‘Plan B’: een initiatief die een nieuwe internetprovider met de waarden van XS4ALL wil oprichten. Binnen 4 dagen werd het maximale bedrag van 2,5 miljoen Euro bijeengebracht door 3.112 investeerders. Een waanzinnige prestatie.

De motivatie: “Ondanks protesten van meer dan 54.000 mensen gaat XS4ALL verdwijnen. Terwijl er juist nu behoefte is aan een provider die werkt aan innovaties, die beschermt tegen dataroof en die klanten niet als melkkoe ziet. Daarom starten wij nu een nieuwe provider, waar vrijheid, privacy, innovatie en veiligheid centraal staan. Wil jij helpen het monopolie van de grote providers te doorbreken? Word dan lid!”

Deze actie laat de werkelijke kracht van crowdfundingplatformen zien en hoe de crowd zich kan organiseren rondom een actualiteit. Die 2,5 miljoen is overigens het maximale dat ze zonder vergunningen konden crowdfunden. Ik vermoed dat ze heel wat meer geld op hadden kunnen halen. Maar aan de andere kant: je moet ophalen wat je nodig hebt. Want uiteindelijk moet alles met rente terugbetaald worden en te veel geld ophalen betekent ook een onnodige rentelast.

De continuïteit van Plan B (de echte naam wordt deze week bekend gemaakt) is geborgd middels een stichting waar de aandelen worden ondergebracht. Dit punt is erg belangrijk in de propositie, omdat XS4ALL destijds ook is verkocht aan KPN. Het bestuur van de stichting heeft twee belangrijke taken (=kopie tekst van crowdfunding pagina):

  1. Toezien op het naleven van ons corporate charter. Houden wij ons netjes aan de afspraken omtrent onze doelstellingen? Het corporate charter is vanaf 11 november na te lezen op onze website;
  2. Bij winst uit de onderneming zal de stichting acteren als een fonds waaruit initiatieven voor innovatieve en/of maatschappelijke oplossingen met betrekking tot het internet gefinancierd kunnen worden.

Wat mij wel verwonderd is dat naast of na de campagne geen campagne loopt waar mensen zich als nieuw lid kunnen inschrijven en als het ware al toestemming geven om over te stappen zodra het nieuwe initiatief live is. Het zal nog wel even duren voordat het nieuwe initiatief start en ik denk dat het goed was geweest om op het positieve momentum mee te liften om al nieuwe leden te werven. Ik wilde bijvoorbeeld investeren en was te laat, maar had mij graag als toekomstige klant aan het initiatief verbonden. Want ik heb, zoals ik vermoed bijna iedereen, echt geen enkele band met mijn internetaanbieder thuis. En daar kunnen ze nog beter op inspelen.

Fairwork Foundation’s First Annual Report Released! – Fairwork

Fairwork Foundation’s First Annual Report Released! – Fairwork

Ik schreef al eerder over het Fairwork project, welke is geïnitieerd door onderzoekers van het Oxford Internet Institute. Met een score willen zij inzichtelijk en transparant maken in hoeverre platformen hun best doen om alles goed voor de platformwerkers te regelen. Onlangs brachten zij een rapport uit en afgelopen week sprak ik in New York de (mede)initiatiefnemer van dit project Mark Graham. Voor mij was dat aanleiding om wat verder in het project te duiken.

Een platform kan maximaal 10 scoren op de Fairwork index. De index kent 5 principes: Fair pay, Fair conditions, Fair contracts, Fair management en Fair representation. Per principe zijn twee punten te verkrijgen. Het eerste punt wordt verdiend door de basis op orde te hebben. Het tweede punt krijgt het platform op het moment dat het ook echt iets extra’s doet voor de platformwerker.

Een score krijg je als platform niet zomaar: er zit een grondige (wetenschappelijke) benadering achter de score:

“The project uses three simultaneous approaches to effectively measure fairness at work.

The process starts with desk research to ascertain which platforms are operating in each city, as well as noting the largest and most influential ones. This provides the overall range of the platforms that are ranked, as well as identifying points of contact or ways to access workers. Desk research also flags up any public information that could be used to score particular platforms (for instance the provision of particular services to workers, or ongoing disputes).

The second method involves approaching platforms for interviews. Interviews involve meeting with a platform manager and asking them to provide evidence for each point on the Fairwork ranking. This provides insights into the operation and business model of the platform, while also opening up a dialogue through which the platform could agree to implement changes based on the Fairwork principles. In cases where platform managers do not agree to interviews, we limit our scoring strategy to evidence obtained through desk research and worker interviews.

The third method is interviewing platform workers directly23. A sample of between 6-10 workers is interviewed for each platform. Workers are approached either through the platform directly or at known worker meeting points. These interviews do not aim to build a representative sample, but rather to confirm or refutethat policies or practices are really in place on the platform.

This threefold approach provides a way to cross-check the claims made by platforms, while also providing the opportunity to collect both positive and negative evidence from multiple sources.”

Het is om een score te verkrijgen dan ook van belang dat alle stakeholders meewerken. Volgens de onderzoekers levert een score voor iedere stakeholder iets positiefs op:

  • Workers who can use them to negotiate for better working conditions.
  • Regulators who seek benchmarks against which to evaluate platforms.
  • Consumers and clients who seek to make more informed decisions about how they spend their money.
  • Companies who want to highlight how the jobs they create are better than those of their competitors.

Door met de score aan de slag te gaan vermoed ik dat er ook veel meer bewustwording bij alle stakeholders komt. En alleen dat al is een mooi resultaat.

In het rapport lees je naast alles wat je wilt weten over de score ook over de resultaten voor Zuid-Afrika en India. Komend jaar komen hier nog een aantal landen bij, waaronder Duitsland. Nederland staat helaas nog niet op de planning, mogelijk in een volgende fase. Ook wordt er nagedacht hoe dit model, dat aardig arbeidsintensief is, schaalbaar te maken. Het zou mooi zijn wanneer een score als deze een internationale standaard kan worden en zowel platformen als klanten kan motiveren om een stapje extra te doen.

Ik ben onder de indruk van hoe grondig onderzoek wordt gedaan voordat een platform een score krijgt en ben in grote lijnen het eens met de gemaakte keuzes. Het is een uitdaging om dit model schaalbaar te maken en de continuïteit te borgen. Ieder jaar zal ieder platform door ‘de molen’ gaan en mijn voorspelling is dat het aantal platformen per land niet minder zal worden. De initiatiefnemers zullen hier een aantal keuzes in moeten maken. De meting eenvoudiger maken zal niet snel gebeuren: de grondigheid is essentieel voor het vertrouwen. Er zal moeten worden gezocht naar een ‘businessmodel’. Wil je een score als deze internationaal neerzetten voor de komende tien jaar dan zal er ergens geld vandaan moeten komen. Een mogelijkheid is om lokale instituties (bijv. vakbonden) de score te laten adopteren, al zit je dan nog steeds met een executie probleem. Daarnaast wil je dat de score onafhankelijk is. Wat een idee is om naar het ‘Great Place To Work’ onderzoek te kijken en te leren van hoe zij in ieder land middels een franchisemodel lokale ‘nodes’ hebben die zelfstandig onder de paraplu van de moederorganisatie opereren en additionele dienstverlening ontwikkelen die de schoorsteen laten roken.

As Uber And Lyft Promise Profits, A Look At The Market’s Reaction | Crunchbase

As Uber And Lyft Promise Profits, A Look At The Market’s Reaction | Crunchbase

Hoe gaat het nu met Uber en Lyft? Het prettige is dat nu beide platformen beursgenoteerde ondernemingen zijn dat zij regelmatig cijfers publiceren die openbaar zijn. Bijna nog prettiger is dat er dan ook mensen zijn die hier in duiken en interessante analyses maken. Zo als in dit Crunchbase artikel.

Wat mij vooral opviel dat zijn de diepe zakken die zowel Uber als Lyft nog hebben: “Uber reported “[u]nrestricted cash and cash equivalents were $12.7 billion” at the end of Q3. Lyft’s tally is over the $3 billion mark at the same point in time. The firms can therefore self-fund for ages; there’s little risk of either company running out of cash.”

Mocht je zin hebben om verder de cijfers in te duiken, dan raadt ik je aan om het hele artikel te lezen. Voor wie daar geen zin in heeft is vooral de conclusie interessant:

“We’re seeing Lyft tout its product focus and slimmer losses as advantages. And Uber is putting its money into other businesses and a global presence. We don’t know which method will prove more long-term lucrative, but we’re seeing two divergent bets on the ride-hailing market harden around their differences. It’s going to be a very exciting few years.”

Generation Rent: How Millennials are Fueling the Rental Economy

Generation Rent: How Millennials are Fueling the Rental Economy

Van bezit naar gebruik: je ziet dat consumenten steeds vaker producten ‘as a service’ afnemen. In dit artikel wordt gesproken over de ‘rental revolution’. Sommige experts voorspellen dat we straks niets meer zelf bezitten en alles toegang wordt. Zo ver wil ik niet gaan. Ik denk dat ‘as a service’ het beste werkt op het moment dat de ‘bezit’ variant niet effectief is. Zoals bij vervoer: ik heb een Volvo V70 die 95% van de tijd voor de deur staat en 9 van de 10 keer dat ik er in rijd, zit ik alleen in de auto. By far een van de minst efficiënte goederen die ik bezit. Wanneer er een ‘as a service’ oplossing komt waardoor ik wanneer ik alleen echt met de auto moet gaan een kleine auto mee kan nemen, wanneer ik met het gezin op pad ga een grote auto en met vakantie een nog grotere met trekhaak…  Dan zou ik open staan voor een andere oplossing. Een wasmachine zou ik minder snel huren. Onder de streep is dat niet goedkoper en ik ben best tevreden met 1 apparaat dat 10 jaar lang in mijn huis staat.

Op de vraag “waarom huren consumenten” zie je in dit onderzoekje onder 500 respondenten dat slechts 6 procent huurt om bewust minder te bezitten. Waarom wel? Dat zie je in onderstaande infographic.

Ik verwacht wel dat we steeds meer van dit soort constructies zullen krijgen. Ik ben voor, omdat hiermee de circulaire economie een boost krijgt. Deze gaan (imho) namelijk alleen werken wanneer de perverse prikkel van herhalingsaankopen (oftewel: het moet stuk gaan) wordt weggehaald en de fabrikant voor het gebruik wordt betaald. Dan ontstaat er een incentive om het product zo zuinig en duurzaam als mogelijk te maken.

Airbnb’s Loss in Jersey City Could Have Big Consequences for the Company Nationwide

Airbnb’s Loss in Jersey City Could Have Big Consequences for the Company Nationwide

“The bitter, multi-million dollar battle over home-sharing in Jersey City has come to an end — with Airbnb Inc. losing the fight.”

Als er iets is waar platformbedrijven in uitblinken, dan is het marketing. Maar ook de kracht van marketing is niet oneindig.

In Jersey City (New York) was afgelopen week een referendum over of vakantieverhuur aan banden moet worden gelegd. Het voorstel: o.a. maximaal 60 dagen (he, dat komt ergens bekend van voor) en verhuurders moeten een vergunning aanvragen bij de gemeente.

Airbnb pakte uit met een marketingcampagne van zo’n 4,2 miljoen dollar om het publiek te overtuigen dat deze regels niet nodig zijn. De hotel lobby spendeerde 1 miljoen om het tegenovergestelde verhaal te prediken.

Uiteindelijk stemde 70% van de inwoners vóór de nieuwe wet. Een pijnlijke nederlaad voor Airbnb. Uiteraard is het nu de vraag wat er gaat gebeuren. Ook Amsterdam heeft al jaren regels voor vakantieverhuur, maar heeft nog steeds de handhaving niet op orde. To be continued dus.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie.

Er is nu ook een Engelstalige nieuwsbrief, welke iedere twee weken wordt verstuurd.

Nieuw: een Engelstalige editie. Zegt het voort! | De evolutie van de doelen van platformen | Hoe transparant zijn platformen? | Hoe platformen werken buiten de Randstad extra aantrekkelijk kan maken | Platformwerk en uitdagingen voor belastingen

Goedemorgen! Afgelopen week lanceerde ik de eerste editie van mijn Engelstalige nieuwsbrief over de plattformeconomie: Platformtalks. Vanaf nu zal er dus ook een aparte tweewekelijkse editie verschijnen voor de niet-Nederlandstalige markt. Heb je internationale contacten die interesse hebben in platformen, stuur ze dan vooral door naar de inschrijfpagina.

In de Engelstalige nieuwsbrief zal ik voornamelijk stukken die al eerder in deze Nederlandse nieuwsbrief zijn verschenen publiceren. Voor jou als lezer van de Nederlandstalige editie verandert er dus niets.

Ook had ik vorige week mijn laatste dag bij de Universiteit Utrecht. De afgelopen twee jaar was ik parttime bij de onderzoeksgroep van Koen Frenken over platformeconomie aangesloten. Ik ben dankbaar voor de mooie kansen die ik heb gekregen en zal vanaf nu weer 100% als onafhankelijk onderzoeker de platformeconomie verkennen. Voor 2020 heb ik een heel interessant onderzoek gepland, daarover later deze maand meer.

Komende week zal ik in New York het congres “Who Owns the World? The State of Platform Cooperativism” bijwonen. Hier wil ik alles leren over data platform coöperaties en ik heb al flink wat afspraken staan. Fijne week!

Platform Talks | Revue

Platform Talks | Revue

“The platform economy gets so much media attention, but what is really going on? In this bi-weekly newsletter, I’ll select the 5 best or most disputable articles and serve them well-seasoned with my opinions and insights.”

Ik zou het op prijs stellen wanneer je deze link door wilt sturen naar jouw internationale netwerk met interesse voor de platformeconomie. Als abonnee van de Nederlandse editie weet je wat je Engels sprekende collega’s kunnen verwachten. Inschrijven kan via deze link. Dank alvast!!

Cities and states are putting out the welcome mat for remote workers – MarketWatch

Cities and states are putting out the welcome mat for remote workers – MarketWatch

“Fed up with living in an expensive city or community? Eager to bring your stress level down? Interested in working hours you prefer and from your home? That may sound like a TV infomercial, but the fact is: working remotely in a low-cost area is becoming easier at a time when it’s also becoming more appealing.”

Ik wordt regelmatig gevraagd welke impact platformen kunnen hebben in niet stedelijke gebieden. Dit aangezien veel platformen, en dan vooral de platformen die een fysieke ontmoeting tussen vraag en aanbod faciliteren, het best werken op plekken waar juist heel veel mensen wonen.

De opkomst van platformen voor online werk zou een kans kunnen zijn voor gebieden die juist zitten te wachten op meer inwoners. Immers: de kosten voor levensonderhoud zijn een stuk lager dan in de dure stad en de omgeving is ook een stuk meer ontspannen, zeker wanneer je jonge kinderen hebt. En voor het werk maakt het niet uit waar in de wereld jij je bevindt. Het enige dat jij nodig hebt is een goede werkplek, snel internet en toegang tot snelwegen om voor die ene keer dat je fysiek ergens heen moet, dit goed te doen is.

Intussen zijn er in de Verenigde Staten ook een aantal steden die dit door hebben. Door het geven van subsidies en het creëren van een goed en inspirerend ecosysteem proberen zij deze ‘remote workers’ te lokken.

“Last year, Tulsa rolled out its Tulsa Remote initiative to lure new residents by offering them $10,000 grants for a year to work from there remotely, plus other benefits. Tulsa Remote provides co-working space for the year at 36 Degrees North, Tulsa’s base camp for entrepreneurs, and offers monthly meetups and workshops to develop skills and strategies for working remotely effectively. Program participants also have the option of living in a new, fully furnished apartment for a discounted rent, plus free utilities for the first three months.”

Slim. Ik verwacht dat dit soort aanbiedingen vooral interessant zijn voor workers die ook een gezin willen stichten. Het is dan ook wachten op de meer exotische delen op de wereld die een zelfde campagne gaan voeren om de goed verdienende crowdworker aan te trekken met een mooie belofte en met foto’s van mooie stranden.

Gig Economy | Improving the Federal Tax System for Gig Economy Work

Gig Economy | Improving the Federal Tax System for Gig Economy Work

De groei van het aantal zelfstandige professionals / ondernemers heeft een bijkomend effect waar ik tot voor kort nog niet over heb nagedacht: een mogelijke stijging van de transactiekosten van de Belastingdienst. Waar bij mensen in dienst bij een organisatie de (loon)administratie veelal centraal wordt geregeld, is dit bij freelancers decentraal. Een een stijging van deze categorie zorgt voor een meer decentrale aangifte, tenzij platformen hier een rol in gaan spelen. Daarnaast gaan individuen op meerdere manieren geld verdienen, wat de boel alleen maar meer complex maakt. En de roep om vereenvoudiging groter.

In dit stuk: “The growth of the gig economy has implications for tax policy. Many gig economy participants are treated as sole proprietors for tax purposes, which differs from how employee wages are treated in the tax system. Other gig economy workers are treated as landlords and assume responsibilities associated with reporting rental property income and expenses on their tax return. The attendant responsibilities gig economy workers face raises the cost of tax compliance and increases the risk that workers may not properly collect, report, and remit their tax obligations.”

Vooral interessant vindt ik de conclusie van het artikel:

“The flexibility and low barriers to entry associated with the gig economy has enticed millions of workers into independent contracting arrangements. Tax authorities have agrowing sense of the gig economy’s tax challenges. For example, the IRS recently created the Sharing Economy Tax Center to help gig workers understand their tax obligations.

While the federal tax system has the major pieces in place for gig economy participants to calculate their tax liabilities, policymakers have an opportunity to reduce the complexity associated with the current system. Paired with education efforts, lowering tax complexity would expand the gig economy’s benefits to workers who would otherwise avoid that kind of work while raising compliance for current gig economy participants.

When considering potential reforms, policymakers should weigh the trade-offs, such as departing from economic neutrality or adding administrative costs onto gig platforms. A multi-stakeholder approach involving taxpayers, platforms, tax authorities, and policymakers will be needed to ensure that gig economy work remains dynamic and provides opportunity for its participants.”

De complexiteit in 1 overzicht.
Uber is testing selling foodie experiences via Uber Eats – TechCrunch

Uber is testing selling foodie experiences via Uber Eats – TechCrunch

Platformen starten meestal smal in een bepaalde niche. Het voordeel van starten in een niche is dat je al je activiteiten kunt focussen op die ene ‘customer journey’ en daar steengoed in worden. In deze niche kun je ook makkelijker experimenteren en het model finetunen en een gebruikers base opbouwen die jouw merk vertrouwen. En dat is een basis waar je meer mee kunt. De volgende stap is doorgaans de niche vergroten en geografisch uitbreiden.

Een aantal jaren geleden interviewde ik de toenmalige countrymanager van Helpling Floyd Sijmons en vroeg hem of Helpling uiteindelijk ook in andere sectoren actief zou worden dan alleen thuisschoonmaak. Zijn antwoord: “als we alleen bij thuisschoonmaak zouden blijven, dan hadden we het platform wel Cleanling genoemd’. Duidelijk. Op het moment dat Helpling het vertrouwen bij de gebruikers heeft opgebouwd is dit een goed moment om de dienstverlening uit te breiden. En hoeft het platform niet weer vanaf nul te beginnen en kan daarmee in theorie nieuwe diensten veel sneller en goedkoper uitrollen. Vanuit dat oogpunt is het dan ook niet heel gek dat platformen er niet zo mee zitten dat ze in het begin verlies maken: dit is een investering waarmee in de toekomst tegen veel lagere kosten kan worden opgeschaald.

Uber begon als taxibedrijf (nee, laten we niet de Amerikanen napraten die een taxi via een app als ‘ride sharing’ omschrijven)  en sprak vervolgens de ambitie uit om de entry app voor mobility te worden. Geen onverwachte stap, aangezien het taxi model heel kwetsbaar is en diegene die de app is die iedereen standaard opent voordat deze zich van A naar B verplaatst natuurlijk een droompositie in de markt heeft. Een mooie ambitie, maar ook een hele lastige, zoals ik ook eerder in deze blog omschreef waar ik het Uber model en de ambities omschrijf voordat het naar de beurs ging. Ook een platform als Booking.com lijkt deze kant op te gaan en wil de ‘entry app for travel’ worden waarbij je niet alleen je accommodatie, maar ook vliegticket, taxi en huurauto kunt boeken. Booking laat ook zie hoe moeilijk het is om deze verschillende diensten onder 1 paraplu te krijgen: tot nu toe zijn het vooral allemaal losse winkeltjes en zeker wanneer je op de knop vliegtickets klikt kom je bij een compleet ander bedrijf uit en moet je alle gegevens opnieuw invullen.

En de ontwikkeling en ambitie gaat verder. Waar platformen met de uitbreiding in het begin vooral binnen hun eigen sector bleven, zie ik de laatste maanden steeds meer berichten voorbij komen van platformen die opeens een hoger doel lijken na te streven. Zo heeft Uber nu de ambitie om “the operating system for your everyday life” te worden en biedt ook Uber Money en experiences aan. Er is blijkbaar veel vertrouwen dat het Uber merk zo sterk is dat alles dat je maar via een app kunt boeken aan de winkel kan worden toegevoegd. Ik ben benieuwd hoe dit uit gaat pakken, want met de laatste die zijn merk als religie wilde verkopen (“We dedicate this to the energy of we — greater than any one of us, but inside all of us.”) is het niet al te best afgelopen.

‘I Wonder What They Are Hiding:’ Lyft Drivers Can No Longer See How Much Riders Paid For Each Trip

‘I Wonder What They Are Hiding:’ Lyft Drivers Can No Longer See How Much Riders Paid For Each Trip

Platformen lossen informatie assymmetrie op en zouden dan ook voor meer transparantie moeten zorgen. Ik zeg hier al een aantal jaar het volgende over: platformen creëren (voor de gebruikers) voornamelijk functionele transparantie. Enerzijds staat de niet totale transparantie in dienst van de transactie: als gebruiker wil je niet meer informatie ontvangen dan nodig is voor de transactie. Maar deze intransparantie heeft ook een keerzijde: het stelt bijvoorbeeld het platform in staat om onduidelijkheid te creëren over de marge die het platform inhoudt op de transactie.

Tijdens Reshaping Work nam ik deel aan een roundtable met James Ferrar, oprichter van de ‘worker info exchange‘: een organisatie in de UK die via AVG/GDPR verzoeken data van Uber chauffeurs opvraagt en analyseert als bewijs voor in rechtszaken. Hij omschreef deze intransparantie als volgt: “we are more connected then ever, but feel more isolated then ever”.

In dit artikel een verhaal over hoe chauffeurs die via Lyft werken opeens veel minder informatie krijgen over de opbrengsten. En daarmee niet kunnen zien of de afrekening goed verloopt en wat de opbrengsten per rit zijn. En dat wekt, logischerwijs, wantrouwen:

“Lyft’s hiding of the rider’s fare from drivers, which the company says began rolling out on September 12, came just a few weeks after a Jalopnik investigation found Uber and Lyft take a much higher portion of each fare than they publicly admit. Both companies denied those findings, but refused to provide any raw data to support their claims. Jalopnik used the information drivers could see about each fare, including the amount the rider paid, to conduct its study of 14,756 fares.” Lyft ontkent overigens, niet geheel verrassend, de slechte intenties en geeft aan dat de verandering is doorgevoerd op verzoek van de chauffeurs: “Drivers have said that it’s hard to track how the
y earn with Lyft so we created a clearer and more comprehensive breakdown of their earnings with the weekly pay statement.”

Los van wie gelijk heeft zou je kunnen zeggen dat het in het kader van de discussie of Lyft chauffeurs freelancers zijn of werknemers deze stap weer een interessante discussie in de rechtszaal zal opleveren. Want welke ondernemer heeft nu geen zicht op de eigen inkomsten en de manier waarop deze tot stand zijn gekomen?

Het argument van Lyft is overigens wel opmerkelijk. Op het moment dat chauffeurs een meer overzichtelijk dashboard willen hebben, dan moet het natuurlijk geen probleem zijn om voor diegenen die dat willen de meer ruwe / gespecificeerde data toegankelijk te maken. Dat moet voor een tech bedrijf een koud kunstje zijn 😉 Op het moment dat zij dit niet doen, dan zorgt dit voor wantrouwen. Zeker na het lezen van tweets als hier onder waar een onderzoeker het bedrag dat de chauffeur ontvangt in de taxi vergelijkt met wat hij moet betalen.


Blog

Wrap up: Reshaping Work 2019. How platforms will influence the organization of work in the future.

Wrap up: Reshaping Work 2019. How platforms will influence the organization of work in the future.

In de nieuwsbrief van vorige week deed ik uitgebreid verslag van mijn bevindingen tijdens het ‘Reshaping Work’ congres in Amsterdam. Afgelopen vrijdag is de Engelse versie van dit verslag live gegaan.

Contact

Inspiratie opgedaan en advies of onderzoek nodig bij vraagstukken rondom de platformeconomie? Of op zoek naar een spreker over de platformeconomie?

Neem gerust contact op via een reply op deze nieuwsbrief, via mail ([email protected]) of telefoon (06-50244596).

Bezoek ook mijn YouTube kanaal met ruim 400 interviews over de platformeconomie en mijn persoonlijke website waar ik regelmatig blogs deel over de platformeconomie. Een Engelstalige variant van deze nieuwsbrief vind je via deze link.