In de discussie over platformwerk stuit ik steeds weer op een groot dilemma. Online platforms bieden een snelle oplossing voor werk en inkomen op de korte termijn. Tegelijkertijd schieten ze vaak tekort in het bieden van goede arbeidsvoorwaarden, duurzame loopbanen en toekomstperspectief. Dit spanningsveld is volgens mij de belangrijkste uitdaging voor de toekomst van werk. Hoe lossen we het op?
Frida Mwangi weet er alles van. Ze maakte de overstap van huisvrouw naar platformwerker, en groeide vervolgens door tot ondernemer en vakbondsleider. Als mede-oprichter van de Kenya Union of Gig Workers (KUGWO) maakt ze zich sterk voor de rechten van Keniaanse platformwerkers. Haar lessen zijn niet alleen relevant voor Kenia, maar voor de platformeconomie wereldwijd. Ik sprak haar voor een nieuwe aflevering van The Gig Work Podcast van de WageIndicator Foundation tijdens mijn bezoek aan Nairobi, Kenia.
Een nieuwe start
Mwangi weet uit eigen ervaring welke kansen en gevaren de platformeconomie kan bieden. Nadat ze zeventien jaar fulltime moeder en huisvrouw was geweest, wilde ze weer aan het werk. Niet alleen om geld te verdienen, maar ook om een voorbeeld te zijn voor haar kinderen. Maar zonder recente werkervaring of referenties was een reguliere baan onbereikbaar.
Toen ontdekte ze Upwork, een van de grootste internationale platformen voor freelancers. Daar kon ze na een korte training direct aan de slag. Haar eerste werk was audio omzetten in teksten (transcriber). “Ik kon in mijn eigen tijd werken vanuit huis, dat was ideaal in combinatie met de opvoeding en het huishouden”, vertelt ze. “In het begin was het uitputtend, want het was mijn allereerste baan. Tegelijk voelde het als een bevestiging: ‘Oh, dit is echt. En het is iets wat ik daadwerkelijk kan.’ Het voelde als een kans op een nieuw leven.”
Leren van anderen
Mwangi wilde ooit advocaat worden, maar dat was er niet van gekomen. Leergierig was ze nog steeds. Ze ontdekte allerlei online gemeenschappen waarin platformwerkers kennis en ervaring deelden. “Daar leerde ik veel van, zowel over het werk als over hoe je hogere verdiensten kon halen”, vertelt ze. “Die gemeenschappen waren ontzettend waardevol. Binnen een mum van tijd had ik meer werk dan ik aankon. Ik wist mijn overvloedige werk uit te besteden via mijn eigen kleine onderneming: Kazi Remote.”
Dit laat zien dat platformwerk een springplank kan zijn naar werk en zelf ondernemerschap. Maar Mwangi ontdekte ook al gauw de negatieve kanten.

Eenzijdige voorwaarden
Ten eerste: arbeidsvoorwaarden en verdiensten konden zomaar ineens veranderen. Aanvankelijk verdiende ze tussen de 15 en 20 dollar per opdracht, later liep dat op tot 100 dollar toen zij zich specialiseerde in juridische, financiële en academische transcriptie opdrachten. “Toen meer mensen aan de slag gingen via Upwork, werden het lastiger om klussen te krijgen”, vertelt ze. “Het probleem was dat je moest bieden op opdrachten en dat systeem was onbetrouwbaar. Sommige dagen bleef je maar bieden zonder werk te krijgen.” Ook verschoof het werk van transcriberen naar het proeflezen van door AI gegenereerde transcripties.
Toen voerde Upwork een nieuw systeem in. Platformwerkers moesten credits kopen om te kunnen bieden op een klus. “Om een veilige positie op het platform te behouden, moet je soms wel 45 dollar per maand aan credits besteden”, vertelt Mwangi. “Voor wie uit een financieel kwetsbare situatie komt, is dat een flinke drempel. Het platform liet de werkenden ineens alle risico’s dragen.”
Buitensluiting en trage betalingen
Bovendien kon het algoritme je zomaar buitensluiten. “Soms werd je wakker en was je account zonder waarschuwing geblokkeerd”, zegt ze. “Vaak werd je vanzelf weer toegelaten, maar dat duurde even. In de tussentijd miste je inkomsten.”
Platformen namen geen verantwoordelijkheid, vertelt ze. “In het begin was PayPal niet toegankelijk voor de Afrikaanse regio. Toen de dienst wel beschikbaar kwam werden accounts regelmatig geschorst, terwijl het geld van de werkende er nog op stond. En liepen uitbetalingen soms maanden vertraging op. Als we klachten hadden, was niemand bereikbaar.”
Internetafval en mentale schade
Ironisch genoeg begon Frida’s activisme via een initiatief van het platform zelf. Tijdens een Upwork-evenement ontmoette ze andere freelancers en ontdekte ze dat ze niet de enige was met problemen. Ook hoorde ze schrijnende verhalen van collega’s in contentmoderatie en data-labeling. Dit is het werk waarbij mensen illegale of aanstootgevende teksten of video’s van platforms moeten verwijderen en algoritmes trainen om dit soort content te herkennen.
“Velen dachten dat ze vertaalwerk gingen doen, maar moesten in plaats daarvan dagelijks schadelijke inhoud filteren”, vertelt ze. “Het was afval, internet-afval waar je doorheen aan het ziften bent. En hoe meer je binnenkrijgt, hoe schadelijker het is voor je mentale gezondheid.”
‘Platformen bieden geen carrière’
Verder zag ze dat platformen weliswaar een opstap boden naar werk, maar werkenden niet echt vooruit hielpen. “Als ik was blijven steken in mijn transcriptiewerk, zou ik nu nauwelijks opdrachten meer hebben”, zegt ze. “Dit soort werk is inmiddels grotendeels geautomatiseerd. Dat geldt voor meer klussen via platformen.”
De techbedrijven bieden een lage drempel om aan de slag te gaan, maar zelden doorgroeimogelijkheden, trainging of begeleiding. Mwangi: “Ik realiseerde me dat platformen je geen carrière bieden, maar slechts geschikt zijn als tijdelijke plek om geld te verdienen. Toch worden vele afhankelijk, juist door gebrek aan doorgroeimogelijkheden.”
Georganiseerde actie is niet eenvoudig
Ook hoorde ze steeds meer verhalen over onderbetaling bij locatiegebonden werk, zoals taxidiensten. Al deze verhalen raakten haar diep en brachten een oude droom terug: advocaat worden. Ze voelde een sterke drang om op te komen voor platformwerkers. Mwangi: “Volgens mij moeten de platformen hun verantwoordelijkheid nemen, zowel qua arbeidsomstandigheden en beloning als qua langetermijnperspectief.”
Haar eerste poging in 2019 om een vereniging op te richten mislukte. “Niemand had ervaring met organisatievorming”, vertelt ze. “Bovendien is organiseren is niet eenvoudig in de platformeconomie. Waar je in een fabriekshal makkelijk met collega’s over problemen praat, zit zitten platformwerkers alleen thuis. Ook is er een kloof tussen de verschillende typen werk. De online freelancers voelen zich anders dan bijvoorbeeld de Uber-chauffeurs.”
Maar ze gaf niet op, want ze was ervan overtuigd dat collectieve actie noodzakelijk is. In 2024 kreeg ze het voor elkaar: samen met andere paltformwerkers stichtte ze de Kenya Union of Gig Workers (KUGWO). Het is de eerste Keniaanse vakbond die zich inzet voor betere arbeidsomstandigheden, lonen en rechten voor alle type platformwerkers.
‘Het is een kwestie van verantwoordelijkheid nemen
Mwangi’s visie: platformen kunnen zowel korte- als langetermijnvoordelen bieden voor werkenden. “Het is een keuze voor bedrijven om al dan niet mee te werken aan uitbuiting”, zegt ze. “Dat geldt niet alleen voor de platformen zelf. Hun klanten zijn vaak grote, westerse corporates. Deze bedrijven moeten de ‘S’ (Sociaal) in de ESG-principes (Environmental, Social, and Governance) niet vergeten.”
KUGWO werkt graag samen met techbedrijven om de belangen van de werkers voorop te stellen. Een mooi voorbeeld is de samenwerking met Microsoft/LinkedIn Learning. De Keniaanse vakbond kaartte aan dat platformwerkers die hun baan verloren door automatisering geen mogelijkheden hadden om hun vaardigheden te verbeteren. Na overleg bood Microsoft elf gratis cursussen aan (zoals projectmanager of softwareontwikkelaar) als opstap naar beter werk. Mwangi: “Dit bewijst dat je, zelfs in een complexe relatie, concrete en duurzame oplossingen kunt vinden.”

Kracht van sterke vakbonden
Tot slot sprak ik Mwangi over politieke invloed en regelgeving. Volgens haar wordt de stem van werkenden in Kenia structureel genegeerd door beleidsmakers. Haar oproep aan de rest van de wereld is dan ook helder: “Bouw sterkere instituties waarmee werkenden meer invloed kunnen uitoefenen. Steun ze, bijvoorbeeld met juridische en technische expertise. Werkgevers en overheden hebben al zoveel macht, de werkende staat zwak.”
Mwangi benadrukt dat je financiële onafhankelijkheid en een sterke ledenbasis nodig hebt om überhaupt te kunnen onderhandelen. Ze weet uit ervaring hoe moeilijk dat is. Toch heeft ze met haar veerkracht en doorzettingsvermogen al veel bereikt.
Tot slot: is het een dilemma?
Die oproep van Mwangi sluit aan bij eerdere gesprekken die ik voerde, zoals met Ephantus Kanyugi van de Keniaanse Data Labelers Association. Dit is geen officiële vakbond, en juist daardoor snel en flexibel. Mwangi koos een andere route: het oprichten van een formele vakbond, met alle bureaucratie en politieke dynamiek die daarbij komt kijken. In de praktijk zijn ze complementair. Ze hebben verschillende strategieën, maar een gedeeld doel: betere werkomstandigheden en beloning voor platformwerkers.
Ik ben het eens met Kanyugi en Mwangi: wat op korte termijn nodig is en wat op lange termijn belangrijk is, moet hand in hand gaan. Snel en laagdrempelig toegang tot werk, met zekerheid en toekomstperspectief. Zeker als de opdrachtgevers bedrijven zijn, moeten zij verantwoordelijkheid nemen en die niet afschuiven op de individuele werkenden. Opdrachtgevers en platformen moeten kiezen: dragen ze bij aan uitbuiting, of bouwen ze mee aan perspectief voor werkenden wereldwijd?




