Agile processen, Minimal Viable Product, snelheid maken en onzekerheid omarmen. Het zijn woorden die je meestal hoort in het kantoor van een IT-bedrijf, maar deze keer komen ze uit de mond van ambtenaren die werken voor de regering van Estland. De regering van de Baltische staat is namelijk extreem digitaal en open. Eind 2014 maken ze hun land zelfs toegankelijk voor de rest van de wereld. De regering wil met project e-Residency iedereen op aarde een digitale identiteit en toegang tot de ICT-infrastructuur van het land geven.

ICT ALS USP

Het verhaal van e-Estonia begint wanneer in 1991 de Sovjet Unie uit elkaar valt en Estland onafhankelijk wordt. Op dat moment staat het land voor twee uitdagingen. Ten eerste beseffen de leiders dat het land met iets meer dan een miljoen inwoners onbekend is. Dat maakt de staat kwetsbaar. Om bekend te worden, moet het land opvallen. Om in marketingtermen te blijven: Estland heeft een USP (Unique Selling Point) nodig.

De tweede uitdaging is een geheel nieuw overheidsapparaat optuigen voor een relatief klein aantal inwoners. Als de regering dit traditioneel inricht, zal het onbetaalbaar worden. Er moet een andere manier zijn om de overheid te organiseren.

Het antwoord op beide vragen werd: ICT.

EEN SCHONE LEI

Hoewel de budgetten beperkt zijn, hebben de Esten één groot voordeel: ze kunnen met een schone lei beginnen. Dus bouwt de regering een basisplatform waarop ze alle ICT-infrastructuur aansluiten. Data voor ieder nieuw ICT-project wordt opgehaald vanuit deze bron, waardoor er geen dubbelingen ontstaan. Inwoners krijgen een ID-kaart met chip, die in combinatie met een pincode en USB-lezer de digitale identiteit van de inwoner vormt. Eenmaal ingelogd in het systeem heeft de burger toegang tot al zijn data. En kan hij zien wie zijn data heeft ingezien. Het grootste deel van de overtredingen van bijvoorbeeld nieuwsgierige artsen of ambtenaren wordt hierdoor door de burger zelf ontdekt.

Dankzij deze aanpak is in 1997 97% van alle scholen online en in 2002 heeft de overheid een gratis WiFi-netwerk aangelegd in bewoonde gebieden. Sinds 2007 is het mogelijk om digitaal te stemmen en anno 2017 is de gemiddelde Est in drie minuten klaar met zijn belastingaangifte. Dat 71% van het bruto binnenlands product in de dienstensector wordt verdient, zal hier vast ook mee te maken hebben. Dit alles wordt gefaciliteerd door het meest veilige, privacyvriendelijke systeem ooit gebouwd door een overheid.

Dit alles zette Estland hoog op flink wat internationale lijstjes:

  • 1e in de ‘International Tax Competitiveness Index’
  • 2e in Internet Vrijheid (Freedom House 2015)
  • 8e in de ‘Index of Economic Freedom 2015’ (Wall Street Journal/The Heritage Foundation)
  • 16e in de ‘Ease of Doing Business Report 2016’ (Wereldbank)

GEEN PAPIER

E-Residency Managing Director Kaspar Korjus: “Bij digitalisering zie je meestal dat het proces digitaal is, maar dat er uiteindelijk toch iets op papier moet worden getekend. Hier niet, zelfs nieuwe wetten worden digitaal ondertekend. Ik kan mij ook niet herinneren dat ik ooit in een stemhokje heb gestaan, alles hier gaat digitaal.”

Dat deze aanpak zijn vruchten afwerpt, omschrijven journalisten Jeremy Epstein en Shai Franklin in hun artikel ‘How Estonia can save Western civilisation’: “De investering in digitale infrastructuur heeft niet alleen de overheidsuitgaven met een equivalent van 2 procent (500 miljoen dollar) van het bruto binnenlands product teruggebracht, het heeft ook het meest innovatieve en ondernemende land, met de op twee na meeste startups per hoofd van de bevolking, opgeleverd.”

BUITEN DE GRENS DENKEN

In december 2014, wordt vanuit het ‘governmental startup project’ een idee gelanceerd waarbij niet alleen inwoners van Estland, maar iedereen ter wereld, gebruik kan maken van de ICT-infrastructuur van het land. De letterlijke doelstelling is om ieder persoon op aarde een digitale identiteit te geven. Het voordeel voor Estland is dat het land meer bekendheid krijgt en dit is goed voor de economie.

Korjus vertelt hoe dat project in zijn werk ging: “We houden dingen graag simpel en denken niet meteen in eindproducten. Voor het idee van e-Residency maakten we een pagina op Launchbase: een platform waar je kort je idee kunt delen en waar mensen zich kunnen inschrijven om op de hoogte te worden gehouden.” Toen de managing director de volgende ochtend wakker werd, hadden 4.000 mensen uit 150 landen zich ingeschreven. Er was geen twijfel mogelijk, ze moesten verder met dit plan.

“We werkten het idee uit en bouwden een Minimal Viable Product. Hiervoor hebben we enkele wetten moeten aanpassen. Door te werken met een toegewijd team én met steun vanuit de regering lukte het ons om dit plan in enkele maanden van de grond te krijgen.”

E-RESIDENCY

Via de website kan iedere niet-Est van 18 jaar of ouder een e-Residency aanvragen. Voor 100 euro kun je op ruim 200 locaties wereldwijd jouw kaart en code ophalen. Het fysieke contactmoment (vergeet je paspoort niet!) is het moment dat de link wordt gelegd tussen jouw fysieke en digitale identiteit.

Met jouw kaart en pincode krijg je vervolgens toegang tot de ‘user interface’ van Estland en krijg je een digitale autorisatie tool. Daarnaast kan iedereen ter wereld zo toegang krijgen tot Europese payment providers. En kun je, waar je je ook ter wereld bevindt, jouw bedrijf digitaal starten. Korjus: “De e-Residency kan financiële en technologische inclusie geven aan de 73 procent van de wereldbevolking die is buitengesloten van financiële tools.”

Jeremy Epstein en Shai Franklin:

Met e-Residency kunnen individuen binnen 24 uur op afstand een bedrijf opzetten in de Europese Unie, een Europese bankrekening starten en digitaal documenten ondertekenen die worden geaccepteerd in heel Europa en daarbuiten.

Bij nieuwe projecten hoort ook het stellen van doelen. Bij de start van het e-Residency project stelde het team zich als doel om in 2020 10 miljoen e-Estonians te hebben. Volgens Korjus is het geen ‘harde doelstelling’. Hij vertelt dat er op dit moment ruim 10.000 e-Residents zijn, die samen 1.000 bedrijven hebben gestart. “Ter vergelijking: In Estland zijn 30.000 bedrijven ingeschreven. Voor ons land is dit dus al een enorm aantal”.

GROEI DOOR ANDEREN TE FACILITEREN MIDDELS API’S

“Hoewel wij als regering bovengemiddeld snel zijn, beseffen wij ons maar al te goed dat we altijd 10 keer langzamer dan de markt zullen zijn”, vertelt Korjus. “Met zaken als de payment provider en digitale identiteit dekken we nu 80 procent van de behoeften van de burgers. Voor de overige 20% bouwen wij API’s waar anderen hun eigen oplossingen op kunnen bouwen. Een voorbeeld waar ik trots op ben is de ‘incorporation API’, die het mogelijk maakt voor iemand buiten Estland een bedrijf in ons land te starten, zonder hier ooit te zijn geweest.”

POSITIEVE BIJEFFECTEN

De bevolking is trots. “Technologie wordt hier bijna gezien als een religie,” zegt Korjus. “Als je een Est vraagt waar hij vandaan komt, zal hij antwoorden: uit het land waar Skype en Transferwise vandaan komen.”

De grote internationale aandacht in de media rondom het e-Residency project draagt zeker bij aan deze trots en aan de profilering van Estland als belangrijke ICT-natie. Iets waar zij overigens met marketing slim op inspelen. Zo nodigden ze de Britten na de uitslag van het Brexit referendum uit om alsnog digitaal Europeaan te blijven.

CONCLUSIE

In een tijd dat regeringen meer waarde hechten aan landsgrenzen dan ondernemers, denk ik dat Estland een unieke en veelbelovende weg is ingeslagen. Door duidelijke keuzes te maken, anderen te faciliteren en simpelweg te doen, hebben ze in een relatief korte periode indrukwekkende resultaten neergezet. Gaat e-Residence een succes worden? Ik geef ze in ieder geval een kans en heb zojuist mijn e-Residency aangevraagd. Simpelweg omdat het een te mooi project is om er geen deel van uit te maken.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op Intrapreneur.nl, een initiatief van Trivento.

COUNTRY AS A SERVICE?

Op 1 april 2016 lanceerde Estland als grap de website ‘Country OS’, waar je als land een ‘country as a service’ abonnement kan afsluiten. Wellicht klinkt dit gek, maar wanneer je deze quote van Ben Hammersley in dit artikel in Wired leest, dan gaat er misschien toch iets prikkelen: “In other words, a nation is now competing with its neighbours on the basis of the quality of its user interface. Just as you might switch your bank to one with a better mobile app, the Estonians hope you'll switch your business to a country with an infrastructure that is easier to use.”  

Recommended Posts